vrijdag 4 december 2015

Matale - Kandy

Zoals verwacht zien we de ganse nacht niemand meer dus onze nachtrust was niet geweldig zo zonder airco in onze luxe tent. Om half 7 worden we gewekt en nemen we een douche 'by candlelight, oftewel zaklamplicht. Gelukkig is er wel warm water. Na het ontbijt trekken we naar de site van Sigiraya. Machtig en eenzaam verrijst deze citadel die tegelijk paleis was op de top van een gigantische rode monoliet met steile wanden. Het lijkt wel alsof hij de jungle uitdaagt. Er werd trouwens een scène uit Indiana Jones and the tempel of Doom gedraaid.

We beklimmen de fameuze rots van de leeuw die ook wel eens het 8e wereldwonder genoemd wordt. Er zijn 1205 trappen maar de treden zijn verschrikkelijk smal en hoog. Onze knieën moeten dus overwerken. Ik kan je vertellen dat dit overeenkomt met het via de trap beklimmen van de Eiffeltoren. In werkelijkheid is de rots weliswaar minder hoog maar je mag niet vergeten dat de vochtige hitte de klim een pak zwaarder maakt. Het zweet loopt in straaltjes van onze rug maar we wanen ons wel de koning van de jungle is deze dikke ochtend mist. De helling van de Leeuwenrots, vernoemd naar de uitgehouwen leeuwenkop (afgebroken ondertussen) en leeuwenpoten bij de ingang, is door de tijd heen weggevaagd door erosie, hierdoor heeft de rots zijn karakteristieke vorm. De rots is ruim 180m hoog en is vanaf kilometers te zien. Eddy ziet de klim niet meer zitten en haakt halverwege af. Wij puffen lekker verder en gaan langzaam maar zeker naar boven. Tegen de rotswand werd er een ijzeren draaitrap aangebracht die ons tot in de grot brengt waar er nog muurschilderingen zijn. Opmerkelijk genoeg, sensuele beeltenissen van vrouwelijk schoon. Dit was een gewaagde keuze van de toenmalige koning Kasyapa, aangezien het Boeddhisme het stoppen van lust verkondigt. Van de 500 originele schilderingen zijn er nog 21 overgebleven. De rest is vernietigd door Boeddhistische monniken die naderhand op de Leeuwenrots verbleven. Er staat een grappig mannetje met haar op zijn oren, die er op toe ziet dat er niet geflitst wordt.

Op weg naar het Leeuwenplatform komen we langs een glanzend gepolijste spiegelmuur met inscripties in het Singalees en het Sanskriet, aangebracht om ons een blik in de "duizelingwekkende" afgrond te besparen. Op slechts enkele plekken is de muur niet beschadigd door tekst en kunnen we de spiegeling zien. Tussen de 7e en 11e eeuw zijn er veel teksten door de bezoekers geschreven die waardering van de kunst en schoonheid uitspraken. Op ongeveer de helft van de klim bevindt zich een groot plateau, het Leeuwenplateau. Hier kunnen we even rusten. Een grote rots voor de trap naar de laatste klim was uitgehouwen tot een grote leeuwenkop en vroeger liep je hier tussen de poten door, de bek van de leeuw in. Helaas zijn alleen de poten overgebleven, desondanks is het nog steeds zeer indrukwekkend. We klimmen verder tot op de top van de Leeuwenrots. De ruïnes van het koninklijk paleis liggen centraal want dit was het centrum van de Koninklijke stad. We zien nog de ruïnes van de paleistuinen, het zwembad, de troon, de slaapvertrekken en de audiëntiekamer. Vanaf de top hebben we een 360° uitzicht over de gehele omgeving van Sigiriya. In de reisgidsen staat vermeld dat de weg naar boven gevaarlijk kan zijn vanwege de ‘killer bees’ - grote en stekende wespen. Her en der staan er borden waarop ze voor deze dieren waarschuwen. Gelukkig hebben we er in dit seizoen geen last van. Af en toe zoemt er een libelle voorbij maar dat zijn naast de muggen de enige beestjes die we zien. We blijven boven nog even genieten van het weidse uitzicht over de jungle. Doodmoe, bezweet van kop tot teen en met meer dan een blos op mijn wangen!

Langzaam trekt de mist op en breekt de zon door de wolken. Traag en heel voorzichtig dalen we terug af. Onderweg stopt Azar even langst de kant van de weg aan een mango kraam. Deze vruchten zijn tijdens dit seizoen het lekkerst en nergens smaken ze zo zoet als hier. Het sap druipt van onze kin en armen.

Eeuwenlang was er in Sri Lanka een bloeiende specerijenhandel met Europa dus mag een bezoek aan een kruidentuin hier zeker niet ontbreken. Dat doen we in Matale, een kleine moslimstad. Azar maakt van de gelegenheid gebruik om even de moskee te bezoeken. De heerlijke Sri Lankaanse keuken heeft een uitgebreid palet aan aroma’s en kruiden. Vooral kaneel, kardemon, peper, kruidnagel, nootmuskaat, koriander, kokos, sjalot, curry en citroengras worden gebruikt. Een groot deel van deze kruiden wordt op het eiland zelf gekweekt. Wanneer we aankomen, staat er al een heel buffet klaar met de heerlijkste gerechten. We eten een stoofpotje van jackfruit, een curry met kip, de bloemen van de bananenboom, heerlijk gekruide aubergines vergezeld van rode en gele rijst en nog vele andere lekkere dingen.

Ik neem plaats achter het buffet om van iedereen een foto te nemen maar zorg er zo onbewust voor dat het restaurant helemaal onder de rode klei komt te zitten. Achter het buffet is het namelijk een smerige bedoening met al die regen van de voorbije dagen. Met schaamrood op de wangen bied ik mijn excuses aan maar zoals steeds wordt het hier weggelachen. Ik krijg dus gelukkig geen borstel en dweil in mijn handen geduwd. De bevolking is zo super vriendelijk dat je er vaak ongemakkelijk van wordt. Na de lunch worden we op sleeptouw genomen door een herborist die ons alles vertelt over de verschillende kruiden en hoe ze gebruikt kunnen worden. Het Ceylon-kaneel tegen mond- en oorpijn, ananas olie als natuurlijke detox, groene peper tegen migraine, etc. Marc is Chinese vrijwilliger om de ontharing crème te testen. Hij blijft achter met een sip gezicht en een kale plek op zijn onderarm. We krijgen ook een korte kookcursus. Haarfijn wordt uitgelegd hoe een echte Sri Lankaanse curry gemaakt wordt. Na de rondleiding krijgt ieder van ons een kleine massage van nek en schouders of een beenmassage met een rode olie tegen reuma. In een mum van tijd is iedereen stil en is het genieten geblazen. Mijn masseur heeft wel handen met heel veel eelt waardoor ik gelijk ook een peeling krijg.

