zaterdag 1 augustus 2020

Weekendje weg Aartrijke - Torhout

Vandaag trekken we naar het Brugse ommeland en we logeren bij mijn goede vrienden Paula en Achiel op de Artiriacumhoeve. Voor mij een prettig weerziens en voor de anderen een aangename kennismaking. Zoals steeds worden we hier hartelijk ontvangen, uiteraard een klein beetje anders dan anders want corona is nog steeds in het land. Geen uitgebreide knuffels en zoenen deze keer maar ons weekend kan niet beter beginnen: op het zonovergoten terras staat al een heerlijke ‘home made’ taart klaar terwijl de blatende schaapjes ons vrolijk verwelkomen. 


Na het inchecken gaan we op stap en rijden naar de oudste stad van het graafschap Vlaanderen, namelijk Torhout. De stad ligt sinds de vroege middeleeuwen op belangrijke handelsroutes en was toen het decor voor grote jaarmarkten. Benieuwd hoe het er in Corona tijd aan toe gaat. Naast de markante gebouwen en pleinen ontdekken we op deze erfgoedwandeling ook enkele ambachten.

We starten aan Kasteel Ravenhof waarin nu het museum Torhouts aardewerk is gevestigd, te midden van een betoverende Engelse landschapstuin. Buiten een communicant is het park volledig verlaten.  Torhout kent een lange traditie inzake aardewerk dat teruggaat tot in de middeleeuwen. Het Torhouts Aardewerk werd uitsluitend ambachtelijk vervaardigd. De motieven kenmerkend voor het aardewerk werden met een gekleurd slib aangebracht. Door klei te mengen met metaaloxiden werden de kleuren (vooral groen en aardetinten) verkregen. Het aardewerk werd gebakken in een met kolen en hout gestookte oven. Het aardewerk van de Torhoutse kunstpottenbakkers verspreidde zich niet alleen over het continent maar maakte ook het mooie weer in Noord Amerika.

Het is al lekker warm maar er hangen toch nog wat wolken voor de zon. We zullen nog even geduld moeten hebben ... De eendjes lijken er geen last van te hebben en zwemmen vrolijk rond in het water. Enkele mini exemplaren komen ons al kwakend begroeten en onze pa ziet ze al op zijn bordje liggen met wat appelsien. Een opmerking waarmee wij het niet eens zijn. Ze zijn zo schattig! 


Bij het prachtige barokke stadhuis uit 1713, dat centraal op de markt prijkt, bevindt zich de toeristische dienst maar extra informatie over onze wandeling kunnen we vergeten want het is gesloten. We hebben amper enkele meters afgelegd en zetten ons alweer op een terras. We lunchen bij Bistro Les Amis, een goede keuze. 

Zonder officiële wandeling en met enkel een plannetje in de hand zoeken we de weg aan de hand van in de grond bevestigde klinknagels. Onderweg zien we veel gedichten in de straten, de een al beter dan de andere. Waarschijnlijk ligt het aan mij, maar poëzie ... ik versta er niet zo veel van.

In het hart van Torhout, meer bepaald op het H. Conscienceplein, floreert al sinds 5 Wostyn generaties een heerlijk mosterdwinkeltje. Tot op het eind van de 18de eeuw maakte zowat elk gezin in Torhout zijn eigen mosterd. De allereerste mosterd werd al geproduceerd in 1869. Het winkeltje van Wostyn is niet erg groot maar is volgestouwd met potjes. Ze hebben zelfs een mostaardjenever en een mosterd praline! Jammer dat het gesloten is. Wat ons hier opvalt, is dat er bijna in elke straat en op elk pleintje bloemen staan. Of ze staan in grote potten op de grond of ze hangen in grote manden aan een lantaarnpaal. Het kost niet veel moeite en het geeft een dorp onmiddellijk een vrolijke uitstraling. Verder zien we af en toe ook prachtige graffiti. Kunst is altijd fijn wanneer je door de straten loopt. 


Via het Sint Jozefsinstituut, ook wel de gele doze genoemd, en een nieuw aangelegd skatepark komen we bij een monument met een tekst van Herman De Coninck: Er was eens een man die altijd rechtvaardig was. Het staat te blinken in de zon en weerkaatst het blauw van de lucht en het groen van de bomen. Wat ons betreft, een prachtig kunstwerk. Mooi in zijn eenvoud. Het gedicht zelf stemt de lezer tot nadenken. 


Van dat slenteren hebben we dorst gekregen dus besluiten we naar het kasteel van Aartrijke te rijden. Dit neogotische pareltje uit de 19de eeuw noemt officieel Kasteel De Maere d’Aertrycke en werd gebouwd in opdracht van August de Maere. De romantische tuin met grote vijver, het schiereilandje met zijn merkwaardig paviljoen, de vroegere woning van de tuinier, kunnen me telkens weer in vervoering brengen. Het is een echte blikvanger te midden van het provinciedomein d’Aertrycke. Ideaal om hier rond te kuieren langs de geleide wandelpaden. In het gezellige koetshuis zetten we ons op het terras voor een lekkere virgin mojito.


’s Avonds hebben we op aanraden van Paula en Achiel, gereserveerd bij de Kronemolen voor papa’s verjaardag. We krijgen een zeer warm onthaal, letterlijk en figuurlijk want ook al is het buiten nog een zalig temperatuurtje, we krijgen een tafeltje binnen. Hier hangt er een familiale sfeer en ook het eten is lekker. We toasten alvast op de jarige maar voor zijn geschenkje moet hij toch nog wachten tot maandag. 

Onze eerste dag was er eentje met veel calorietjes - eten en drinken, veel meer hebben we niet gedaan dus daar gaan we morgen toch wat verandering in brengen. 


dinsdag 21 juli 2020

Stuttgart - dag 4

Nadat we onze bestelling bij de plaatselijke bakker hebben afgehaald en alle inkoopjes voor Ingo bij de supermarkt hebben gehaald, laden we ons bakje vol en verlaten we Stuttgart. We rijden naar de Württemberg, net buiten het centrum, waar zich een grafkapel bevindt. Het is een mausoleum uit de 19e eeuw en is prachtig gelegen te midden van de wijngaarden. Hier is het romantiek ten top en vinden we ook het bewijs van eeuwige liefde: Koning Wilhelm I liet de grafkapel op de Württemberg bouwen voor zijn vrouw Katharina, die jong stierf. Boven de hoofdingang zien we het opschrift "Die Liebe höret nimmer auf". De koning zelf en de oudste dochter Marie Friederike Charlotte van Württemberg vonden later hun laatste rustplaats in de kapel. Geen betere plek om te picknicken dan hier. Het is rustig en dus zien enkele wespen mij als lekker hapje. Even verderop wordt een jongetje gestoken en voel ik me toch een beetje schuldig. De wespenfamilie was waarschijnlijk serieus boos vanwege mijn paniek aanval. 


