vrijdag 3 juni 2022

Birgu - Vittoriosa

Na een heerlijke, koele nacht deze keer, trekken we naar het ontbijt. Er is opnieuw geen wolkje aan de hemel en op dit vroege uur is het al heel erg warm.


We zetten ons op het terras bij het zwembad en genieten van een lekker croissantje en nemen daarna opnieuw de Ferry naar Valletta. Van daar doorkruisen we de stad richting Upper Barrakka Gardens. Hier op het hoogste punt nemen we de lift die pendelt tussen de bovenstad en de grote haven beneden. Hij is maar liefst 58 meter hoog en biedt behalve een unieke ervaring ook een handige manier om naar de waterkant af te dalen. De lift ging in 2012 officieel in gebruik en zorgt ervoor dat er maar liefst 21 passagiers gelijktijdig naar boven of beneden kunnen worden gebracht. Handig toch? Bovendien kost ons een retour ticketje slechts 1,5 Euro per persoon. Daar kunnen we onze oude knoken niet voor belasten!


Aan de overkant van de Grand Habour liggen de ‘3 cities’. Drie historische pareltjes verspreid over twee smalle schiereilanden. We maken de overtocht met een dgħajsa, een traditionele watertaxi die iets weg heeft van een gondel. In de paar minuten die de overtocht duurt, draait mijn camera overuren, zo prachtig is het hier. Wij steken in een rechte lijn door naar Vittoriosa, wat ook wel bekend staat als Birgu, de originele thuisbasis van de Maltezerorde. 


We komen voorbij de St. Lawrence kerk die gebouwd werd tussen 1681 en 1697. Het is een mooi voorbeeld van de Romaanse barokstijl. Ze is, wat hadden jullie gedacht, gesloten. Maar het Parish Museum is wel open. Initieel zijn we gewoon blij dat we even aan de hete zon kunnen ontsnappen maar eenmaal binnen ontmoeten we een gepassioneerde vrijwilliger die ons met plezier te woord staat. We krijgen een meer dan duidelijke uitleg over het bombardement op de oude klokkentoren en kerk tijdens de tweede Wereldoorlog, de historie van de stad en hij toont ons allerlei belangrijke items. Hier wordt de hoed en het zwaard van Jean de Vallette bewaard. De man is echt blij dat we aandachtig luisteren. Omdat we ook een donatie in zijn potje steken, worden we overladen met brochures over alle bezienswaardigheden van de stad.


In de vroeg moderne periode kon je in Europa en Zuid-Amerika veel paleizen vinden maar nu is het Paleis van de Inquisitie in het hart van Vittoriosa één van de laatst overgebleven voorbeelden dat toegankelijk is voor het publiek. Het is een architecturaal hoogstandje maar een beetje in verval. Ze zijn er aan het werken en wat er in het museum te zien is, valt wat tegen. Maar niet getreurd, het stadje zelf is wel mooi. Vooral de huizen met de kalkstenen gevels vol klimplanten kunnen ons wel bekoren. Op het marktplein is er een Belgische bistro. Niet dat we daar nu persé willen zijn maar t’is wel leuk om weten.

Via de haven wandelen we naar het uiteinde van het schiereiland. Zo komen we bij Fort Saint Angelo dat gebouwd werd bovenop een voormalige Romeinse versterking. Dit fort speelde een grote rol in het militaire verleden van Malta. Binnenin is er een museum en vanop het fort hebben we een geweldig uitzicht over Valletta.

Op een gezellig pleintje is er een inham met een fonteintje en veel planten. Wanneer ik me op het bankje wil zetten, schuif ik uit. De grond is er bezaaid met groene aanslag en het is er nat. Resultaat: mijn lichtblauwe kleedje heeft een grasgroene plek achteraan. Op zoek dus naar een toilet waar er gelukkig veel zeep is en ik vakkundig alles kan uitwassen. Door het zonnetje is alles in no time terug droog.


We dalen terug af naar de haven en verbazen ons over de immense zeiljachten die hier liggen. Eentje kreeg de naam Playmobil, maar het is alles behalve een speelgoedbootje. Er ligt zelfs een vijfmaster voor anker. Op de rotsen waarop het fort gebouwd is, ligt een eenzame vrouw te zonnen. Er zijn betere plekken denk ik maar in een drukke stad is dit het enige alternatief voor een prachtig zandstrand.


Samen eten verbindt en vooral in deze tijd is dat iets heel waardevols. We kiezen onze restaurantjes dus altijd zorgvuldig uit. In de haven is het druk en alle terrassen liggen in de blakende zon. Bovendien staan er overal parasols waaronder de warmte blijft hangen. We wandelen dus terug naar het dorpsplein en zetten ons in een zijstraatje in de schaduw bij Restaurant D Centre. We besluiten allebei dat het tijd is voor één van de lokale specialiteiten: een snoezelig, doch een reeds overleden Maltees konijn, Fenek. In elk lokaal restaurant kan je deze lekkernij bestellen en het is een absolute aanrader. De traditionele Maltese keuken is vrij eenvoudig. Kenmerkend zijn de veel pure ingrediënten en dat maakt de smaak uniek, want die versheid proef je direct. 