Daarna kan er uiteraard ook gekocht worden. De verkopers zijn wel een beetje 'pushy' en laten je niet gerust maar toch gaan de meesten met een zakje de bus op. Onderweg stoppen we even bij één van de grootste Hindu tempels, de Sri Muthu Maari Amman. Heel kleurrijk met duizenden figuren. Ria merkt op dat het er uitziet als een Luna park en gelijk heeft ze! Ondertussen valt de regen weer met bakken uit de hemel. We eindigen deze dag met een rit naar de stad Kandy, ook wel de hoofdstad van de bergen genoemd omdat ze omringd is door bergen en groene heuvels die helemaal rond een kunstmatig meer lopen. Het stadscentrum is druk en vervuild en het verkeer is hels maar toch hangt er een gemoedelijke sfeer. De aanwezigheid van het meer zorgt voor een rustgevend contrast met de drukte in de stad. Dit is de uitgelezen plek om de komende dagen de bevolking van Sri Lanka beter te leren kennen. We logeren in hotel Serene Garden. Het hotel ligt op een indrukwekkende locatie hoog in de bergen en torent dan ook uit boven de stad Kandy met aan de voorkant zicht op het fantastische meer en aan de achterkant op de jungle. Het krioelt hier wel van de makaken dus is het raadzaam om ramen en deuren gesloten te houden want ze zitten op de loer om snel de kamer binnen te glippen op zoek naar eten. Dat ondervinden we zeer snel wanneer we in het restaurant zitten. Plots verschijnt er een aapje in het raam maar de garçon is snel en gooit een glas water naar de aap. Hij verdwijnt van waar hij gekomen is. Het buffet is weer heerlijk maar redelijk spicy. Ook de dessertjes zijn subliem. We blijven iets langer napraten want morgen mogen we eindelijk uitslapen!

 

donderdag 3 december 2015

Polonaruwa - Gerithale

Wanneer s' morgens de wekker gaat en ik mijn oorstoppen uit doe, merk ik pas de jungle geluiden rondom mij. Niet zo goed geslapen dankzij een bloed zoekend monster dat mij de halve nacht heeft wakker gehouden. Niet het geluid maar wel de jeukende bulten op mijn lijf. Vol goede moed het bed uit en na het ontbijt bestaande uit vers fruit en toast met mierzoete confituur, rijden we naar een plek waar olifanten uitstapjes maken met toeristen want iedereen wil eens op de rug van een olifant. Ook al had ik me voorgenomen nooit meer op de rug van deze lieve dieren plaats te nemen, ga ik maar mee want alleen achter blijven zonder alternatief is geen optie. De gids verzekert ons echter dat de olifant in Sri Lanka een heilig dier is en dat ze bijgevolg nooit echt moeten werken en heel goed behandeld worden. De eerste 5 nemen plaats op de grootste olifant, Rani genoemd en Ria, Maria, Eddy en ikzelf krijgen een kleiner exemplaar, ook Rani genoemd. Hoe origineel! Uiteraard worden er snoepjes verkocht voor de olifanten, in dit geval zijn dat overrijpe mango's en ik ben de pineut want ik zit het dichts bij haar slurf. Rani gooit die om de haverklap krullend omhoog. Ze lijkt wel uitgehongerd en telkens moet ik de kleverige vrucht in haar slurf steken. Daarbij ademt ze zeer zwaar en produceert ze een verschrikkelijk slechte geur. Maria merkt op dat zo'n beest geen tandenborstel heeft. Er wordt heel wat afgelachen op de rug van Rani. We zitten er nog maar 5 min op en iedereen wil er al af. Tja ik had hen verwittigd dat het geen 'walk in the park' zou zijn. Maria schuift constant naar voor en wordt regelmatig op de vingers getikt dat ze ons evenwicht moet behouden. Ria zit met haar zijkant tegen de ijzeren bar van de stoel waarop we zitten en roept al giechelend dat ze er zeker blauwe plekken aan over zal houden. Ondertussen heeft één van de begeleiders mijn fototoestel in de mot en wil graag wat foto's nemen van ons. Wanneer hij het eenmaal in zijn handen heeft, wil hij het niet meer afgeven. Ik leg me er dan maar bij neer en roep hem constant toe wat hij moet fotograferen. Hij luistert gelukkig wel maar een goede fotograaf zal hij wellicht nooit worden.

De olifanten worden via een smalle weg langs het Thabale meer geleid. De omgeving is prachtig en af en toe stopt de begeleider om ons te wijzen op een leguaan, een speciale vogel of een aap. Maria tracht deze te fotograferen maar dat lukt niet zo goed al wiebelend op de rug van Rani. Geen nood, ik roep wel even naar ons ventje op de grond. Wanneer we na een uurtje terug bij ons vertrekpunt komen en ik terug grond onder mijn voeten voel, moet ik heel wat overredingskracht aan de dag leggen om mijn fototoestel terug te krijgen zonder te betalen. Tja het was te verwachten natuurlijk. Maar Azar komt ons ter hulp en geeft de mannen elk een kleine fooi uit de pot. We overleven de "elephant walk" en ook de blauwe plekken lijken nog mee te vallen. Onze lachspieren daarentegen ...

We kruipen terug de bus op en rijden verder naar Polonaruwa, de tweede hoofdstad van het oude Sri Lanka. De route gaat langs allerlei kleine dorpjes. We zien nu veel beter de grote verschillen in armoede. Vanaf de grote weg lijkt Sri Lanka redelijk welvarend en ook daarbuiten komen huizen voor die meer lijken op kleine bungalows, maar we zien ook genoeg huisjes die zijn opgebouwd uit een paar golfplaten. Af en toe steekt er een varaan de straat over. Best wel grote beesten maar gelukkig heel vredelievend, al zou ik toch geen klap van zijn staart willen.

