maandag 18 oktober 2010

Lhasa - dag 3

De wekker loopt af om 7u en het wordt een zware dag! Na het ontbijt - overheerlijke pannenkoekjes met honing, wandelen we naar het Barkhorplein waar de indrukwekkende Jokhang tempel het meest in het oog springt. Dit is niet alleen de oudste tempel van Tibet maar ook het heiligste bouwwerk van het land. Het dateert van 650. Uiteraard gaan we deze bezoeken dus onze gids Kalsan zorgt voor tickets. Terwijl we staan te wachten, zien we devote pelgrims de kora (= pelgrimsronde) lopen rond de tempel - sommigen doen dit de hele dag lang! De meesten blijven op hun twee voeten maar er zijn er die prosterneren = Rechtop staan, handen tegen elkaar boven het hoofd, handen laten zakken tot het voorhoofd, de keel, de borst, op de knieen, en geheel languit gaan liggen terwijl de handen op een stuk karton over de grond tot ver voor het hoofd worden gestrekt. Weer op gaan staan en opnieuw beginnen. En eindeloos zo door. Indrukwekkend! Het is echt schitterend om te zien hoe de oude vrouwtjes met verweerde gezichten in traditionele kledij hun kleine gebedsmolentjes voortdurend in beweging houden.
Vaak hebben ze ook een kralenketting in hun handen. Voor de Jokhang branden offergaven in grote rookovens en de rookontwikkeling is enorm. Bij het binnengaan zijn er twee rijen – eentje voor de pelgrims en eentje voor de toeristen. Alhoewel de Tibetanen zich hier niet echt aan houden – wanneer het te druk is in hun rij, gaan ze gewoon langst de andere rij ... Vele hebben een thermoskan met een yakvloeistof bij zich of een zakje yakboter. De hele tempel is dan ook met yakboter besmeurd en je moet opletten dat je niet uitglijdt. Binnen in de tempel hou ik het niet meer uit - ik zoek weerom het toilet op. Een monnik verwijst me naar de bovenverdieping dus ik dwaal door gangen en steegjes en ga uiteindelijk op de geur af.... Nadien vervoeg ik me weer bij de groep. We zien reciterende monniken, honderden gebedsmolens, enorme Boeddhabeelden, zoals het beeld van Sakyamuni dat verlicht wordt door kaarsjes van yakboter, waarvan de ranzige lucht in onze neusgaten dringt. Wanneer we de binnenkant grondig bezocht hebben, gaan we het dak op. Van daaruit hebben we een prachtig zicht op de stad en de pelgrims die voor de ingang van de tempel allemaal hun matje hebben gelegd om hun gebeden te doen. Heel kleurrijk! Waar ook in Lhasa je staat, van verre rijst de Potala aan de horizon op dus ook van op deze hoogte. Dit gigantische gebouw bepaalt echt het stadsbeeld en het is net of het onderdeel uitmaakt van de berg. Hij symboliseert de macht van het volk in de 17de eeuw en staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Een bezoekje staat dan ook op het programma. We kregen vanmorgen strenge richtlijnen: geen vloeistoffen, geen scherpe voorwerpen, geen shorts of sandalen en lange mouwen dragen. Dat laatste is niet zo erg want het is lichtbewolkt maar de trappen beklimmen zonder water pfffff!