Na ons lekkere ontbijt in openlucht met zicht op de vele wijnranken rondom ons, trekken we naar Schloss Solitude. Van zodra we in de auto zitten, krijgen we door de heerlijke geur van brood bijna opnieuw honger. Het slot is in de 18e eeuw gebouwd in Rococo/Neoklassieke stijl door een voormalige hertog. We hebben een prachtig uitzicht over het landschap van Württemberg. We zien voor de laatste keer Stuttgart aan onze voeten liggen. Het is bijna middag dus tijd om de lange rit naar België aan te vatten. We passeren langs Dusseldorf voor een korte shopping sessie. Niet goed voor de portemonnee maar mijn tuintje is een Ganesha rijker. Me happy!


Ondanks de Corona tijd waren het vier super leuke dagen met Dee Dee. Ik heb die afgelopen 4 dagen nog maar eens opnieuw ontdekt hoe waardevol vriendschap is. Stuttgart is een toffe stad met heel veel groen en grote hoogteverschillen. Tip: Steek zeker goede schoenen in je koffer om de vele trappen te trotseren



maandag 20 juli 2020

Stuttgart - dag 3

Vandaag hebben we nergens iets geboekt dus kunnen we rustig wakker worden vooraleer op ontdekking te gaan in de stad. We besluiten om te ontbijten bij The gardener’s Nosh in de Calwerstrasse. Daar aangekomen zijn echter alle tafeltjes op het toch wel grote terras gereserveerd. Blijkt dat die bordjes er overal liggen omdat mensen niet zomaar plaats zouden nemen. We krijgen een plekje toegewezen en installeren ons tussen het groen. Er staat zoveel op de kaart dat het moeilijk kiezen wordt. Dee Dee gaat voor een klein ontbijtje met een gepocheerd eitje. Ik neem het roerei met spek op een volkoren boterham. Maar eigenlijk wou ik naar hier komen voor de gefrituurde Snickers dus doe ik maar even heel decadent en bestel ik die er gelijk bij. Tenslotte is het hier een luxe plek want zelfs ons bestek is van goud. Gardener Nosh is een van de Insta-hotspots in Stuttgart. Het interieur zou heel speciaal zijn dus ga ik binnen even een kijkje nemen. De muren zijn diepgroen geverfd, planten hangen overal aan het plafond en elke plank herbergt minstens één bloempot. Het concept van een tuin, vastgelegd in een restaurant is heel bijzonder. Het is een gezonde ontbijtplek met verse ingrediënten en dat proef je. Na het hartige komt het zoete op tafel. De gefrituurde Snickers is overgoten met Nutella en blauwebessensaus. De calorieën van deze kleine chocoladebom zal ik er hopelijk straks wel afwandelen. 


De zon brandt en dat voelen we wanneer we over de Schlossplatz wandelen. Hier is er nergens een schaduwrijk plekje en toch zitten vele banken vol met locals die nog even verpozen en een take away koffie drinken alvorens naar hun werk te gaan. Het water van de indrukwekkende fonteinen biedt een beetje verkoeling. Aan de ene kant van het plein, bevindt zich het kunstmuseum. Deze fascinerende glazen kubus neemt de omgeving op als een spiegel. De Königsbau ernaast is een doorgangsgebouw in laat-classicistische stijl gebouwd in 1860 voor koning Willhelm. De imposante colonnade van 34 kolommen is 135 meter lang en kenmerkt het hele gebouw. 


We keren nog even terug naar het stadhuis om de Paternoster, zoals de lift in het gebouw wordt genoemd, te gaan bekijken. Deze is al in gebruik sinds 1956 en werkt niet zoals de liften die we gewend zijn. In plaats van dat een individuele cabine op en neer beweegt, bestaat deze uit een reeks open cabines die langzaam in een lus bewegen zonder te stoppen. Passagiers kunnen gewoon in- en uitstappen wanneer ze maar willen. We hebben beide eigenlijk nog nooit zoiets gezien en voelen ons als kinderen in een speelgoedwinkel. We stappen in, rijden naar boven, springen er op de eerste verdieping terug uit en herhalen heel het proces nog een keer of twee. 


Wanneer we genoeg gespeeld hebben, trekken we naar de Markthal van Stuttgart. De historische, meer dan 100 jaar oude, Art Nouveau-markthal in het centrum van de stad is echt prachtig en zeker een bezoek waard. Het gebouw ligt direct naast het oude kasteel en is een juweeltje in de Zwabische metropool. Achter de zware toegangsdeuren gaat een waar culinair paradijs schuil. De traditionele marktkramen bevinden zich op de begane grond en een glazen dak werpt licht op het aanbod.  Hier vind je werkelijk alles: Spaanse ham, Turkse olijven, Iraanse kaviaar. Wat is er heerlijker dan gewoon doelloos door de hal te wandelen, te kijken en te ruiken? Enig nadeel is dat je er nu niet zonder masker kan rondslenteren en dat is toch een domper op de vreugde. 


De toren van de Stiftskirche naast de markthal steekt mooi af tegen de blauwe lucht. Dit gedeelte van de stad is echt heel erg mooi. Overal zien we bloemen en groen in de stad maar toch is de lucht in Stuttgart niet ideaal. Ik zou niet zeggen dat er meer auto's zijn in Stuttgart dan in andere grote steden, maar het doet zijn reputatie als autostad met de grootste fijn stof vervuiling in Duitsland toch nog steeds eer aan.


Het Bohnenviertel is een district van Stuttgart met charme en geschiedenis! In de vijftiende eeuw was dit een buitenwijk waar vooral arme mensen woonden, die zich niet meer konden veroorloven dan peulvruchten, groenten en wijn. Nu is er een leuke mix van woonhuizen, buurtwinkels en alternatieve en artistieke kleinschalige ondernemingen. Een vriendelijke buurt waar ook gezinnen met kinderen zich thuis voelen. Eén van de grote winkels is het klassieke Stuttgartse warenhuis Breuninger, sinds 1881. Het warenhuis is ook een bezienswaardigheid: vrijwel de gehele begane grond is exclusief gewijd aan handtassen, en dan met name hele dure handtassen. Wahnsinn als je niet geeft om merken. Het warenhuis houdt ervan vergeleken te worden met het Londense Harrods. 