De historische stad van Polonnaruwa bestaat uit verschillende ruïnes en staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het Vejayanta Pasada of koninklijk paleis straalt nog altijd fierheid uit ook al zijn er nog maar twee van de zeven verdiepingen over. Hier waren god en koning gelijk. Twee mannen staan bovenop de gigantische muren van bijna 2,5 m dik onkruid te wieden. Ieder zijn job zou ik zeggen maar ik krijg al hoogtevrees enkel door naar hen te kijken. We gaan verder naar de Kumara Pokuna, een terrasvormig bekken waar het water uit de muilen van twee krokodillen spuit. Net daarnaast ligt de Parakrama Bahu. Olifanten, roofdieren en kleine figuren vormen een lange kring rond dit sierlijke drie verdiepingen tellende gebouw. Er ligt een mooie maansteen bij de ingang en de zuilen op het platform droegen vroeger een houten dakconstructie. De ruïnes liggen zo verspreid dat Azar ons voorstelt om naar het volgende stuk te rijden. Wanneer we aankomen bij het terras van de tand gaan we eerst de plaatselijke frisdrank even proeven. Sinaasappelsap met veel suiker en soda water. Lekker en verfrissend!

Daarna mogen we de tempels van de tand gaan verkennen. Bij elke tempel moeten onze schoenen weer uit. Nu zullen jullie denken, dat maakt toch niets uit, dan loop je toch lekker op blote voeten. Nou, de werkelijkheid is toch even anders. Ten eerste ligt er op de grond een soort grof zand dat best wel pijn doet aan onze eeltloze, westerse voetjes. Ten tweede moeten we ook nog een granieten trap op met kiezeltjes. Ten derde is de grond gloeiend heet. Maar we zijn voorbereid en hebben allemaal extra sokjes bij. Rondom ons horen we echter in alle talen au, au, heet, heet, au, au. We denken niet dat die toeristen van de ruïnes genieten. De meest indrukwekkende tempel is de Vatadage.

Deze is bereikbaar via trappen, die versierd zijn met prachtige maanstenen en wachters die in een herkenbare hindoestijl zijn uitgehouwen. Vier zittende Boeddha's kijken naar de vier hoofdwindrichtingen. De Hatadage aan de overkant zou in 60 dagen gebouwd zijn. De tand van Boeddha werd lange tijd in deze tempel bewaard. Ook in de Atadage tempel werd de reliekschrijn met de tand van Boeddha nog bewaard. Via een gerestaureerde zuilengang kom je bij een mooie staande Boeddha. De beelden hier zijn werkelijk prachtig en de site kan me uitermate bekoren.

Een familie aapjes zit naast één van de tempels. We bewonderen ze van op een afstandje want ze kunnen soms wel agressief uit de hoek komen. Wanneer we bij de grootste pagode komen, begint het te druppelen maar gelukkig is het maar wat bangmakerij. We wandelen op kousenvoetjes rond de enorme stoepa want dat zou geluk brengen. We ronden ons bezoek aan de site af bij de Kalu Gal Vihara, ongetwijfeld het wonderlijkste monument van Polonnaruwa. Vier reusachtige beelden werden namelijk uit de granieten wand gehouwen. Alleen jammer dat er een lelijk metalen dak over werd gemaakt. De liggende Boeddha, die ik het mooist vind, is dood en heeft een serene glimlach op zijn gelaat. Op één dij zie je de kogelinslagen nog die een Brit veroorzaakte in de 19de eeuw. De schutter vluchtte de wildernis in maar botste daar op een wraakzuchtige olifant die hem met één trap van zijn poot vermorzelde.

We lunchen pas om half 2 en maken nadien een "ballade" in Gerithale. Azar houdt ervan een promenade "ballade" te noemen. Het liedje "La ballade des gens heureux" van Gerard Lenorman spookt dan ook regelmatig door ons hoofd. Echt fout is het niet maar voor ons is het toch ongebruikelijk om een wandeling van dit kaliber te bestempelen als "een tochtje". Vandaag blijft de regen gelukkig achterwege waardoor we echt kunnen genieten van de omgeving. We wandelen langst de rivier met zicht op de indrukwekkende groene rijstvelden, kindjes komen ons af en toe tegemoet en poseren gewillig voor een foto.

Hun moeders wassen zichzelf en hun kleding in de rivier. Onderweg zien we weer allerlei dieren, zelfs een slang die echter snel wegkruipt in het struikgewas. De temperatuur is opgelopen tot boven de 35 graden en de vochtigheid is enorm waardoor het zweet van onze rug loopt. Na drie uur wandelen is iedereen moe en we zijn dan ook blij wanneer we de bus zien verschijnen. In ons resort heeft het heel erg geregend want het ligt er vol met plassen. We nemen een heerlijke douche en dineren opnieuw op het terras, ondertussen gewend geraakt aan de enorme vleermuizen die het buffet insectenvrij houden. Ria tracht Azar te doorgronden. Hij kan nogal vrouwelijk met zijn kontje draaien en is heel erg into fashion want heeft elke dag iets anders aan. Maar daartegenover staan de avances naar mij toe dus beginnen we te twijfelen. Is hij homo of hetero? Vrouwe Justitia is Ria goed gezind vanavond. Wanneer zijn telefoon gaat, hoort ze in de verte een kinderstemmetje. Hij reageert heel vertederend dus Ria zet haar meest vragende blik op en vraagt of dat stemmetje van zijn kindje is. Hij knikt bevestigend en toont fier de foto's van zijn vrouw, een mooie moslima, en van zijn dochtertje. Mysterie opgelost, onze gids is niet gay maar getrouwd met een prachtige vrouw en zijn mooie dochtertje maakt het familieplaatje compleet.

Moe maar voldaan kruipen we in ons bedje. We liggen nog maar goed en wel neer of het licht gaat, na wat geknetter uit. Ria besluit even naar de receptie te gaan en komt terug met 4 mannen om ons probleem te verhelpen. Ze zijn echter niet zo technisch aangelegd en zeggen ons dat het een groot defect is maar dat ze de elektricien gaan bellen en binnen 10 min terug komen. Ondertussen is het wel al 20 voor 11 dus we besluiten de noodlamp te doven en toch maar de ogen te sluiten want Sri Lankaanse 10 min kunnen wel eens een uur of 4 zijn.

 

 

woensdag 2 december 2015

Negombo - Dambulla

Ondertussen ben ik bijna door de vermoeidheid heen, geacclimatiseerd zeg maar. Gelukkig maar want de wekker gaat om 6u. Ria heeft heel de nacht niet geslapen maar ik heb geslapen als een roosje. Nou ja, Ria zou waarschijnlijk zeggen 'roosje mon oeuil', een heel bos heb ik doorgezaagd volgens haar! We hebben een lange reisdag vandaag maar met een goed ontbijtje komt dat helemaal goed. Pannenkoekjes met honing en banaan ... mijn favoriet om de dag goed te beginnen! De koffers worden achteraan in de bus gezet en we rijden naar Pasyala voor een wandeling in de natuur. Ik heb jullie nog niet verteld over onze gids Azar, een jonge gast met een zekere flair die zo goed als geen Engels spreekt. Frans daarentegen gaat vlotjes. Tegen het eind van de reis zal mijn Frans dus weer helemaal opgekrikt zijn. Onderweg voorziet hij ons van heel wat achtergrond informatie over de rijke geschiedenis van het land en hij weet ook veel over de plaatselijke fauna en flora. We passeren ananasplantages, prachtige bloemen en reusachtige durian en Jack fruit bomen. Voor velen een eerste kennismaking met deze indrukwekkende vruchten. Het is ook de streek van de cashewnoten en laat dat nu net mijn favoriete noot zijn. Jammer genoeg is dit niet het seizoen. Hier en daar zitten er hagedissen te genieten van het zonnetje.

Rubber is ook een typisch product van een ontwikkelingsland. Onze plaatselijke gids demonstreert even hoe het werkt. Uitgerust met een V-vormig tapmesje, snijdt hij behendig langst vaste lijnen de bast weg. De latex, het melkachtige sap waaruit rubber wordt gewonnen, sijpelt hierna uit de boom en wordt in speciale kokosnootbakjes opgevangen. Enkele van ons moeten dringend naar het toilet dus besluit de vriendelijke mijnheer ons mee te nemen naar zijn huis. We worden hartelijk ontvangen door de vrouw des huizes met een kopje thee. De latexboer toont ons ondertussen foto's van zijn ouders en van zijn oudste dochter die pronkt met haar universiteitsdiploma rechten. We vragen ons af of hij het opschrift kan lezen. Zijn vrouw lijkt diegene van wie de dochter de genen heeft doorgekregen.

Na de wandeling gaan we opnieuw de bus in en rijden naar een plaatselijk restaurant waar we alweer verwend worden met heerlijke curries. Normaal eten de inwoners van Sri Lanka redelijk pikant maar voor ons wordt het allemaal wat zachter gehouden. ‘Meer afkruiden’ zoals Sergio Herman in menig kookprogramma vertelt, is hier bij één gerechtje niet van toepassing. Het is voor sommige best pittig maar ik vind het heerlijk! Sowieso komen er hier een hele resem bekende en onbekende specerijen 'willens nillens' in ons bord terecht, de ene al lekkerder dan de andere. Na de middag rijden we naar Dambula. Aan de kwaliteit van de weg en de huizen in de omgeving zien we dat Sri Lanka toch echt wel een arm land is. De dorpjes zijn meestal niet meer dan een paar houten hutjes of vervallen huisjes aan de rand van de weg, de kinderen spelen in de berm en op de weg (wat wel eens tot een noodstop kan leiden), mooie auto’s zie je hier bijna niet, wel gammele vrachtwagentjes en tuk tuk’s. De school is net uit dus lopen er massa's schoolkinderen langs de weg. Ze dragen hier allemaal een schooluniform, overhemd met stropdas (ook de meisjes) en een lange broek of rok met sokken en schoenen. Allemaal in het wit! Ze lachen ons vriendelijk toe. Ze hebben stuk voor stuk lieve gezichtjes, prachtige donkere haren en blinkende oogjes. Wanneer we in Dambula aankomen, bezoeken we de rotstempel uit de 1e eeuw v.C. , waar in 5 grotten de wanden versierd zijn met boeddhistische muurschilderingen. Voordat we bij de eigenlijke grotten arriveren, zien we een enorme vergulde en verwaand kijkende Boeddha van 30m hoog. Deze tempel staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Om er te komen moeten we wel 364 treden omhoog want de grotten bevinden zich op de top van de heuvel. Eenmaal boven moeten de eventuele hoofddeksels af, schouders en knieën moeten bedekt worden en onze schoenen moeten uit. Het complex is enorm en het lijkt wel of de rots wordt gedragen door de witte gebouwen. We krijgen eerst weer een lange uitleg van Azar over het Hindoeïsme en Boeddha. We moeten letten op de voeten van de liggende Boeddhabeelden. Als ze precies evenwijdig zijn, betekent dat dat hij van een gelukzalige slaap geniet. Als ze een beetje uit elkaar staan, betekent dat dat hij dood is. Dan heeft hij eindelijk het nirwana bereikt, de laatste etappe van de reïncarnatiecyclus. Bij het binnengaan van de eerste grot lijkt het wel of je een fel gekleurde ruimte binnenstapt maar het zijn allemaal muurschilderingen van geblokte patronen. Hier deed Escher waarschijnlijk zijn inspiratie op. De fresco's kunnen me niet zo bekoren want vele zijn helaas behoorlijk beschadigd. Hier zien we een granieten Boeddha die uit de rots zelf is gehouwen. Zijn voeten zijn niet evenwijdig dus is hij dood. Grot twee, ook wel de gouden grot genoemd vanwege de met goud bedekte muren, is de grootste en ze is van een verbluffende schoonheid.

Buiten is er ondertussen een flink onweer losgebarsten en de regen guts naar beneden. We blijven dus nog even lekker binnen ook al is het hier pokke heet. Ik had halvelings verwacht dat het koel zou zijn in de grot maar niets is minder waar. Het zweet loopt over mijn rug. In het midden van de grot staat een kruik die het water opvangt dat onafgebroken, zomer en winter, naar beneden druppelt. Volgelingen zien dit als een bevestiging dat er bovennatuurlijke krachten zijn. De meeste fresco's dateren uit de 18de eeuw maar er werden er wel enkele vernieuwd. Het plafond is hier wel indrukwekkend beschilderd met honderden kleine Boeddha's en religieuze taferelen. Voor mij is dit de mooiste van allemaal. In de andere kleinere rotsen zien we opnieuw liggende Boeddha's maar ook nog veel kleinere Boeddhabeelden. Dit religieuze grottencomplex is indrukwekkend maar het is vooral de ligging ervan waar ik intens van geniet. Vanaf het terras hebben we een heel mooi uitzicht en in de verte zien we zelfs de rots van Sigiriya. Rond 5u rijden we verder naar het Rangini Dambulla Resort. De ingang is alvast veelbelovend. We worden alweer ontvangen met een welkomstdrankje en daarna worden we naar de tenten gebracht. Ja jullie lezen het goed, tenten maar dan wel van een ongelofelijke luxe voorzien. Het lijkt wel een bruidssuite. Onze tent heeft een harde vloer en de mooi uitgekozen meubeltjes passen perfect in het interieur. De stof van de tent is wit met allerlei sterretjes en in het midden van elke ster een spiegeltje, dat het licht weerkaatst.