Terug aan de overkant zijn we net op tijd voor de Saluting Battery. We zetten ons op de eerste rij en enkele minuten later weerklinkt het schot. We gaan daarna op zoek naar Amorino, een heerlijk adresje als je net als ons verzot bent op lekker ijs. Alleen het uitzoeken van een smaakje is al een feest. Naast veel fruitige smaken zoals aardbei, mango, banaan en kers, vind je ook stracciatella, speculaas en amaretto. Zeg nu zelf, wat is er lekkerder dan een ijsje op een snikhete dag als vandaag.


Terug in het hotel, gaan we nog even aan de rand van het zwembad zitten en steken we onze vermoeide voetjes in het frisse water. Heerlijk om zo bij de ondergaande zon, de dag af te sluiten. 


donderdag 2 juni 2022

Valletta

Na een onrustige, hete nacht, worden we badend in het zweet wakker. Geen fijn begin van de dag! We slenteren naar de ontbijtruimte van het hotel. Dit is niet inbegrepen maar voor slechts 9 euro mogen we onze voetjes onder tafel schuiven op het mooie terras. Na het ontbijt trekken we naar de receptie om te reclameren over de airco. Ondertussen was er een shift wissel en een vriendelijke dame staat ons te woord. Ze gaat opnieuw met ons mee naar boven en wat blijkt, de airco is verbonden met de deur. Van zodra er iemand buiten gaat, valt de airco uit. Dat gebeurde dus gisteren toen de man weer naar beneden ging. Probleem opgelost, hopen we.


Vandaag gaan we de kleinste hoofdstad van Europa bezoeken, mijn nieuwgierigheid is onmiddellijk getriggerd. Bij aankomst, nemen we de hop on bus die ons alvast een eerste indruk geeft van de stad. We worden vervolgens afgezet in het centrum. Valletta mag dan klein zijn maar wat is het hier prachtig. Er waait een warme zeebries en we koesteren de zon. We starten onze wandeling bij de bronzen Triton Fontein die in 1959 ontworpen werd door een plaatselijke kunstenaar met als doel het centrale busstation te verfraaien.


Van daaruit wandelen we doorheen een indrukwekkende stadspoort. Deze poort en de omliggende gebouwen zijn pas recent gebouwd door de Italiaanse architect Renzo Piano. Boven aan de trappen krijgen we al direct een prachtig uitzicht over de stad. Vele inwoners vinden het nieuwe parlementsgebouw dat deel uitmaakt van dit project maar niets en gaven het omwille van zijn vreemde vorm al snel een bijnaam, ‘de kaasrasp’. Het is echter een knap staaltje moderne architectuur dat in contrast staat met de rest van de stad.


We trekken het historische centrum in en het eerste wat opvalt zijn de mosterdgele huizen die bijna allemaal voorzien zijn van een kleurrijke veranda of balkonnetje. De straatjes zijn zo smal dat de bewoners van die huizen gemakkelijk een praatje kunnen slaan met de buurvrouw aan de andere kant. Er hangt een relaxte sfeer en het voelt niet als een metropool, eerder als een gezellig provinciestadje. Maar wel eentje dat heel voelbare historie ademt en ons bedwelmt door haar pracht en praal.


Via de Republic Street komen we bij de rooms-katholieke Santa Barbara kerk die gebouwd werd voor de Ridders van de Provence, die er hun religieuze diensten hielden. De kerk is de enige op Malta met een typische barokke koepel. Kerken zijn er echter in overvloed want enkele meters verder aan de andere kant zien we de Kerk van Sint Franciscus van Assisi. Malta is heel katholiek en het straatbeeld wordt gedomineerd door de vele kerken. Over het eiland verspreid zijn er 365, dus in principe zouden we elke dag het hele jaar door een kerk kunnen bezoeken. Van buiten zijn ze niet altijd bijzonder maar vanbinnen zouden ze zonder uitzondering indrukwekkend zijn. Jammer genoeg zijn beide kerken gesloten. Gelukkig is Valletta’s grootste trekpleister, de prachtig gedecoreerde, 16e-eeuwse Sint-John’s kathedraal wel open voor publiek. Wanneer we de kathedraal die beschouwd wordt als één van de mooiste van Europa en als één van de beste voorbeelden van hoog barokke architectuur betreden, zijn we diep onder de indruk. Hier zijn ze niet vies van een beetje kitsch. Er is zoveel pracht en praal dat we niet echt weten waar eerst te kijken. Ademloos staren we naar de zoldering die versierd is met prachtige schilderijen over het leven van Johannes de Doper. In de kapel zien we één van Caravaggio’s beroemdste schilderijen ‘De onthoofding van Johannes de Doper’. Nu weet ik wat Inge bedoelde met ‘je wordt in het schilderij gezogen’. Op foto’s niet zo indrukwekkend maar in real life dus wel.