Om onze voetjes wat te sparen trekken we met de metro naar de stadsbibliotheek van Stuttgart, misschien wel het meest gefotografeerde gebouw van de stad. Het werd geopend in oktober 2011 en is een symmetrisch meesterwerk. De architectuur van het gebouw is modern en imposant. Vanbuiten ziet het gebouw van de Koreaanse architect Eun Young Yi eruit als een enorme vreemde, maar niet noodzakelijk mooie, betonnen kubus. Binnen voelt het alsof we in een wit Escher-schilderij zitten. Een echt paradijs voor een boekenwurm!


Daarna trekken we naar de Killersberg, waar zich het Höhenpark bevindt. Dee Dee deed ooit stage hier in Stuttgart en de firma waarvoor ze toen werkte, deed mee aan een design wedstrijd en zij hebben het destijds ook gewonnen. Momenteel ligt het eerste gedeelte er wat verdord bij maar wat verderop zien we toch veel groen. Alleen al vanwege de fascinerende constructie van de Killesberg-toren is dit park wat ons betreft zeker een bezoek waard. De vele trappen doen ons even twijfelen maar langzaam beginnen we toch aan de klim. Vanaf de top hebben we een geweldig 360-graden uitzicht op Stuttgart en de omgeving. Helemaal boven voelen we de toren meewiegen op de wind, een vreemde gewaarwording. Eenmaal terug beneden zetten we ons op een terrasje onder een prachtige boom. De zon verwarmt ons op deze heerlijke zomerdag. We drinken beide een schorle, ik eentje met rabarber en Dee Dee met vlierbes. Dat laatste was niet echt een goede keuze vrees ik want volgens haar smaakt het net zoals wc eend ruikt. 


Langzaam zetten we ons terug in beweging en besluiten een ijsje te gaan eten op de Eugensplatz. Het pleintje is kleiner dan verwacht maar desalniettemin zeer mooi gelegen. Hier staat de Galatea, die uitkijkt over de stad in de vallei. Galatea betekent "wit als sneeuw" en is een figuur uit de Griekse mythologie. Het beeld werd ooit geschonken door koningin Olga. De inwoners van Stuttgart waren destijds niet zo tevreden met de bijna naakte figuur. Koningin Olga besloot het beeld om te draaien, zodat ze met blote rug naar Stuttgart keek. Daarna klaagde er niemand meer. Het nabijgelegen ijssalon Pinguin is een begrip in Stuttgart en dat is terecht. Met een ijsje in de hand, zetten we ons op een bankje. Nadien nemen we de trap naar beneden en gaan we nog iets drinken in het Café Babel. De Ginger limonade is hier heerlijk. 


’s Avonds eten we bij Indian Palace. We zijn een beetje vroeger daar dan gepland maar dat blijkt geen probleem. Er zit nog niemand en we worden vriendelijk begroet door zowel de ober als de heerlijke aromatische kruiden van het Indiaans eten. Het restaurant is niet erg groot maar de setting is perfect met Hindi muziek op de achtergrond. De warme kleuren en leuke accessoires maken het aangenaam zitten. Het eten is voortreffelijk en met een goed gevulde maag, wandelen we moe maar voldaan terug naar ons hotel.



zondag 19 juli 2020

Stuttgart - dag 2

Vandaag is Dee Dee jarig dus mag een klein geschenkje niet ontbreken. Bij het ontwaken sta ik dan ook met een pakje klaar. Verder mag zij natuurlijk kiezen hoe we de dag inplannen. Zij houdt wel van geleide wandelingen door de stad dus hebben we er eentje geboekt. Kleine toegeving naar mij toe: deze keer in het Engels. Ze start pas om 11 uur dus hebben we ruim de tijd om lekker te ontbijten. Dee Dee’s neef Patrick en zijn vrouw Celine hebben ons uitgenodigd om bij hen te komen ontbijten. Ja ook hier een kleine toegeving van mijn kant omdat ik Pat al heb leren kennen enkele maanden geleden in Antwerpen. We nemen eerst de metro. Grappig detail, hier in Stuttgart gaan de roltrappen in beide richtingen. Moet je naar beneden dan rolt hij naar beneden, moet je naar boven dan rolt hij naar boven. We vragen ons af hoe dat gaat tijdens de spits wanneer veel mensen tegelijkertijd uit en in de metro moeten. Na enkele haltes, stappen we over op de bus richting Killesberg, de heuvel op. Dee Dee maakt me erop attent dat hoe hoger we klimmen, hoe duurder de huizen worden. Wanneer een sjofel uitziende vrouw bijna tot aan de top meerijdt en dan uitstapt, kijken we elkaar aan en denken hetzelfde: ‘dat is zeker de kuisvrouw’. Wij stappen de voorlaatste halte uit en moeten dan nog ongeveer zeven minuten stappen, of beter ... klimmen. Onderweg ziet Dee Dee nog een rozenstruik dus plukt ze snel nog een roos voor Celine. 


Bij aankomst in het ruime appartement, zijn we aangenaam verrast. De ontbijttafel is rijkelijk gedekt en zowel bij Dee Dee (omdat ze jarig is) als bij mij ligt er een geschenkje op het bord. Een leuke attentie! Het uitzicht op hun terras is adembenemend. Stuttgart ligt letterlijk aan onze voeten. We drinken een glaasje champagne en genieten van al dat lekkers. We verliezen de tijd wat uit het oog en zien plots dat het kwart voor 11 is. Holderdebolder de auto in en naar beneden richting centrum. Gelukkig is het zondag en rustig.  Pat rijdt gezwind de berg af en vindt ook nog eens snel een parkeerplek. We zijn dus op tijd op de plaats van afspraak, het station, waar onze gids ons al opwacht. Met het hoofdgebouw achter ons kijken we rechtdoor naar de 1,2 kilometer lange autovrije  Königstrasse. Deze leidt naar de Schlossplatz waar we de toer straks zullen eindigen. 


We gaan eerst naar de Oberer Schlossgarten met een indrukwekkende vijver in het midden, omringd door de Staatsopera, de Landstag en het barokke Neues Schloss, dat dienst doet als huisvesting voor de deelstaat Baden-Württemberg. Mijn mond valt open van verbazing – wat voel ik me hier klein – zo indrukwekkend. Buiten wat locals die genieten op een bankje, kindjes die aan de hand van hun ouders rond de vijver wandelen en jongeren die voorbij komen op hun step, is het hier lekker rustig. Deze groene oase in het midden van de stad kan mij zeker bekoren.  Net achter de hoek komen we bij het Altes Schloss, een prachtig gebouw. Qua architectuur is Stuttgart echt the place to be. Zowel oud als nieuw trekt onze aandacht. 


Bij het stadhuis, genieten we van een mini concert. Het stadhuis van Stuttgart staat namelijk vooral bekend om zijn beiaard. De dertig vrij hangende klokken spelen elke dag op bepaalde tijdstippen volksliederen. Het geeft mij altijd een nostalgisch gevoel, zo een beiaard. Verder is het stadhuis niet echt indrukwekkend, tot we de hoek omdraaien.  Het voorste gedeelte is namelijk nieuw maar de zijkant nog origineel. Het werd volledig gezandstraald en is echt mooi. Pat vertelt ons dat hij het als kind enkel zwart gekend heeft. Vandaag is het gesloten dus gaan we morgen nog wel eens terugkomen om de binnenkant te bekijken. 


Op de grond merken we kleine goudkleurige stolpersteine of struikelstenen op. Het zijn gedenkkasseien voor de Joden die tijdens de oorlog verdwenen. Er zijn mensen die het oneerbiedig vinden dat ze in het trottoir werden verwerkt. Er worden hiervoor echter drie redenen opgegeven: toeristen kijken omhoog maar locals wandelen meer met hun hoofd naar beneden en worden zo herinnert aan wat er zich destijds afgespeeld heeft, door erover te wandelen beginnen de stenen te blinken en de derde reden is dat mensen eigenlijk een buiging maken wanneer ze de stenen bekijken en zo dus eigenlijk hun respect betuigen. 


We eindigen onze korte stadstour aan de Schlossplatz. Dit is het grootste plein van Stuttgart en ligt pal in het centrum.  Hier komen de Stuttgarters samen als er iets te vieren of te betogen is. In het midden van het plein staat de 30 meter hoge jubileumzuil waarop Concordia prijkt, de godin van de harmonie. En harmonie is er zeker, mede dankzij de indrukwekkende oppervlakte. Die gaan we morgen wel van dichtbij bekijken maar nu hebben we dorst, grote dorst. Het is staalblauwe hemel en de zon schijnt genadeloos.


We nemen afscheid van onze gids en volgen Celine naar het gezellig terrasje van het Brauhaus, waar we een tafeltje toegewezen krijgen in de schaduw van een grote boom. Wat ons hier weer opvalt is dat de Duitsers verdomd veel zout gebruiken, zo ook mijn goulash soepje. Lekker is ze wel maar gelukkig komt er ook een grote fles water op tafel. Dee Dee neemt de maultaschen dus kan ik eens proeven van die Stuttgartse specialiteit. Het is toch niet echt mijn ding dus deze keer blijft de helft van haar bordje vol. 


Na de lunch willen we naar een van de talloze uitzichtpunten in Stuttgart. Gelukkige hebben we comfortabele schoenen aan om de vele zogenaamde "Staffels”, oftewel trappen naar het Weissenburgpark boven op de heuvel te trotseren. Het Art Nouveau paviljoen, dat ondertussen meer dan 100 jaar oud is, staat op onze Bucket list dus moeten we er iets voor over hebben. Dhr. Sieglin, een succesvolle fabrikant van waspoeder en zeep, bouwde hier een theehuis voor zijn vrouw die daar haar vriendinnen kon ontvangen voor een theekransje. Dit historische theehuis staat helemaal bovenaan in het park en het uitzicht op het ronde platform is indrukwekkend. Jammer dat inwoners hier allerlei dingen achterlaten. De grond ligt bezaaid met glasscherven, lege flessen, duizenden sigarettenpeuken en andere rommel. Wat drink je in een theehuis, juist ja ... thee. Nu niet dat die hier heel indrukwekkend is maar dorstlessend is het zeker.


We besluiten met de Zacke van Degerloch weer naar beneden te rijden. De Stuttgart Zacke is de enige tandradbaan in Duitsland die voornamelijk het normale dagelijkse woon-werkverkeer van een grote stad bedient. Ze bestaat al sinds 1884. Aangenaam is het niet met dat mondmasker. We hebben een beklemmend gevoel en zijn dan ook blij wanneer we aan de Marienplatz aankomen. Nog even naar het hotel om ons om te kleden voor het diner van vanavond. Pat en Celine zullen ons opnieuw vervoegen bij Oggi Tavola Mediterranea.


Het is een mooi restaurant met een groot terras en er heerst een ontspannen sfeer, mede dankzij het aangename weer. De temperatuur is nog niet onder de 25 graden gezakt. Het is dus een zwoele zomeravond. De kaart is heel uitgebreid en de pasta hemels. Een echte inwoner van Stuttgart kan je herkennen aan het Zwabische dialect, onbegrijpelijk in mijn ogen. Gelukkig spreken Pat en Celine heel duidelijk Duits. Celine is eigenlijk een Française vandaar, maar ook Pat doet zijn best, ook al heeft hij dan een Zwabische tongval. Ik moet wel bekennen dat het redelijk vermoeiend is om mijn aandacht erbij te houden. Na het eten, wandelen we nog even door de stad naar het ijssalon Old Bridge voor een lekkere afsluiter van een heerlijke avond. 




zaterdag 18 juli 2020

Stuttgart - dag 1

Oh wat hebben we weer uitgekeken om samen op stap te gaan, mijn BFF en ik! Zij is afkomstig uit Stuttgart maar heeft vanwege haar familiale banden daar, de stad nog niet echt op een toeristische manier ‘ontdekt’. Hoog tijd om daar verandering in te brengen. De familie wordt deze keer dus vooraf niet gecontacteerd. Het is best een lange rit, daarom vertrekken we heel vroeg in de ochtend. Om half 6 tuffen we al richting Duitsland. Na ongeveer 6 uurtjes rijden, arriveren we rond de middag in de hoofdstad van de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. De stad ligt in het zogenaamde "Stuttgart-bekken" tussen "bos en wijnstokken" dat aan alle kanten is omgeven door steile hellingen. Daarom is er bijna 350 meter hoogteverschil in de stad. Het wordt dus geen ‘walk in the park’, onze beentjes zullen hun werk moeten doen!