Er staan twee ruime bedden en onze tentbungalow heeft zelfs een veranda met uitzicht op een prachtige tuin. We dineren in openlucht (gelukkig wel onder een afdakje) tussen het groen en genieten van het geluid van de krekels en de regen op het dak. Tot op heden is dit het lekkerste buffet - lekker spicy curries en heerlijke vis uit het meer.

 

dinsdag 1 december 2015

Negombo

Na een zalige maar iets te korte nachtrust gaan we ontbijten. Er is zowel Europees als Aziatisch buffet dus ik start met een portie noedels om de dag te beginnen. Om half 9 staat ons busje klaar en vertrekken we. Negombo, ook wel “Little Rome” genoemd, is van origine een vissersdorp. Ook nu nog leeft de stad op het ritme van de wind en de zee. Catamarans met roestbruine, rechthoekige zeilen dansen als vreemde vlinders op de golven van de Indische oceaan. Er liggen veel beach resorts langs het brede zandstrand, maar geen lelijke flatgebouwen die het landschap ontsieren. Hier en daar priemen Portugese kerken uit tussen de tropische begroeiing. Het zijn stuk voor stuk erfstukken uit de koloniale tijd. Het christendom is hier de belangrijkste godsdienst en dat heeft toch wel het uiterlijk van de stad bepaald. De kerken zijn geschilderd in allerlei pasteltinten die doen denken aan heerlijke ijssmaakjes zoal vanille, pistache en aardbei. Het is een vredige badplaats en het lijkt of hier geen onverdraagzaamheid bestaat. Een bezoekje aan een plaatselijke markt geeft mij altijd een instant vakantiegevoel. Ik hou van de geuren en kleuren, het is meestal broeierig en gezellig. De vismarkt in Negombo is de op één na grootste vismarkt van Sri Lanka en echt de moeite om te bezoeken. Ze wordt elke dag gehouden, behalve op zondag (het is en blijft een katholieke stad). Op deze markt wordt de dagelijkse vangst verkocht aan handelaars en bewoners.

Hier is het een drukte van jewelste en we kijken onze ogen uit. Op het strand liggen duizenden vissen te drogen in de zon. Kraaien hebben er de tijd van hun leven en azen op wat restjes. Mannen dragen manden met vis maar het zijn vooral de vrouwen die ze uitleggen om te drogen. Op andere plaatsen wordt de vis van ingewanden ontdaan en gewassen. De netten van de typische vissersbootjes worden schoongemaakt. Allemaal heel leuk om te zien maar het heeft wel één nadeel: het stinkt een beetje en het kan zelfs de meest hongerige zielen van hun eetlust beroven. We kuieren rustig rond en vooral ik geniet van de mensjes. Het verbaast me dat in deze Christelijke stad de vrouwen toch wel redelijk bloot rondlopen, zeker wanneer het de oudere generatie betreft. Maar hun algemene regel volgen ze wel - schouders en knieën zijn bedekt.

Plots worden we opgeschrikt door een explosie. Wat er de rede van is weten we niet echt maar de Sri Lankanen hebben de gewoonte om voetzoekers te laten ontploffen. In deze dagen van terreur zitten wij daar niet echt op te wachten maar zij scheppen er een ongelofelijk plezier in om ons te doen schrikken. Na de markt stoppen we nog even bij een plaatselijke apotheek om wat water te kopen. De deur wordt geopend door een uitgemergeld mannetje zonder tanden die ons vriendelijk begroet. Bijna zijn we Maria kwijt want de man vraagt haar vriendelijk of ze nog alleen is. Wanneer ze bevestigt, knipoogt hij veelbetekenend naar haar en zegt 'me too'. Mmmm toch maar niet - het is niet echt de plaatselijke Don Juan. Met de bus rijden we terug naar het hotel waar sommige onder ons de lokroep van het zwembad niet kunnen weerstaan. Veerle, Paul, Ria, Nadine en ikzelf trekken het dorp in op zoek naar leuke tafereeltjes. Hier zie je de gekste dingen, zoals een kreupele die op zijn achterwerk de straat probeert over te steken! Er wordt geen hulp geboden maar de chauffeurs houden wel in en rijden voorzichtig rondom de man, net zoals ze dat zouden doen voor een heilige koe of een straathond.

Via het strand wandelen we terug naar het hotel. Om de haverklap worden we aangeklampt door verkopers die zelfs een mondje Nederlands praten. We kunnen ook de catamarans van heel dichtbij bewonderen. De prachtige kleuren van de zeilen steken mooi af tegen de blauwe lucht. Het water van de oceaan is zalig warm maar vormt toch een frisse afwisseling met de ondertussen opgelopen temperatuur van over de 35 graden. We lunchen in het hotel - opnieuw buffet - niet goed voor onze lijn. Er komt wat wind op dus vrezen we dat er ook snel regen zal volgen. Om 3u staat iedereen klaar om opnieuw te vertrekken. We maken een bootexcursie over de Dutch Canals. De omgeving is hier echt adembenemend mooi. Alle schakeringen groen kleuren het landschap afgewisseld met hier en daar wat fellere kleuren van de bootjes die in het water ronddobberen.

Per 5 nemen we plaats in een overdekt motorbootje. In de 17e eeuw legden de Hollanders een 120 km lang kanaal aan van Colombo naar Puttalam. Het kanaal loopt bij Negombo door een mooi moerasachtig gebied en omvat een afwisseling van natuurreservaten, met typische fauna en flora van de streek. We varen langs kokospalmen en bananenbomen en we zien allerlei vogels; reigers, waterhoenen, aalscholvers, ijsvogels en kleine felgekleurde bijeneters. In de mangroven, tussen de waterlelies en waterhyacinten zien we zelfs een varaan en in de bomen aan de oevers zitten er wat aapjes van hun maaltijd te genieten.

Wanneer we bij de lagune in het Negombo meer aankomen, begint het jammer genoeg te druppelen. We varen terug naar ons beginpunt en nemen de bus naar het hotel. Onderweg passeren we een heel speciaal kerkhof, gelegen op een heuvel. De graven hebben hier geen zerk maar vóór elk kruisje zien we een heuveltje, net of de doden gewoon met een beetje zand werden bedekt. Wel een beetje luguber. Nog even de bus uit om een fotoke te nemen. Onze gids vindt het maar bizar dat we foto's van een kerkhof willen nemen en maakt er een spelletje van. Telkens we een kerkhof passeren roept hij 'on s'arrête?'. 's Avonds dineren we opnieuw in het hotel en het is weer heel erg lekker. Als dessert is er bakbanaan met vanille saus! Ik ben in mijn nopjes :-)

 

maandag 30 november 2015

Doha - Colombo - Negombo

De ochtend valt in Doha en ik besluit even te checken of de gate niet gewijzigd is. Wanneer ik de quiet room verlaat, merk ik dat er op de deur in sierlijke letters geschreven staat 'Men's quiet room'. Het begint me te dagen waarom ik gisteren avond zo werd aangestaard. Even verder op zie ik een glazen deur met daarop 'womans quiet room'. Waarschijnlijk was ik gisteren te moe om dit op te merken. Ik kijk me de ogen uit want plots rijzen ze als paddenstoelen uit de grond, vrouwen volledig in zwarte boerka's gehuld met enkel de ogen zichtbaar en mannen in witte lange kledij met dito tulband. In deze feeërieke setting, lijkt het wel Alladin in het echt. Ik ben blij dat de nacht voorbij is en dat ik mijn reis eindelijk kan verder zetten. Aan de gate zet ik me strategisch aan het raam, waar de zon me kan opwarmen want de airco van vannacht heeft er voor gezorgd dat ik helemaal verkleumd ben. Om 8u15 stijgen we op voor een vlucht van 4,5 uur. We krijgen heerlijke appel pannenkoekjes voor ontbijt. Het vliegtuig is maar voor de helft gevuld waardoor ik me languit kan leggen en toch een beetje slaap kan inhalen. Aankomst in de luchthaven van Colombo om 15u10 plaatselijke tijd. Van zodra de deuren van het vliegtuig open gaan, komt de vochtige warmte me tegemoet. Mijn eerste dag en ik heb al onmiddellijk het gevoel 'ik ben weer thuis'. Benieuwd wat de komende dagen gaan brengen. Ik ben helemaal klaar om me volledig onder te dompelen in mijn geliefde Azië. De rest van de groep zou 10 min na mij landen maar ik zie op de borden hun vluchtnummer al staan. Blijkbaar hebben zij bagageband 5. Ik moet naar bagageband 3 maar dien eerst de douane te passeren. De lieve man stuurt me terug want ik moet eerst een formuliertje invullen. Nadien is de wachtrij heel erg lang en dien ik ook nog eens tot de allerlaatste passagiers te wachten voor mijn koffer op de band verschijnt. Ik verwacht halvelings dat ze me in de aankomsthal zullen opwachten maar ik zie niemand. Dan maar alvast wat geld wisselen. Na een half uurtje ga ik toch maar eens naar de info balie om te vragen of ze al geland zijn. De bediende knikt heel beslist van ja. Mijn telefoontjes blijven echter onbeantwoord dus besluit ik maar een taxi te nemen naar het hotel Catamaran Beach aan het strand van Negombo. Het wegennet is tweetalig bewegwijzerd, in het sierlijke Singalees en in het Engels. Het linksrijdende, chaotische verkeer, de riksja's die hier threewheeler genoemd worden, de trucks en de bussen van het postkoloniale tijdperk doen een beetje denken aan Indië maar gelukkig zijn de mensen hier helemaal anders. Dat merk ik meteen wanneer ik in het hotel aankom. Ik word begroet met een vriendelijk "Ayubowan”, wat goedendag betekent en krijg prompt een zoet welkomstdrankje. Wat blijkt ... mijn medereizigers zijn helemaal nog niet gearriveerd. Mijn schuldgevoel steekt de kop op want wat als ze nu wel ergens op mij stonden te wachten? Kan het moeilijk geloven want ben de aankomsthal wel 5 keer rondgewandeld. De hotelbediende besluit onze gids te bellen. Ik krijg een goed Frans sprekende man aan de telefoon die me vertelt dat hun vlucht twee uur vertraging heeft. Hij zorgt er wel voor dat ik alvast mijn kamer krijg. Na de lange en vermoeiende reis geen overbodige luxe.

Het kamertje is niet erg ruim en ruikt een beetje verduft maar er is airco. Ik ben net op tijd binnen want daar is de regen al. Het is eigenlijk net als in Ierland; om een groen eiland groen te houden, heb je regen nodig, véél regen. En die valt dan ook rijkelijk, wanneer ik me op het, gelukkig overdekte, terrasje van de kamer neervlij. Het ziet er uit als Blankenberge op een stormachtige herfstdag als je even de heen en weer zwaaiende palmbomen vergeet, alsook de zalige temperatuur van 30°C en de warme regen die zich verticaal naar beneden stort. De inwoners kijken er niet van op maar ik had toch liever die mooie blauwe luchten van uit de reclamefolders gezien. Ach ja, dat komt wel zeker? Ik wacht mijn medereizigers op in de broeierig hete lobby want ondertussen is de avond al gevallen en zijn de muggen op zoek naar zoet bloed. De Sri Lankaanse bediende snelt me ter hulp en plant een grote ventilator voor mijn neus. Op de muren zie ik vanuit mijn ooghoek af en toe een gekko passeren. Twee uur later dan verwacht arriveren mijn medereizigers uiteindelijk in Catamaran Beach. Ook de stem aan de telefoon krijgt een gezicht. De gids ziet er een toffe jonge kerel uit die ons alvast een eerste briefing geeft voor morgen. Ik deel de kamer met Ria en er is een onmiddellijke klik. Het lijkt of we elkaar al jaren kennen. Afspraken hoeven niet, de onuitgesproken regels marcheren vanzelf. Iedereen krijgt nog even de tijd om zich wat op te frissen en rond acht uur gaan we aan tafel. We genieten van een diner in buffetvorm. Suzy en mijn roommate Ria zijn beide jarig en trakteren met het drinken deze avond. Rond 10u slaat de vermoeidheid genadeloos toe en wat is er beter dan een goede nachtrust om onze totaal door elkaar gehusselde biologische klok weer te herstellen? De gids verzekert ons dat we morgen tot een uur of vijf geen regen zullen hebben. Daarom willen we vroeg vertrekken en wordt de wekker gezet op 7u.

 

zondag 29 november 2015

Brussel - Doha

We houden allemaal van reizen, toch? En de voorpret is misschien wel het allerleukste. Waar ga je heen, wat ga je doen, wat wil je zien? Ik heb lang moeten wachten om aan die voorbereidingen te kunnen beginnen omdat ik nog niet wist of mijn Koning Aap reis al dan niet door zou kunnen gaan. Midden oktober lieten ze me weten dat zowel Thailand als Cambodja niet zou lukken vanwege te weinig deelnemers. Vandaag kan ik gelukkig toch ons koude landje even verlaten en van het zonnetje gaan genieten. Even ontsnappen uit het stressy leven van elke dag. Kompas had nog een plaatsje vrij op hun Sri Lanka reis – ook wel de groene parel van de Indische oceaan, het eiland van de Goden en het wonder van Azië genoemd. Geen enkele andere plek kreeg zulke prachtige bijnamen als Sri Lanka. Meer nog, Sri Lanka betekent zelfs ‘mooi land’ en sommige legendes beschouwen Sri Lanka zelfs als de plek waar ooit het aards paradijs lag. Reden genoeg dus om dit eiland te gaan verkennen. Ik neem wel een andere vlucht dan de rest van mijn medereizigers omdat ik toch Qatar Airways verkies boven Turkish Airways. Martha, een BASF collega staat net op hetzelfde moment als ik aan de incheck balie. Zij vliegt met dezelfde vlucht naar Doha om van daaruit naar Thailand door te vliegen. Wat blijkt nu, we zitten ook nog eens op dezelfde rij. Toeval bestaat zeker? Om kwart over drie stipt stijgen we op. Het stoeltje naast mij blijft leeg dus kan ik onverwachts toch aan het gangpad zitten. Na het eten is het tijd voor een filmpje en daarna sluit ik toch maar even de ogen. Na een vlucht van 6u arriveer ik in Doha waar me een transit van bijna 8 uur te wachten staat. Gelukkig hebben Martha en haar man nog twee uurtjes dus we gaan samen iets drinken. Wanneer ze naar hun gate vertrekken, ga ik wat window shoppen.

In de transithal merk je onmiddellijk dat je in een dure golfstaat zit. Hier is water dubbel zo duur als benzine. De luchthaven van Doha, de hoofdstad van Qatar is immens en oogt heel sjeik. Porsches, diamanten, de allernieuwste camera's en nog veel meer luxe in de belastingvrije winkels. Centraal punt is een grote hal met daarin een reusachtige gele beer. Van daaruit zijn er 4 assen, naar de 4 verschillende gates met talrijke winkels die hier midden in de nacht allemaal open blijven.

Ik dacht hier heel veel vrouwen in boerka te zien maar dat valt eigenlijk wel mee. De Arabieren die er rond lopen zien er wel allemaal uit als rijke oliesjeiks. In afwachting van mijn vlucht, trek ik naar de quiet room waar het lekker rustig is en ik me languit kan leggen in de comfortabele zetels. Ik word een beetje aangestaard door de mannen die er liggen te rusten maar besluit me daar niets van aan te trekken en vlij me neer in de confortabele zetels. Er is slechts één minpuntje ... de airco blaast je bijna uit je sokken :-(

 