De hitte is verzengend en we moeten dringend wat vocht opnemen. We zetten ons op een schaduwrijk terrasje en bestellen een fles water, tot ongenoegen van de ober die ons liever een plat du jour wil verkopen. We hebben echter onze zinnen gezet op een Italiaans restaurantje in Old Theatre Street. Dit nauwe en charmante achterstraatje laat ons teruggaan in de tijd. Theater was vroeger een voorrecht van de adel maar sinds de 17de en vroege 18de eeuw  begon dit te veranderen en werd deze vorm van vermaak ook iets voor het gewone volk. Hier bevindt zich het Theatru Manoel, één van de oudste theaterzalen in Europa. Het is tevens de thuisbasis van het Filharmonisch orkest van Malta. De buitenkant is in late renaissance stijl. 


Zero Sei staat hoog aangeschreven op tripadvisor en er zijn nog enkele tafeltjes vrij op het terrasje maar deze zijn gereserveerd zegt de ober. Na wat gepalaver mogen we toch gaan zitten. Vroeger was alles hier Italiaans en de Italiaanse keuken is dan ook overal vertegenwoordigd. De carbonara zou hier de beste keuze zijn volgens het bord aan de deur, maar daar hebben we beide geen zin in dus gaan we voor iets anders. De lasagne ziet er niet uit maar is volgen Tania wel super lekker. Ook mijn verse pasta is heerlijk! Hun Engels is trouwens ook perfect! Wanneer we na een goed uurtje afrekenen, heeft de ober al verschillende mensen weggestuurd maar de tafeltjes bleven wel leeg. Waarschijnlijk geen zin om te werken. 


Het St. George plein, ook gekend als het Paleisplein is het grootste en meest indrukwekkende plein van Valletta en het middelpunt van de stad. Aan alle zijden wordt het plein omringd door statige en indrukwekkende gebouwen. Eén ervan is het Grootmeesterspaleis, de plek waar de Maltese regering huist alsook het Casa Rocca Piccola, gebouwd ten tijde van de Ridders van St-Jan in 1580. Dit soort paleizen dienden als prestige objecten en hielpen Valletta om te kunnen wedijveren met steden als Parijs en Venetië. Het is al namiddag en alles is hier gesloten. Bovendien wordt het plein ontsierd door een groot podium waar binnen twee dagen een optreden plaatsvindt van de 3 tenoren. 


Wanneer we onderweg een bakkertje tegenkomen, vraag ik de verkoper nieuwsgierig naar de Maltese specialiteit ‘Imqaret’, broodjes gevuld met dadels. Hij heeft er jammer genoeg geen meer op voorraad maar niet getreurd, hij geeft me iets anders om te proeven: een pasteitje met erwten en ohhhhh wat smaakt dat heerlijk. Bovendien moet ik het niet betalen. 


We komen bij de Lower Barrakka Gardens, een mooi parkje van waaruit we een prachtig uitzicht hebben over de 3 achterliggende steden. Het is een aangename plek om te vertoeven en te genieten van de omgeving. Het is ondertussen 16 u en dat treft want net onder de Upper Barrakka Gardens, waarop we van hieruit een mooi zicht hebben, bevindt zich de Saluting Battery, waarbij als traditie een kanonschot wordt gelost. Ik zie nog net een rookpluim opstijgen. 



Valletta rijst als een rots uit het diepe water.  In de verte zien we de breakwater brug en het Fort St. Elmo dat op het uiterste punt van het Sciberras schiereiland ligt en waakt over de twee havens langs beide kanten van deze landtong. We besluiten naar het hoogste punt te wandelen. De route door de kleine pittoreske straatjes is prachtig. Het zonnetje strijkt langs de gevels en piept hier en daar net tussen 2 gebouwen door. Wat opvalt is dat er op elke straathoek een beeld van een heilige pronkt. De talloze Maria beeldjes, zijn stuk voor stuk juweeltjes. Stijlvol is een woord dat in me opkomt als we langzaam door de straatjes slenteren, stijlvol op een bijzondere manier. Deze stad ademt geschiedenis en het is fantastisch om de stad beetje bij beetje te ontdekken.


Het St. Peter en Paul Bastion werd gebouwd rond 1560. De ridders van destijds hadden natuurlijk ook de nodige ontspanning nodig. De Upper Barrakka Gardens moesten de plek worden om een beetje te chillen. De tuin is wat ons betreft niet zo mooi als die van de Lower Barrakka Gardens. De fontein werkt niet en het geheel mist wat kleur.


Valletta is geweldig maar onze wandeling gaat wel gepaard met veel stijgen en dalen, de straten zijn echte kuitenbijters die ons regelmatig doen stilstaan om even rond te kijken. Oude spieren vergen meer recup dus ploffen we af en toe neer op een terrasje. We besluiten het lokale drankje, de Kinnie, eens te proberen. Het Maltees drankje is een zoet-kruidige koolzuurhoudende frisdrank gemaakt van kruiden en een extract van zure sinaasappels. Het smaakt bitter en wij vinden het helemaal niet lekker.  Het belandt dan ook in de struiken. 


Omdat Malta ooit een Britse kolonie was, wordt het kleine eiland tijdens de zomermaanden meestal overspoeld door Britse toeristen en uit ervaring weet ik dat dat geen cadeau is. Elizabeth zit dit jaar 70 jaar op de troon en dat wordt in Groot Brittannië gevierd. De feestelijkheden starten vandaag en gaan nog een weekje door. We rekenen dus op het patriottisme van de Britten.


Rond 6 uur hangt de tong op onze tenen en vinden we het welletjes geweest. We hebben onze hop on bus naar de haven gemist dus moeten we dat laatste stukje ook te voet. Hierbij lopen we een beetje verloren en iedereen die we de weg vragen, moet ons het antwoord schuldig blijven. Het duurt even alvorens we op de goede weg zijn. Ach, die extra kilometertjes kunnen er ook nog wel bij. 


Terug in Sliema starten we onze klim naar het hotel. En halleluja,  bij aankomst werkt de airco! 


woensdag 1 juni 2022

Slieda

Eindelijk vakantie! We trekken vandaag naar Malta, een dwergstaat die bestaat uit drie eilanden. Sinds 1974 is het een zelfstandige republiek. Het ligt in de Middellandse zee ten zuiden van Italië en was in 2018 culturele hoofdstad van Europa. De eilandengroep is door haar centrale ligging altijd van strategisch belang geweest. Een hoop veroveraars zette hier voet aan wal, wat tot een mix van Europese, Mediterrane en Arabische invloeden leidt die zowel in de architectuur, de keuken als de taal terugkeert. In 2004 werd Malta lid van de EU dus geen rompslomp met betalen – dat kan hier gewoon in Euro.


We zijn redelijk vroeg op de luchthaven maar onze vlucht heeft een half uur vertraging. Wanneer we eindelijk vertrekken, gaat het vlot, te meer omdat we een praatzieke man naast ons hebben die honderduit vertelt over het eiland dat we weldra gaan bezoeken. Hij heeft er een huis en gaat geregeld over en weer. Tania krijgt al den bibber wanneer de man over het hectische verkeer begint te praten. ‘Ze rijden daar als zotten’, zegt hij. Ik blijf er nog even rustig onder, we zien wel. De eerste 2 dagen doen we sowieso met het openbaar vervoer.


Wie met het vliegtuig komt, kan tijdens de dag in één oogopslag het hele land overzien maar wanneer wij op Malta landen is het al bijna middernacht.  We zijn dan ook blij dat we vooraf een taxi geboekt hebben die ons naar ons hotel zal brengen. Een shuttle bus zet ons af in de aankomsthal en na een kwartiertje wachten, rollen onze koffers over de bagageband en kunnen we richting de uitgang lopen. De temperatuur is nog heerlijk warm, maar liefst 25 graden, dat belooft voor morgen! Een goed Engelssprekende man, genaamd James, staat ons al op te wachten met een bordje in de hand. “Mrs. Stiphout en Mrs. Thys worden verwacht”! Overal langs de weg zien we bordjes met ‘speed kills’ maar daar heeft de man geen oren naar, hij rijdt als een gek. Witte lijnen en snelheidsbeperkingen gelden niet voor hem. We zijn dan ook blij wanneer we de straat van ons hotel inrijden. 


Het Palazzo Violetta Boutique Hotel ligt in Sliema op ongeveer een half uurtje rijden van de luchthaven.  Bij aankomst worden we, ondanks het late uur, hartelijk ontvangen. We worden naar onze kamer gebracht en deze is ruim en netjes maar het is er pokkeheet en de airco werkt niet. Terug naar beneden dus om te reclameren. De man gaat mee terug naar boven en wonder boven wonder de airco schiet in gang. Eenmaal terug onder ons, valt de airco opnieuw uit. We zijn te moe om er ons druk over te maken. We gaan dus een warme nacht in ….


zaterdag 21 mei 2022

Dagje Leuven

Leuven heeft deze maand een tour met geluidskunst, onder de naam Hear Here dus besluiten we om dit te combineren met een wandeling door de stad, de leukste manier om op ontdekking te gaan.  Elke installatie gaat een akoestische dialoog aan met de architectuur en de omgeving. We parkeren de auto onder het Ladeuzeplein  en wandelen in de richting van de Petatemet, Leuvens voor aardappelmarkt. In de straatjes rond het kleine pleintje staan echt prachtige huizen. Even verder zien we voor het eerst de Dijle met de indrukwekkende Sint Geertruikerk op de achtergrond. Over het water liggen enkele loopbrugjes.


Voorbij de huizenrij, komen we via een steegje uit bij het klein begijnhof. Klein is het inderdaad want eigenlijk is het maar één straat. Het ontstond in de 13de eeuw maar de huidige huizen dateren uit de 17de eeuw. De blauwe lucht verraadt dat het een prachtige dag wordt, al is het nu nog een beetje fris. Heel even voelen we ons alleen op de wereld, ver weg van het drukke centrum. Even op de pauze knop drukken, is een vorm van eigenliefde. 


We steken de vismarkt over en gaan op zoek naar het Italiaanse restaurant Zoff in de Mechelsestraat. We hebben niet gereserveerd maar gelukkig is er nog een plaatsje op het terras. We bestellen een glas wijn en een heerlijke pasta. Authenticiteit op het bord en in de beleving. We worden verrast door de eenvoud en de versheid van de ingrediënten. Even wanen we ons in Italië. Bovendien is  de bediening hier top. Een restaurant mag de lekkerste gerechten serveren, als er geen vriendelijke bediening of gezellige sfeer is, kom ik niet terug. Maar hierover hebben we dus niets te klagen. Aan de overkant slaan we nog wat lekkers in bij het bijhorend Italiaanse winkeltje. Ja alles wat je eet en drinkt in het restaurant, kan je daar ook kopen. 


Met een gevulde maag trekken we verder langs het water naar een merkwaardig beeld van een soort nar. Wat een schattige uitstraling heeft het bronzen mannetje! Het valt ons op dat er hier, net als in Antwerpen, overal in de stad bouwwerven zijn. Het is een utopie dat de steden op een dag volledig af zullen zijn, geen kranen of hoogtewerkers meer aan de horizon, geen openliggende straten of drilboren die de stilte verstoren. Een stad is echter nooit voltooid. Hier hebben ze dat goed begrepen, Leuven is een fietsstad en we moeten dus niet enkel uitkijken dat we niet in een of andere put vallen, maar ook dat we niet van onze sokken gereden worden door een fiets of een step. Eerlijkheidshalve moet ik ook bekennen dat het niet helpt dat we de namiddag starten in een tipsy mood. Een glas wijn op nuchtere maag op een warme dag, geen goede combi.


Bij het Wagehuys stappen we even de binnentuin in om te genieten van de rust. Alle geluiden van de drukke stad verstommen en van hieruit hebben we een prachtig zicht op de kerk van Onze Lieve Vrouw ter Predikheren. Net om de hoek wandelen we door de Romaanse poort en dwalen wat door het vroegere klooster. Er ruisen geen zwarte habijten meer door de oude gangen. Ze zijn wel opgesmukt met vrouwentongen op de vensterbank maar zijn verlaten. 


De kruidtuin van Leuven is de oudste botanische tuin van België en wat een pareltje. We kuieren door dit prachtig stukje natuur, genietend van de bloemenpracht.


Mijn eerste reactie bij het horen van duizende zoemende bijen, is er eentje van het onmiddellijk op een lopen zetten maar we beseffen al snel dat we in de oranjerie opnieuw te maken hebben met een geluidsinstallatie van hear here. Het bestaat uit 250 kleine luidsprekertjes. Elke luidspreker speelt de klank af van één enkele vliegende bij. Swarm van Félix Blume, lijkt wel een zingend luchtkoor. Ik kan oprecht genieten van kleine dingen en op onverwachte momenten een klein gelukske beleven. Dit is er zo eentje. 


Wanneer we bij het Nachbar Huis de poort doorlopen komen we in een binnentuin terecht met een vervallen smeedijzeren galerij. Ondanks het verval is dit toch een uniek plekje. Leegstaande gebouwen hebben voor mij altijd een bepaalde schoonheid. We ruilen onze dikke trui voor een luchtig t-shirt want ondertussen staat de zon hoog aan de hemel.


We kunnen weer verder en komen bij het Groot Begijnhof, opnieuw een pittoresk plekje in de stad. De hobbelige kasseisteegjes, de serene rust, het groen, de conventhuisjes en de prachtige doorkijkjes met zicht op de Dijle die hier geruisloos doorheen vloeit, maakt ons melancholisch. Hier zouden we nog wel een tijdje kunnen blijven, maar we hebben dorst gekregen en gaan op zoek naar een cafeetje. Op een gezellig pleintje, omgedoopt tot de Plaza del Sol ploffen we neer op het terras en bestellen een liter water. Ons vochtgehalte moet dringend bijgevuld worden. 


Bij de ronde Kadoc kapel betreden we de installatie van de Franse kunstenaar Céleste Boursier-Mougenot. In de ruimte bevindt zich een rond waterbad met daarin drijvende witte porseleinen schalen. Deze bewegen door middel van een verborgen pomp. Het botsen van de schalen zorgt voor een rustgevend geluid dat ons bijna in een meditatieve staat brengt. We luisteren in stilte en genieten, in tegenstelling tot enkele dames die het nodig vinden luidop commentaar te geven. Zij hebben het niet begrepen denken we.


Op de Grote Markt sta ik versteld van de prachtige gebouwen die hier staan. Wat mij betreft, met stip het mooiste stadhuis dat ik ooit zag. Het is een pareltje van Brabantse laatgotiek, mijn absolute favoriete bouwstijl. Dit is duidelijk het toeristische hart van Leuven want alle terrasjes zitten hier overvol. Toch kunnen we nog een plekje in de zon vinden bij Sweet Coffee. Hier sluiten we onze prachtige culturele dag in Leuven af met een heerlijk taartje. Het huisgemaakte gebak is bijzonder lekker. Ik ben echt verslaafd aan carrot cake en deze is de stop meer dan waard. Ons dagje Leuven was goed gevuld en we deden maar liefst 16000 stappen! 




zondag 8 mei 2022

Dagje Breda

Breda is de shopping stad bij uitstek als ik naar Nederland trek. Bovendien is het er gezellig en levendig maar wat velen vergeten is dat deze Nassaustad ook tal van historische monumenten heeft. Vandaag laten we de winkels voor straks en trekken we onze stapschoenen aan voor een beetje cultuur en natuur. 

We starten daar waar ik mijn shoppingtrip meestal afsluit, namelijk aan de Grote Kerk op de Grote Markt. Dit voorbeeld van de Brabantse gotiek ben ik eigenlijk nog nooit binnengestapt. Hoog tijd dus! Het interieur is eerder sober te noemen maar de muur- en gewelfschilderingen getuigen van grote historische kunstwaarde. Opvallend zijn de kleine monumenten die tegen de wanden hangen. De houten koorbanken zijn uit de 15de eeuw en zijn mooi uitgesneden maar het zijn de vele graftombes die mijn aandacht trekken. De rijke stinkerds zijn allemaal begraven onder de kerk. Prins Willem Van Oranje wou hier ook begraven worden maar toen hij in 1584 stierf, werden de Nederlanden bezet door de Spanjaarden en die lieten dat niet toe. 


Bij het buitenkomen, wandelen we via de Havermarkt in de richting van het water. Voor ons duiken de twee zevenhoekige torens op van het Spanjaardsgat, een waterpoort en restant van een vesting die het kasteel van Breda moest beschermen.  Reeds in de 12de eeuw stond er hier een kasteel waar veel leden van het vorstenhuis woonden gedurende 150 jaar. Sinds 1828 huist hier de Koninklijke Militaire Academie.


In de vroegere kasteeltuin, nu het Valkenberg stadspark, brachten de kasteelbewoners graag hun vrije tijd door met valkenjacht. Vandaar dus de naam! In het park zitten veel Canadese ganzen en sommigen hebben kuikens dus het is toch een beetje uitkijken want de moederkloek houdt ons nauwlettend in het oog. In het midden van het park staat een beklijvend monument dat herinnert aan de 'Vlucht van Breda'. Op 12 Mei 1940 moesten de inwoners van Breda vluchten omdat Breda een slagveld dreigde te worden. 


We wandelen door het groen in de richting van het Catharinabegijnhof dat al van in 1535 bestaat. Breda heeft een bruisend centrum, maar het Begijnhof is daarentegen een oase van rust. Dit hofje ligt tussen het park en het centrum in, maar je hebt niet het gevoel dat je in het centrum bent. De begijnen waren de oorspronkelijke bewoners van dit hof. Begijnen hebben veel weg van nonnen in een klooster, want ze wijden hun leven ook aan religie en God, maar ze behouden iets meer vrijheid en hoeven geen gelofte af te leggen. Bovendien mogen ze bezittingen hebben en behouden ze hun rechten. In 1990 overleed het laatste begijntje en kwam er een einde aan de begijnengeschiedenis in Breda. In de moestuin zien we een beeld als aandenken van de begijnen. Het is een fijne plek en we zetten ons even op een bankje in de zon. 


Net naast de ingang bevindt zich de Waalse kerk, het gebedshuis van de begijntjes tot de reformatie daar een eind aan maakte. In 1578 moesten de begijnen hun kerk afstaan aan de Franssprekenden.  l’Eglise Wallonne staat er boven de ingang. In Breda bestaat nog steeds een protestantse kerkgemeenschap die instaat voor diensten in het Frans en er is er net eentje bezig. We worden dus vriendelijk verzocht de kerk te verlaten. Tegenover de kerk zien we de toegangspoort tot de Willem Merkxtuin, genoemd naar Willem Merckx die burgemeester was tussen 1967 en 1983. Binnen in het hofje staan enkele kunstbeelden, waaronder een mini standbeeld van de burgemeester. Hier zouden we ons wel willen settelen. Wat staan er hier prachtige huizen! 


We passeren een leuk koffiehuis met op het raam de slogan ‘I HATE SUGAR, said no fun person ever’. Tijd dus voor een tasje thee met iets zoets. Heerlijk! Iedereen die van bier houdt zal zeker halthouden bij Brouwerij de Beyerd. Een bijna verloren gegane traditie wordt hier in ere hersteld. Sinds 2004 wordt er opnieuw bier gebrouwen. Tijdens de wandeling komen we ook af en toe wat graffiti tegen. Niet echt de graffiti die ik geweldig vind maar de kunstwerken vertellen vaak een verhaal over het verleden van de stad.


Naast de kloosterkazerne bevindt zich het Chassé Theater, opgetrokken uit hout, beton en ijzer. Er zijn maar liefst 3 zalen die gebouwd zijn als afzonderlijke betonnen dozen, die amper geluid doorlaten. Bij de opening van het theater in 1995 schreef de Volkskrant dat het gebouw, ontworpen door de architect Hertzberger, bepalend is voor de twintigste-eeuwse architectuur van Nederland. Het ontwerp is levendig en heeft een bijna speelse uitstraling. Het bevat veel ronde en golvende vormen, zowel aan de binnen- als aan de buitenkant. Hertzberger kreeg de opdracht om de twee grootste theaterzalen uit te rusten met een toneeltoren. Om te voorkomen dat het Bredase stadsgezicht voortaan bedorven zou worden, koos hij er voor het geheel te overdekken met een golvend dak en dat is tevens ook het meest in het oog springende element.


We eindigen de wandeling bij de Sint-Antoniuskathedraal uit de eerste helft van de 19de eeuw. De mooie strakke voorgevel in neoclassicistische stijl, lijkt wel een Griekse tempel.

Daarna gaan we op zoek naar de foodhall van Breda die zich in de Reigerstraat bevindt. Het zou één van de leukste plekken zijn om iets te eten en ik wist nog niets van haar bestaan af. Maar inderdaad in de  overdekte hal bevinden zich onder één dak 12 keukens met een grote variatie aan gerechten en drankjes uit de verschillende windstreken: Braziliaans, Mexicaans, Turks, Vietnamees en natuurlijk Nederlands. Terwijl het overal in de stad super druk is op de terrasjes en in de winkelstraten, is het hier lekker rustig. Marleen gaat voor een Vietnamees snackje en ik trek naar de Indonesiër voor heerlijke saté ayam. 


Na de late lunch wandelen we nog wat aan de waterkant en we eindigen ons dagje op het terras van Cannella met hoe kan het anders, iets lekkers.  


vrijdag 1 april 2022

Lannavaara - Farewell

Vandaag zit ons winteravontuur in Zweeds Lapland er op en het was in één woord geweldig. Het is met spijt in ons hart dat we afscheid nemen van super vriendelijke mensen en 1 ding is zeker: ‘You come as a guest, you leave as a friend’! Van bij aankomst zorgde iedereen dat het ons aan niets ontbrak en dat we ons thuis voelden. Na het ontbijt pikt de transferbus ons op om terug naar de luchthaven te rijden. Om 11u15 vliegen we richting Brussel.


Het was mijn eerste reis naar het hoge noorden en de natuur benam me vanaf de eerste seconde bijna letterlijk de adem. Het was een eer om het territorium van de elanden, husky’s en rendieren te delen gedurende een weekje. Lapland is echt een iconische bestemming en het heeft iets magisch. Iets desolaats. Het voelt alsof je naar het einde van de wereld reist. Nergens ter wereld gaan natuur en geluk zo innig hand in hand. Wat mij betreft is er maar één fenomeen dat de omschrijving adembenemend mag dragen en dat is de Aurora Borealis. Je zou kunnen zeggen dat het spectaculair, sensationeel en oogverblindend is, wonderschoon en magnifiek maar geen term dekt de lading zo sterk als het woord ADEMBENEMEND. Iedereen zou het Noorderlicht ten minste een keer in levende lijve gezien moeten hebben.


Liefst van al wil ik de tijd even stilzetten en deze vriendschapsmomenten nog even bewaren. We hebben in ieder geval weer veel mooie herinneringen gemaakt. 




Jukkasjärvi - ijshotel

Onze laatste volledige dag is aangebroken en het einde van ons witte avontuur nadert, dus trekken we ook voor de laatste keer onze warme laagjes thermische kleding aan. Weinig volk vandaag aan het ontbijt dus kunnen we op het gemak wafeltjes bakken. 


Samen met enkele anderen uit de groep hebben we een uitstap geboekt naar het ijshotel in Jukkasjärvi. Daar kan je overnachten in een echt ijsbed bij een temperatuur van -5 graden, Thermisch ondergoed, een muts en dikke sokken moeten je er warm houden. Gelukkig krijgt een gast ook een dikke slaapzak en enkele rendiervellen. Slapen in het hotel dat helemaal opgetrokken is uit ijs staat echter niet op onze bucketlist. Toch willen we er wel naartoe om de kunst daar te bewonderen. Enig minpuntje is dat we bijna 2 uur in de bus moeten zitten. Dries is onze chauffeur van dienst. Na een kwartier zijn we 2 auto’s gepasseerd waarop Dries zegt dat het druk is op de weg. Alles is relatief zeker? We hopen op een rendier of een eland maar het wild laat zich niet zien.


Bij aankomst laat Dries ons even zien waar alles zich bevindt en gaat dan inkopen doen in Kiruna. Het ijshotel is ‘ijsachtig’ mooi en is opgebouwd uit maar liefst 2000 ton ijs. Er zijn twee soorten koude kamers: de ice rooms dat zijn de standaardkamers en de art suites. Van  zodra we binnenkomen, valt het al op hoe kunstig het hier is. De hal is opgebouwd uit ijspilaren, kroonluchters van ijs en achteraan in de trouwkapel hangen er ballonnen.


De ijssculpturen in de kamers worden gemaakt door kunstenaars van over de hele wereld. Elke kamer heeft een naam, het gaat van The Great Gatsby tot Charles Dickens en we zien een kamer vol kippen, apen, reptielen, pinguïns … Ze halen hun inspiratie zowat overal. Bij de eerste kamer hebben zowel Dee Dee als ikzelf onze twijfels. De ijssculptuur doet ons denken aan ‘Moeder aarde’, het standbeeld van kunstenares Ann Deman in Kortrijk:  een blote vrouw met gespreide benen. Wanneer we later Sven en Evi zien maken zij ons erop attent dat het een mammoet is. Grote hilariteit … maar oordeel zelf … 


Voor de lunch verlaten we de koude even en ruilen we deze om voor een warm restaurant aan de overkant van de straat. Hier staat er een heus buffet opgesteld. De crumble van appel en vanillesaus kan ik niet weerstaan. Nog een laatste dagje genieten want vanaf morgen is het back to reality en intermittent fasting. Na de lunch trekken we opnieuw naar het ijshotel want we hebben nog heel wat kamers te ontdekken.



Een van de blikvangers is de ICEbar. Deze bar van ijs wordt elk jaar opnieuw opgebouwd in een ander thema. Echt alles is van ijs, de bar, de krukken, de tafels en zelfs de kroonluchters. We drinken er een cocktail uit, hoe kan het ook anders, een ijsglas. Deze worden na gebruik gewoon afgewassen en herbruikt. Het is wel oppassen geblazen want glazen uit ijs vasthouden is niet zo makkelijk, we zijn bang dat we ze uit onze handen laten glijden. De icecicle, een drankje van cointreau, veenbessensap en vlierbloesemsiroop is heerlijk fris. We zitten gelukkig op een rendiervel zodat ons achterwerk toch iets of wat warm blijft.  Dit is zeker een cafébezoek dat we niet snel zullen vergeten. 


Wanneer de lente in aantocht is en het ijshotel langzaam begint te smelten, worden er weer maatregelen getroffen voor het komende jaar. Aan het einde van de winter is het ijs in de Torne rivier de optimale dikte voor de bouw van een ijshotel. Enorme stukken ijs van 1 meter dik en 2 meter lang worden ‘geoogst’ en tijdens de zomermaanden opgeslagen in een grote koelcel. Om in november bij de eerste vorst te kunnen starten met de bouw van een nieuw en bijzonder koud wonder.


Na een hele dag in de koude, is het heerlijk om weer in het warme en behaaglijke hotel aan te komen. Tijd om alvast een beetje in te pakken en al onze geleende spullen terug te brengen. Voor het laatste avondmaal nestelen we ons nog even aan het knisperende haardvuur. De vlammen likken gretig aan het berkenhout. 

Na het diner trekken we naar de wellness. De sauna is warm gestookt en is een weldaad voor onze verkrampte spieren. Het verkwikkende gevoel van de sauna verhoogt de melatonine en maakt ons slaperig.  Dit is een echte Scandinavische winterbeleving. In de jacuzzi smelten al de zorgen in de wereld van ons af. 


Op deze laatste avond vallen we voor een laatste keer in slaap in ‘the middle of nowhere’ met niets anders dan de sterrenhemel boven ons. Ook al ben ik geen kerkganger, nu zou ik met plezier op mijn knietjes wat weesgegroetjes bidden voor zoveel schoonheid.  ‘Call it magic’, dronken van geluk gaan we de nacht in hopend op een laatste streepje noorderlicht.