Het heeft wat voeten in de aarde gehad want onze hotelkeuze bleek niet optimaal. Vanwege corona waren zo goed als alle hotels gesloten. Uiteindelijk vonden we een slaapplaats in het Park Inn by Radisson hotel. Van zodra we ingecheckt zijn, trekken we de stad in. Wat onmiddellijk opvalt is dat Stuttgart een relaxte stad is met opvallend veel jongeren. Mondmaskers worden er hier in de buitenlucht gelukkig ook niet gedragen. 


We hebben de stadstoer Stuttgart Bismarckplatz West geboekt, een culinaire wandeling door de stad maar dat is pas om 2 uur en we hebben al een klein hongertje. We wandelen alvast in de juiste richting en zetten ons neer op een groot terras aan de rand van de Feuersee. Dit meer is een nogal ongewoon gezicht in Stuttgart. Ongewoon omdat de architectuur van de neogotische Johanneskirche erachter in het oog springt. De kerk werd slachtoffer van de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog en werd daarna niet herbouwd. Tegenwoordig wordt de verwoeste kerk beschouwd als een gedenkteken voor de oorlog. Na de kleine lunch wandelen we via de prachtig aangelegde oever van het meer naar de kerk. Het nodigt uit om even te verpozen. Een schattig meisje voorziet de wat vreemde eenden op hoge poten van wat broodkruimels. De kerk is niet zo vaak geopend maar vandaag wel omdat er enkele kunstwerken tentoongesteld worden door de kunst academie. Om twee uur ontmoeten we onze gids en de andere locals die de culinaire toer hebben geboekt. 


Al kuierend door de straatjes ontdekken we de vele gebouwen in Wilhelminische stijl die Stuttgart een prachtige uitstraling geven. We worden meegevoerd door een van de dichtstbevolkte wijken van Duitsland waar ambachtelijke bedrijven en fabriekjes zorgen voor een levendige sfeer. Deze wijk doet een beetje denken aan de omgeving van Chinatown bij ons in Antwerpen, waar alle werelddelen samenkomen. Alleen is de architectuur hier veel mooier. De gids vertelt veel over de verschillende bouwstijlen in de stad. Zo weten we nu dat alle gebouwen in Stuttgart gebouwd zijn met een doorgang van 10 voeten. Zo kon de koets gemakkelijk naar achter en kwam er ook meer licht naar de achtertuinen. Aan elk appartement wordt er aan de achterkant een soort stalen constructie gebouwd die dienst doet als terras. 


Tussendoor, en dat vinden wij het allerleukste, kunnen we genieten van wat culinaire specialiteiten. Onze eerste stop is Italië waar we een groot stuk pizza en arancini kunnen proeven, een soort rijstbal met tomaten en parmezaan, gebakken in een lekker deegje. Van Italië gaat de reis verder naar Portugal waar we toast krijgen met tomatenchutney en eentje met appelsien confituur. Vervolgens trekken we naar Kuchen Liebe, een klein koffiehuisje met heerlijke taartjes. Ons proevertje hier is een soort brownie, niet echt mijn ding dus koop ik een crème brullé. Deze smelt in de mond, heerlijk! Dan trekken we naar Turkije voor twee veggie hapjes, de börek met kaas en peterselie en de cigköfte, een pikant hapje van tomaten, augurken, salade, munt. Eindigen doen we aan de Bismarchplatz bij de Sint Elisabeth kerk waar we een heerlijk Italiaans ijsje verorberen. 


Her en der in de stad pikken we nog wat graffiti mee ..


’s Avonds eten we bij Tauberquelle, een traditioneel restaurant waar ze de originele Zwabische keuken serveren. Het restaurant doet een beetje denken aan een chalet en het is er redelijk donker binnen maar wij zitten in de biergarten en daar is het echt heel erg gezellig. Bekend en berucht zijn de zogenaamde Maultaschen. Het gerecht ontstond in Zwaben en bestaat uit pastadeeg, gevuld met gehakt, spinazie, broodkruimels en uien. Het wordt gekruid met peper, peterselie en nootmuskaat. Het lijkt eigenlijk een beetje op de Italiaanse ravioli, ze zijn iets groter en heel belangrijk, er zit geen kaas in. Toch laat ik me niet overhalen want ik heb zin in iets anders. Duitsers zijn vleeseters pur sang en dat zal ik geweten hebben. Ik krijg maar liefst 2 grote stukken schnitzel met bratkartofflen en Dee Dee krijgt 3 grote varkenswangen in rode wijn saus met Spätzle. Het eten dat op tafel komt is zoals gezegd heel traditioneel en smaakt voortreffelijk. Ein schnitzel of zwei mit was spätzle dabei :-) Ja op reis met Dee Dee betekent eten voor twee, dat komt niet goed. We klinken op haar laatste uurtjes 52 want morgen verdwijnt de twee en komt er een drie in de plaats. Gelukkig is het nog een twintig minuutjes wandelen terug naar het hotel zodat alles wat kan zakken. 




vrijdag 14 februari 2020

Marrakesh - de Médina

De laatste dag is aangebroken dus genieten we extra hard van ons ontbijt. Het is Valentijn vandaag dus worden we extra verwend. We krijgen een frambozen, aardbeisapje. Verder zoals steeds hemels lekker brood, pannenkoekjes, een eitje en als extra een avocado slaatje met kokos en frambozen. Na het ontbijt nemen we definitief afscheid van Mohammed want zijn shift zit erop. Daarna pakken we in en trekken we voor de laatste keer de stad in.


Het voordeel van deze locatie, midden in de medina, is dat we een stukje van het echte Marokkaanse leven ervaren. Elke dag lopen we door dezelfde straatjes waar lokale kleermakers, bakkers, fietsenmakers en vele andere ambachtslieden hun werkruimte en winkel hebben. Ze beginnen ons al te kennen en vallen ons niet lastig. 


We gaan eerst op zoek naar de Jardin secret in de soeks. Ondanks het feit dat we ervan overtuigd zijn nu wel alle straatjes gezien te hebben, komen we toch nog ergens waar we de voorbije dagen nooit eerder zijn geweest. We genieten van elk moment, elk hoekje is instagram-waardig. Het is nog vroeg in de ochtend en nog niet alle kraampjes zijn open, nu heerst er nog rust in de straten.


Bij aankomst in de Jardin Sécret zijn we ook nog zo goed als alleen. Het mysterieus Arabisch-Andalusisch paleis van meerdere eeuwen oud, gelegen achter dikke muren werd heel mooi gerestaureerd en is sinds 2017 voor het publiek geopend. De tuin bestaat uit twee delen: de exotische waar we de drukte ontvluchten en de islamitische waar we bezinning vinden. Beide zijn juweeltjes en wat ons betreft een must see. De geheime hoekjes met waterpartijen en prachtige mozaïeken op de vloer zijn heel erg mooi. Boven op het dakterras drinken we een theetje in de zon. We moeten wel wat geduld hebben want ze zijn niet bereid erg hard te werken.  Op hun menukaart staat er dan ook vermeld: ‘Slow service’, we zijn dus verwittigd! In het winkeltje van de tuin vinden zowel Sonja als ikzelf iets naar onze zin, een cadeautje voor onszelf, het is tenslotte Valentijn.


Ondertussen is het al bijna lunchtijd en trekken we naar de Place des Epices. Ik schrijf het hier nu wel gemakkelijk neer, maar het is moeilijk om niet te verdwalen in het doolhof van de medina. Zelfs de straatnaamborden zijn onbetrouwbaar en brengen ons op een dwaalspoor. Volgens mij werd het stratenplan hier ontworpen door Escher, want de steegjes zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. We proberen te genieten van het onverwachte en zijn zoals steeds voorbereid om gedesoriënteerd te raken. Wanneer een Marokkaan ons zegt dat we naar rechts moeten, doen wij het tegenovergestelde. We eindigen op een lokale markt ver weg van alle toeristen maar dat is ook wel leuk. Uiteindelijk komen we, na wat rondjes lopen, toch waar we moeten zijn, namelijk bij Café des épices, een verborgen parel. Elke dag bieden ze hier een ander lunchmenu aan, met enkel biologische en verse producten. We genieten van het geroezemoes van de locals, toeristen en expats. De Tajines staan te pruttelen en de Marokkaanse thee wordt ingeschonken. Hoog boven de soeks en de straten van Marrakesh genieten we op het dak terras van een lekkere tajine. Ik ga voor de kefta en Sonja voor de kip. Het restaurant wordt gerund door een Fransman en ademt de sfeer uit van een Franse bistro in een modern jasje. Er zijn lange banken met gezellige kussens en lage rotan stoeltjes maken het geheel af. We hebben een geweldig zicht op het plein.


Na de lunch duiken we weer de soeks in. Af en toe moeten we opzij omdat er een kar moet passeren maar we proberen ons niet te laten opjagen. De Marokkaanse tijd tikt hier iets ongelijkmatiger. De drukte die er heerst in het Wijnegem shoppingcenter op een koopzondag is ‘a walk in the park’ vergeleken met de chaos in de medina. Misschien vanwege het laagseizoen, maar wij worden geen enkele keer de winkels ingetrokken. Sommige verkopers proberen wel contact te maken met woorden, maar die negeren we vriendelijk. Het scheelt misschien dat we met een doel voor ogen door de soek lopen en duidelijk geen interesse hebben in de handelswaar. Onze houding is dus niet die van de zoekende, aarzelende of winkelende toerist. Toch zijn er zo van die winkeltjes waar we niet voorbij kunnen lopen. Bij sissimorocco is het liefde op het eerste gezicht. Het kleine winkeltje op de Place des Epices verkoopt kleding en sieraden en leuke hebbedingen voor het interieur, waaronder prachtige kussenslopen.


Na dit korte shopping intermezzo gaan we op zoek naar het Henna Art Café voor een thee pauze. Lang moeten we niet zoeken: aan de zuidoostelijke hoek van het Djema El-Fna plein tussen Snack Toubkal en Cafe El Waha wandelen we door de straat Riad Zeitoun al Kdim. Na 3 minuten komen we aan de vierde straat rechts waar zich het café bevindt.  Hier kan je een prachtige henna-tekening laten zetten. Uiteraard met natuurlijke henna en (dat is wel bijzonder) door een gecertificeerde henna-artiest! Initieel was dat wel onze bedoeling maar ze hebben eigenlijk niets discreets en om nu heel onze handpalm vol te zetten, vinden we van het goede te veel. Gezellig is het er wel met al die blauwe tinten en prachtige muurschilderingen. 


De weg naar het Djema El-Fna plein kent Sonja nu al bijna met haar ogen dicht. De hectiek op het plein is onbeschrijflijk! We worden langs alle kanten toegeroepen: berbervrouwen die onze handen willen beschilderen met henna, mannen die hun aapjes aan een halsband optrekken terwijl achter ons een of andere idioot op een fluitje speelt in de hoop dat er een slang uit zijn mandje kronkelt waarmee hij ons kan plezieren. Hier zou dierenorganisatie Gaia van kokhalzen maar er zijn altijd mensen die bezwijken en er mee op de foto willen. Wij laten ze in ieder geval links liggen. We gaan ook in een grote boog rond de tandartsen en de zogenaamde dokters die je met kruiden en ongeïdentificeerde botten, slangenhuiden, gedroogde hagedissen en struisvogeleieren proberen te genezen. Een afspraak maken is niet nodig op Djema El-Fna, dat is duidelijk. 


Wanneer we bij de Koutoubia moskee aankomen, weerklinken de klanken van het  namiddag gebed uit de toren. De minaret van de grootste moskee van Marrakesh is 77 meter hoog, meer dan 1000 jaar oud en het symbool van de stad. De Koutoubia moskee is niet toegankelijk voor niet moslims maar is wel een bezoekje waard. Het gebouw ademt geschiedenis. Wanneer we onze blik verder omhoog richten om de vier koperen bollen te zien glinsteren in het zonlicht, wanen we ons in een sprookje.  We nemen even de tijd om de omgeving in ons op te nemen. Het loopt hier vol met moslims die net uit de moskee komen en de vele bedelaars een aalmoes geven.


Rond een uur of vier hebben we het wel gehad met de drukte en besluiten we naar onze Riad terug te gaan. Daar drinken we op ons dakterras nog een laatste muntthee met zelfgemaakte Marokkaanse koekjes. Om kwart voor vijf pikt Khalid ons op voor de rit naar het vliegveld. We zijn ruim op tijd, exact twee uur voor de vlucht maar bij de incheck balie heerst er chaos. Een familie voor ons heeft de boarding passen niet afgedrukt. Het duurt verschrikkelijk lang en ze zijn niet van plan om hun plekje zomaar af te staan. Laptops worden bovengehaald en uiteindelijk gaat één iemand van het gezin ergens in de vertrekhal boarding passen afdrukken. Ondertussen zijn de andere rijen reeds geslonken en staan wij er nog. Wanneer het eindelijk aan ons is, zijn we al mega gestresseerd. Even verder moeten we door de controle waar een man voor ons een reuze pot spaghettisaus tracht mee te smokkelen. En maar discussiëren .... man man man dat weet nu toch het kleinste kind dat een volledige pot liquide niet door de douane kan!  Boos vertrekt hij in zeven haasten om vijf minuten later terug te spurten omdat hij zijn bakje met daarin gsm en andere persoonlijke spullen vergeten is. 


Het heeft wat voeten in de aarde gehad maar uiteindelijk stappen we het vliegtuig op om 19u15, normaal ons uur van vertrek. Opstijgen doen we dus met een half uur vertraging. Belgium here we come! Eenmaal in Charleroi worden we ook nog eens tegengehouden door de douane maar we zien er dan toch betrouwbaar uit want na een korte ondervraging mogen we door. 


Marrakesh was leuk, heet, stoffig en druk maar ook opwindend en mysterieus. Pas als je hier bent geweest snap je dat er wordt gesproken over ‘de geuren en kleuren’ van Marrakesh. Het is een compleet andere wereld: Exotisch genoeg om te betoveren, tolerant genoeg om niet te beangstigen. Marokko heeft me opnieuw verrast in positieve zin. 


donderdag 13 februari 2020

Guéliz

We slapen lekker uit vandaag en gaan dus iets later naar het ontbijt. We ontdekken opnieuw dat het hart van de eigenaar Manu niet echt voor deze Riad klopt. Zelfs een goede morgen kan er niet af. Gelukkig heeft zijn personeel wel die warme persoonlijkheid die nodig is om je helemaal thuis te voelen. Vandaag staat er Amlou op tafel. Dat is een soort pindakaas van honing, amandelen en arganolie. Ik heb er gisteren een potje van gekocht bij de argan coöperatieve omdat ik het zo lekker vond. Nu vernemen we dat het een afrodisiacum zou zijn. Niet dat ik dat nu persé hier nodig heb want met een Marokkaan mag ik sowieso niet thuiskomen van onze pa. 


Voor het moderne Marrakesh trekken we vandaag naar de wijk buiten de stadsmuren, Guéliz. Het is een verademing na het doolhof van de soeks al is het hier ook druk maar dan vooral het verkeer. In Marrakesh zijn er veel drukke banen en aanvankelijk dachten we dat het een onmogelijke opgave zou zijn om aan de overkant te geraken maar dat valt uiteindelijk reuze mee. We zoeken eerst een opening in het aankomend verkeer en wandelen daarna vol zelfvertrouwen en op een gelijkmatig tempo de weg op. De auto’s en scooters anticiperen op onze bewegingen en weten ons keurig te omzeilen. Als er dan al zebrapaden zijn, betekent dat nog niet dat de auto’s stoppen. Als het echt moet wel maar liever rijden ze in een boogje om ons heen. Ook besparen ze hier op verkeerslichten voor voetgangers. Soms staan ze er wel maar dan wel maar aan één kant, waardoor we soms even over onze schouders moeten kijken om te zien of we nu rood of groen hebben. Buiten auto’s en motorfietsen rijden hier ook nog van die traditionele paardenkoetsen. Voor sommige toeristen, vooral de Aziatische heeft het iets nostalgisch om de stad te bekijken vanuit een calèche, achter de deinende billen van een paard. Wij vinden het niet zo tof, die beesten in het straatbeeld want ze stinken verschrikkelijk. 


We wandelen naar de Jardin Majorelle en hopen de drukke stad even te ontsnappen om tot rust te komen in de tuin, maar bij aankomst staat er al een lange rij toeristen aan te schuiven om de tuin te bezoeken. We moeten dus nog even geduld uitoefenen. We betalen  maar liefst 180 dirham (18 €) entreegeld. Het is een combiticket zodat we ook de twee musea mogen bezoeken. 


De intieme botanische tuin is volgens onze reisgids één van de mooiste plekken in deze rode stad. Het was de Franse schilder Majorelle die de paradijselijke tuin liet aanleggen in de jaren ’20. Zoals het een schilder betaamt, is de tuin ontworpen zoals een schilderij. Majorelle ‘schilderde’ deze tuin met bloemen en planten uit de vijf windstreken. Hij was vooral dol op de bougainvilles en cactussen, die overal in de tuin zijn terug te vinden.  Ook water is een belangrijk element in de tuin met zijn marmeren bassins, stroompjes en vijvers vol met lelies. Het is dan ook geen wonder dat inmiddels ook veel vogels de tuin als thuisbasis hebben. Het is echter te druk om ze te horen kwetteren. De ironie is dat deze tuin in feite hét meesterwerk is van deze schilder, waarmee hij uiteindelijke meer bekendheid heeft verworven dan met zijn schilderijen.


De Tuin van Majorelle is lange tijd vrijwel onbekend gebleven, tot de Franse modekoning Yves Saint Laurent en zijn partner Pierre het in 1980 kochten. Het koppel bezocht de tuin telkens ze in Marrakesh waren. Toen ze hoorden dat de tuin verkocht zou worden om er een hotel te plaatsen, kwamen ze in actie. Ze gingen wonen in de villa Bou Saf Saf, die ze een nieuwe naam gaven: Villa Oasis. Ze restaureerden de zwaar verwaarloosde tuin en brachten hem weer tot leven. Yves Saint Laurent heeft altijd gezegd dat de tuin voor hem een ongelimiteerde bron van inspiratie was. Na het overlijden van Yves Saint Laurent in 2008 in Parijs werd zijn as verstrooid in de rozentuin van Jardin Majorelle. Zijn partner droeg daarna de tuin over aan La Fondation Pierre Bergé – Yves Saint Laurent, de stichting die was opgericht na de pensionering van Yves Saint Laurent om de nalatenschap van dit modehuis te beheren en te bewaken. 


Bijna iedereen die in Marrakech is geweest, deed ons beloven zeker de tuin te bezoeken. We kunnen echter niet zeggen dat we ervan ondersteboven waren. De kobaltblauwe muren zorgen voor een mooi contrast met de natuurlijke groene kleuren van cactussen, palm- en sinaasappelbomen maar heel bijzonder vinden wij het niet. Misschien omdat we er meer van hadden verwacht? Vaak is dat zo, als de verwachtingen te hoog gespannen staan, valt de werkelijkheid meestal tegen. Gelukkig zijn er nog de musea.


In het voormalige schilderatelier bevindt zich nu het museum waar ode wordt gebracht aan de berbers, de voormalige bewoners van Marokko. We houden beide  wel van een etnisch museum en vinden het altijd fascinerend om te zien wat voor kledij mensen vroeger droegen. We bewonderen de prachtige sieraden en traditionele kostuums van de berbers in een, wat ons betreft, juweeltje van een museum. Alles is vooral heel erg mooi gepresenteerd. Het lijkt wel of we ’s nachts door de woestijn aan het wandelen zijn onder een prachtige sterrenhemel. De berber muziek die op de achtergrond gespeeld wordt, maakt de beleving compleet.


Wanneer we terug buiten komen, is de rij verdrievoudigd maar gelukkig moeten we niet meer aanschuiven bij het Musée Yves Saint Laurent omdat we dus een combiticket hebben. De Afrikaanse zon geeft de bakstenen gevel een mooie rozerode gloed. Langs  de straatkant is er geen enkel raam maar de zuiderse zon tovert een boeiend spel van licht en schaduw op de façade. Het museum brengt hulde aan een van de invloedrijkste modeontwerpers van de twintigste eeuw. We stuiten meteen op prachtige kleuren, schitterend borduurwerk, weelderige lagen prachtige stoffen en modepoppen die de hoofdrol lijken te spelen in een toneelstuk. Op de zwarte wand worden foto’s en films getoond van Yves Saint Laurent’s modeshows, op muziek en met de stem van de ontwerper. Ook dit museum vinden we een aanrader! ‘Fashion fade, style is eternal’.


Het is al na 1 uur wanneer we terug buiten komen en besluiten aan de overkant bij Pause Gourmande een kleinigheidje te eten. Er zitten best wel wat locals op het terras en dat is altijd een goed teken. Het eten is weer eenvoudig, goedkoop maar lekker. Na de lunch wandelen we nog even naar het hart van de nieuwe stad, de place du 16 Novembre waar al de grote Europese en Marokkaanse ketens zijn gevestigd. Afdingen is hier ‘not done’. Kopen doen we niet maar dan hebben we het toch gezien. 


Na vier dagen in Marokko, hunkerden we naar wat rust en tijd om te relaxen, gewoon even heerlijk ontspannen. Ook daarvoor is Marrakesh de uitgelezen plek want op veel straathoeken van de stad zie je bordjes hangen met ‘hammam’. Een hammam is een badhuis en sauna waar van oudsher mensen naartoe kwamen om zich te wassen, omdat ze zelf geen badkamer in huis hadden. Nu nog passeren de meeste Marokkanen er op vrijdag voor ze naar de Moskee gaan. Een wasbeurt in de hammam is een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven in Marokko.


Vanmiddag gaan we dus gewoon even ‘off the radar’ om lekker gepamperd te worden. Hiervoor moeten we niet erg ver want we hebben geboekt bij Les Bains d’Azahara, net achter de hoek. Manu ziet ons vertrekken en zegt ‘geniet van jullie wandeling’, hij moest eens weten ... We moeten kloppen want de bel doet het niet - grapje - aan elk Marokkaans huis in de medina hangt een klopper want hier werken Marokkanen niet met een bel. Binnen valt onmiddellijk een rust over ons, mede door het gedempte licht en de rode kleur van zowel tapijten als draperieën. 


We mogen al onze bezittingen in een locker steken en krijgen een badjas en sexy slip om aan te trekken. Daarna worden we naar een kleine ruimte gebracht waar we ons neerzetten op de verwarmde, marmeren banken die aan weerszijde van de kamer staan. Even is het schrikken want het marmer is verdomd heet maar al snel wennen we aan de hitte. Een gezette dame gooit wat water over ons heen en smeert ons helemaal in, waarna ze de kamer verlaat. De zwarte zeep en kruiden doen hun werk en zetten alle poriën open. Na tien minuutjes is ze er weer en begint ze ons uitgebreid te scrubben. We worden gescrubd zoals we nooit eerder gescrubd werden. Ik heb het gevoel dat ik na al dat gescrub zeker de helft van mijn vel kwijt ben. Of ik dat nu fijn vind, daar ben ik nog niet uit. Sonja vindt het heerlijk. Heel onze huid tintelt nog na wanneer we  beide een laag natuurlijke klei op ons lichaam en gezicht krijgen. Dat mag ook weer even intrekken, waarna de dame ons haar insopt met heerlijk ruikende shampoo. Na een laatste spoelsessie mogen we naar een mooie kamer waar we een muntthee krijgen en een korte maar heerlijke voetmassage. Onze vettige voeten gaan nadien in een veel te grote plastiek slipper en zo moeten we de trap op. Hopelijk hebben ze hier een goede verzekering want het kan niet anders of hier is al eens iemand van de trap gedonderd. We geraken heelhuids boven en komen in een kamertje waar  twee massagebedden opgesteld staan.  De dame van de massage levert geweldig werk en legt er haar hart en ziel in. Ze heeft magische handen, binnen no time zak ik helemaal weg in mijn ontspanning, heerlijk! 


Helemaal zen, met een babyvelletje maar met een ‘coupe ontploft’ wandelen we naar onze Riad. Manu opent de deur maar zegt niets ... en wij ook niet. We weten echter dat we er als verzopen kippen uitzien want de liters arganolie in ons haar is niet echt flatterend. Alvorens naar de eetzaal te vertrekken voor het diner, genieten we nog wat na. We hebben wijselijk besloten vanavond niet meer de drukke stad in te trekken zodat we volledig relaxed kunnen blijven want wat was het vandaag weer een hectische, warme dag. Nu is het gewoon heerlijk vertoeven aan het haardvuur met een lekkere cocktail terwijl buiten de woelige stad de dag afsluit en een muezzin uit de minaret zijn laatste lied zingt. We worden een beetje loom zo bij het vuur en krijgen een beetje honger. Plots beseffen we dat Mohammed gewoon wacht met het eten tot we aan tafel zitten. Hij brengt ons weer een lekkere Marokkaanse maaltijd. Na het eten willen we graag nog een verbena thee maar dat heeft hij nu net niet in huis. Geen probleem voor Mohammed: wat er niet is, gaat hij gewoon even halen op de avondmarkt achter de hoek. Ongelofelijk toch? Na slechts vijftien minuten staat er een dampende theepot op tafel met heerlijke verbena. Nog even en foto met hem in de patio zodat we een blijvende herinnering hebben aan de liefste Marokkaan die we ooit hebben ontmoet. In die korte tijd hebben we echt een band opgebouwd met hem. Wat gaan we hem missen!