zondag 15 november 2015

Weekendje Deudesfeld 13-15/11

Zoals ieder jaar vertrekken we om half 10 richting Duitsland. Bij het wegrestaurant van Barchon komen we bij elkaar en dan trekken we richting Daun. Het kleine stadje heeft een paar leuke winkeltjes maar dat is voor later. Eerst zoeken we een gezellig restaurantje. We zijn met 17 dus de groep splits zich in twee - enkele gaan voor de oerdegelijke Duitse keuken en de andere groep zoekt een Italiaans restaurantje op. Na een overheerlijke pasta is het even shopping time in de regen want ondertussen valt het water met bakken uit de hemel. What else is new? We houden het dan ook snel voor bekeken en rijden al rond 4u naar het hotel in Deudesfeld. Sylvie en Arthur zijn al gearriveerd. We worden ontvangen door een streng uitziende dame die ons kort maar kordaat toespreekt in een Duits dialect waar niemand iets van begrijpt. Ze staat blijkbaar alleen voor zowel onthaal als bar. Kamer 25 ligt op de bovenste verdieping en na wat gemor van Liliane ontdekken we een groot appartement met keuken, aparte slaapkamer, grote badkamer, living en zelfs een dressing. Dat valt dus al reuze mee. Na het uitpakken trekken we naar de bar. Het is een typische Duitse bierstübe en er heerst een gezellige Antwaarpse drukte. We zijn namelijk niet de enige Antwerpenaren die hier zijn neergestreken. Op de kaart gin tonic voor 3 euro dus daar wordt gretig van geprofiteerd. Ik ga voor hot Peach ... mmm niet zo een goede keuze want al na 10 min stijgt de alcohol me naar het hoofd. Eigenlijk is het ook helemaal niet zo lekker. De achtergrondgeluiden galmen me in de oren en mijn ogen prikken van de rook. Hier mag er namelijk nog steeds gerookt worden, wat naar ons gevoel een nadeel is. Rond half 7 mogen we aan tafel. Even is er verwarring want Loco, de hond van Sylvie mag niet mee de eetzaal in. Na wat over en weer gepraat mag het uitzonderlijk deze avond toch. Eerst een lekker preisoepje en daarna buffet met redelijk wat keuze. Het dessert is een koude pannenkoek met een soort bessen confituur en slagroom. Na het diner mogen we gelukkig nog wat napraten in de eetzaal waar het aanzienlijk rustiger is dan in het café. Rond 10u kruip ik onder de wol maar merk al snel dat onze kamer niet echt ideaal is. De ramen sluiten niet goed af en de koude lucht blaast me rond de oren. Ik probeer me volledig in mijn dons te wikkelen maar dan krijg ik het benauwd. Pyama uit en muts op - zo haal ik ten minste nog wat slaap in.
's Morgens smokkelt Sylvie Loco binnen in de eetzaal en we ontbijten met lekkere pistolets en spek met eieren. De sfeer is redelijk bedrukt nadat Greta ons heeft ingelicht over de verschillende bomaanslagen in Parijs. De verslagenheid is groot. Hoe onmenselijk, hoe laf kan je zijn om mensen die ongewapend zijn van het leven te beroven? Tijd om ons hoofd opnieuw leeg te maken dus beginnen we aan onze 'Wasser' wandeling. De omgeving is prachtig maar heel heuvelachtig, dus dat betekent klimmen. Arthur dartelt als een jonge berggeit op en af de berg alsof het niks is maar wij trappen toch regelmatig op onze adem. Niets beter dan even te stoppen en een lekker jeneverke te drinken met een zelfgemaakt koekje er bij.
Na 1,5 uur kunnen we terug dalen en net voor de regen opnieuw van de partij is, bereiken we ons hotel. De lunch wordt opgediend, lekkere knackworsten en allerhande charcuterie met ovenverse broodjes. Na de middag blijft een deel in het hotel maar ondanks de regen wil ik toch liever terug wat frisse lucht. We nemen de wagen tot aan het meer en beginnen aan een prachtige wandeling langs het water. Aanvankelijk belemmert het hoge riet het zicht op het meer maar wanneer het zich eindelijk aan ons toont, genieten we met volle teugen van de rust die hier heerst. De regen is gestopt dus de paraplu's kunnen weer dicht. Het Meerfelder Meer is tussen de 80.000 en 30.000 jaar geleden ontstaan door een ondergrondse explosie, waarbij heet opstijgend magma in contact kwam met grote hoeveelheden water. Door de explosie is een krater ontstaan die zich nadien vulde met regenwater. Omdat de bodem van het ontstane meer, bestaand uit stollingsgesteente ondoordringbaar is, blijft het water erin staan. Aan appels geen gebrek hier. Het wandelpad is ermee bezaaid en we moeten opletten waar we onze voeten zetten.
Her en der zwemmen waterkoeten tussen de vele planten. Gepassioneerde vissers dobberen in hun kleine bootjes en wachten geduldig tot de vis bijt. Dit alles in een adembenemend decor van bossen, appelbomen en groene velden. De mistsluiers boven het water geven de omgeving een mystieke sfeer. We geraken niet uitgekeken op de mooie natuur hier en maken ons de bedenking dat het echt jammer is dat de anderen er niet bij zijn. Iedereen is het er over eens dat de omgeving hier veel mooier is dan onze normale stek in Gransdorf.
Na de wandeling bezoeken we het NaturPurHotel Maarblick met zoals de naam doet vermoeden, zicht op het meer. De toog met lekkere taarten is aanlokkelijk en onweerstaanbaar voor enkele van ons. Ja inderdaad ik ben één van hen. De rode vruchtentaart is heerlijk. Net niet te zoet en ze ziet er ook prachtig uit. Stilletjes dromen we van een vakantie op deze super leuke locatie ook al is de prijs iets hoger dan we gewend zijn. Dit is dan ook luxe met de grote L. De wellness hier zou ook een aanrader zijn maar daar hebben we jammer genoeg geen tijd voor. Terug in het hotel staat het avondmaal alweer klaar. Onze garçon doet me een beetje denken aan Mr Bean, even schattig maar gelukkig niet zo klunzig. Gezwind brengt hij alle drankjes op tafel. Een Antwerpse troela maakt heel arrogant een opmerking dat ze allergisch is voor honden, waarschijnlijk met Loco in het achterhoofd. Het lieve beestje ligt echter muisstil onder tafel en doet geen vlieg kwaad. We sturen haar een boze blik maar het lijkt haar niet te deren. Deze keer krijgen we een groentesoepje, gevolgd door een lekkere pittige goulash met frietjes. De rest van het buffet laat ik aan me voorbij gaan want de grens van genieten en overeten is snel overschreden. Het dessert bestaat uit een ijsstronk met slagroom. Arthur, de masseur van dienst, gaat van rug tot rug en schudt onze spieren los alsof het een professional is. Ondertussen proberen ze me hier weer aan de man te brengen maar ik ben blijkbaar te kieskeurig (lees: lastig volgens Grisjo). Na het eten wordt er gekegeld beneden in de kelder van het hotel. Arthur is helemaal in z'n element en doet het niet slecht maar de strijd wordt uiteindelijk gestreden tussen Jeanke en mezelf. We staan beiden op 61 en strijden om de titel. De stress neemt toe en de eerste worp die ik doe, eindigt in de goot. Daardoor wordt het een nipt verlies met slechts één puntje. Jeanke eindigt op 68 en ik op 67. Volgend jaar revanche! Moe kruipen we in ons bedje.
De volgende ochtend heeft het herfstweer toegeslagen want er is verschrikkelijk veel wind en die wordt vergezeld van regen. We gaan dus rustig ontbijten en pakken daarna de koffers. Sylvie en Arthur rijden al huiswaarts en de dames blijven rustig in de bierstübe wat lezen maar Ik ben gekomen om te wandelen dus ik ben bereid het weer te trotseren en opnieuw de wandelschoenen aan te trekken. Wanneer we buiten komen is de regen gelukkig gestopt en er staat zelfs een flauw zonnetje aan de hemel. Grisjo, Jan, Inge, Thomas en ikzelf trekken achter het hotel de berg op en het bos in. Het lijkt wel of we zijn hier alleen op de wereld. Die rust, die stilte, die gezonde berglucht, het doet echt deugd om ons hoofd nog een laatste keer volledig leeg te maken. Wanneer we het bos uitkomen, wandelen we hoog boven het dorp via een klein weggetje, over een uitgestrekte wei waar hertjes hevig in het rond springen. Even de weg over en dan opnieuw het bos in.
Via een laan vol appelbomen, arriveren we bij vier rustig grazende koeien. Door hun lange wimpers, houden ze ons in de gaten. Bij deze schattige viervoeters nemen we even de tijd voor een borreltje en een koekje. We zetten onze wandeling verder maar komen aan een ketting waarop staat dat we bij privaat terrein zijn beland en dat we niet verder mogen. Terug wandelen vinden we geen optie dus nemen we een short cut stijl de helling af tussen hoog gras, onkruid en een stekelig plantje dat me de rest van de namiddag parten zal spelen. Zijn nijdige stekeltjes hebben mijn hand geraakt en het jeukt verschrikkelijk. Terug in het hotel krijgen we nog een uitgebreide warme drie gangen lunch. Daarna is het tijd om af te rekenen. Onbegrijpelijk hoe ze het kunnen doen voor 51 euro pp/dag volpension! We nemen afscheid van elkaar en rijden opnieuw richting Antwerpen.