Het kost heel wat zweetdruppels voor we alle trappen beklommen hebben maar het is meer dan de moeite waard. Slechts een klein gedeelte van de Potala is voor het publiek toegankelijk want het paleis heeft wel duizend kamers. Hoewel de Potala zijn aanzien heeft weten te bewaren, heeft hij sinds het vertrek van zijn illustere bewoner toch wat van zijn heilige en mythische karakter en levendigheid verloren. De enkele monniken die overblijven zijn de bewaarders van een gigantisch museum. Enkel de bedevaarders die voor het grootste gedeelte uit de hoogvlaktes komen, verlenen deze plek een sfeer van gebed. Je hebt het rode paleis, het religieuze gedeelte van het gebouw, de tempels, vele kapellen en de mausolea van de 7 Dalai Lama’s. Het witte paleis was de opslagplaats, het wapenhuis en het woonvertrek van het personeel. Van de verblijven van de Dalai Lama’s die nog steeds in de oude staat verkeren, kom je in een labyrint van galerijen, gangen, trappen en tempels waar meesterwerken van de Tibetaanse boeddhistische kunst zijn ondergebracht. Deze overdaad aan beelden, thangka’s, mandala’s, schilderijen, verbluffende graftombes en stoepa’s van de Dalai Lama’s geven je een goed idee van de vroegere artistieke rijkdom van Tibet. We zien ook de vertrekken waar de huidige 14de Dalai Lama tot 1959 gewoond, gewerkt en gemediteerd heeft. Gelukkig gaat Kalsan mee want ik zou hier nooit de weg vinden. In één van de vertrekken zien we een afbeelding van Mr Bean ...sommige monniken hebben dan toch gevoel voor humor. Of zou een toerist deze beeltenis hebben opgehangen? We verlaten de Potala aan de achterkant en van daaruit hebben we een prachtig zicht op de stad. Hier zien we ook voor het eerst de bizarre schilderkunsten van de Tibetanen. Ze doppen hun kwast in de verfpot en gooien die verf dan tegen de gevels .... met het gevolg dat alles, maar dan ook alles volhangt met verf ... zelfs de planten die zich tegen de muur bevinden krijgen wat spetters mee. Ondertussen is de hemel helemaal opengetrokken dus wandelen we nog maar wat verder naar het ultieme plekje voor de fotografen onder ons. Aan de overzijde van de straat staat er een kleine stoepa die je kan beklimmen voor 10 yuan = 1 euro. Van daaruit hebben we een prachtig zicht op de Potala en kunnen we dus de ultieme foto nemen zoals die ook in alle boekjes over Lhasa verschijnt.

Voor onze lunch zakken we af naar een Chinees restaurantje. Daar ontstaat er wat commotie want Paula heeft beslist dat zij voor ons allerlei kleine gerechtjes zal bestellen. Wanneer het op tafel komt, geloven we onze ogen niet .... het eten blijft komen. Blijkbaar was er een misverstand wat de grootte van de porties betreft ...niemand spreekt hier dan ook Engels in Tibet ....enkele kleine kindjes die het leren op school maar daar blijft het bij. Het is - met uitzondering van de kaas momo's wel heel erg lekker. Die geven we dan maar integraal aan een Chinese familie die uitgehongerd naar ons eten zit te staren - ze zijn overgelukkig! Na de lunch nemen we enkele taxi's en rijden we naar het Sera Kloosterdorp aan de voet van de berg Phurpa Chok Ri. Vroeger woonden hier meer dan 5000 monniken – vandaag zijn dat er nog slechts 500. Hier kunnen we in de prachtige kloostertuin de debatterende monniken gaan bekijken. Redelijk spectaculair hoe ze discussiëren over het Boeddhisme en het geloof in het algemeen en hoe ze luid roepend en met grote bewegingen hun woorden kracht bijzetten. Ze klappen in hun handen en stampen met de voeten hard op de grond. Ik stel me echter wel de vraag of deze opvoering niet enkel voor de toeristen is maar onze gids zegt van niet ... ik versta geen Tibetaans dus zal het nooit weten natuurlijk.

Met de lokale bus rijden we terug naar het centrum waar we met sommige afspreken om in restaurant Dunya, uitgebaat door Nederlanders en gelegen aan het hotel, enkel een noedel soepje te gaan eten na die uitgebreide maaltijd van vanmiddag. Nadien hebben we nog wat vrije tijd om Lhasa te verkennen. Ik ga eerst naar een leuk koffiehuisje waar ik kan internetten. Daarna loop ik nog wat rond op het Barkhorplein en besluit de winkeltjes rond de Jokhang eens van naderbij te bekijken. Zonder het goed te beseffen, loop ik tussen de vele pelgrims met hun gebedsmolentjes toch wel enkele kms. Ik ben niet zo dol op de Chinese toeristen die ongegeneerd met hun digitale camera's tussen de prostenerende Tibetanen staan te springen. Er komen hier massa's Chinese toeristen, ongeveer tien keer zoveel als Westerse toeristen, zeker nu de treinlijn van Beijing naar Lhasa geopend is. Chinese toeristen verplaatsen zich doorgaans in grote toergroepen, voorzien van identieke petjes of T-shirts, onder de leiding van een reisleider met paraplu of vlag. Verder vallen ze vaak op door een volledig gebrek aan respect voor de Tibetanen.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten