Vandaag starten we in Bisbal de zogenaamde ‘Dali Driehoek’ in het kasteel Púbol, gelegen tussen de velden met uitgebloeide zonnebloemen en de geur van mest. Dit middeleeuwse kasteeltje is een liefdesbetuiging van de schilder aan Gala, de vrouw voor wie hij het kocht en volledig inrichtte. Ze ligt er zelfs begraven in het souterrain, in een mausoleum dat door Dali is ontworpen. Hier liet hij trouwens bijna het leven toen hij ernstige verwondingen opliep bij een brand kort na het overlijden van Gala. Zijn wens was aanvankelijk om naast haar in Púbol begraven te worden maar op het allerlaatste moment zou hij toch besloten hebben in Figueres te willen liggen.
We zijn nog een beetje te vroeg dus wachten we in de Carrer Gala Dali, genoemd naar de schilder en zijn vrouw tot we binnen mogen. Dali veranderde het oude kasteel in een sober en mysterieus woonhuis. De buitenkant van het gebouw heeft Dalí zoveel mogelijk in de oorspronkelijke, deels vervallen staat gelaten. De binnenkant doet ons meer dan eens de wenkbrauwen fronsen. Zijn creativiteit kent ook hier geen grenzen. In de meer dan 30 jaar dat Dali het huis verliet, heeft het zijn sfeer, uitstraling en charme niet verloren. Dit kleine 14e-eeuwse kasteel herbergt voorwerpen die even mooi als verrassend zijn: een troon, veel olifanten, een salontafel met struisvogelpoten, de oude Cadillac van de kunstenaar en een adembenemend plafond. Ja de inrichting is buitengewoon excentriek.
Het trapje op de binnenplaats leidt naar de Saló dels Escuts, de voormalige wapenkamer, nu veranderd in Gala's troonzaal. Na de dood van Gala zou Dalí, gezeten op de armstoel, zijn gasten hier hebben ontvangen. Intrigerend is de geschilderde openstaande deur naast de troon, een "trompe l'oeil". Er zijn er wel meer verspreid in het huis en dat maakt het bezoek extra leuk.
De donkerblauwe Cadillac met het nummer 8942 staat in de garage. Het was de lijkwagen voor Gala. Daarin werd haar dode lichaam teruggebracht naar het kasteel van Pubol, waar haar ziel nooit was weggegaan.
Wat ik nog niet wist, is dat Dali en Gala goed bevriend waren met Christian Dior. De eerste contacten waren in het begin van de jaren dertig in Parijs toen de kunstenaar naam probeerde te maken in de hoofdstad van de kunst. In die tijd exposeerde Dali zijn creaties in een kleine galerij,waarvan Christian Dior mede-eigenaar was. Gala had veel ensembles van Dior in haar persoonlijke collectie, die ze droeg op verschillende evenementen en vernissages. Deze worden prachtig tentoongesteld in een speciale kamer. De lichtinval zorgt ervoor dat de kleuren goed tot hun recht komen.
Wanneer we de lommerrijke tuin inwandelen, is het alsof we in een andere kamer van het kasteel komen. Dichte begroeiing, smalle steegjes, knusse hoekjes met bankjes en een klaterende fontein. Deze is op zich ook wel bizar: Koppen van Wagner in verschillende kleuren keramiek rondom een spuitende bizarre vissenkop. De fontein doet mij een beetje denken aan de Trevifontein in Rome, al is het hier een pak kleiner. In het water zien we geen centjes maar wel vissen. Een wens doen is dus niet mogelijk! Ook hier is het rustig en zijn we zo goed als alleen.
We wanen ons in de tropische jungle met het levendige geroezemoes van de vogels. Als ik dan al een ‘secret garden’ in gedachten heb, dan is het deze wel.
Tussen de begroeiing bevinden zich zijn beroemde olifanten op muggenpoten. Er is wel een klein minpuntje: de struiken en de bomen zouden iets gesnoeid mogen worden zodat de beelden zichtbaarder worden. De tand des tijds heeft het materiaal waaruit de olifanten gemaakt zijn, ook wel een beetje aangetast. Een opfrissing kan het dus wel gebruiken. Op de achtergrond heerlijke muziek van Etta James. Op de één of andere manier past dat jazz ritme hier wel. Terwijl ze daar woonde, bezocht Dali de veel oudere Gala niet zonder een schriftelijke uitnodiging. Dali zei daarover ooit dat de toestand zijn masochistische neigingen vleide en hem in vervoering bracht. Afstand vergroot de passie alleen maar. Vreemd koppel die twee maar blijkbaar wel een goed koppel! We eindigen ons bezoek waar we begonnen zijn, op de binnenplaats die nog steeds een middeleeuwse sfeer uitademt.
Het dorpje Púbol zelf is ook best mooi dus ik kan wel begrijpen dat Dali zich hier thuis voelde. Het is echter niet veel meer dan een pleintje, twee poortjes en een straatje. Als Dalí zijn oog niet had laten vallen op het kasteeltje in dit dorp dan was Púbol beslist onbekend gebleven. Een straatje met keitjes loopt van het kasteeltje onder een boogje door naar het dorpspleintje, een oase van rust.
Aan het stille pleintje grenst een tweede poortje en aan de ander kant daarvan sta je alweer buiten. De kleine straatjes brengen ons in gedachten zo weer terug in de tijd. In een plaatselijke galerij hebben ze prachtige kunstwerken.
We verlaten Púbol en rijden verder naar Bisbal, de keramiekhoofdstad van de regio die op slechts 15 km ligt. In de hoofdstraat zijn er verschillende winkels die aardewerk, sieraden en lokale tegelkunst tentoonstellen. Hier zien we echte handgemaakte keramiek waarvan de kwaliteit, vanwege de goede kleigrond, echt top is maar alles is veel te groot om mee te nemen. In één van de laatste winkeltjes in de straat zie ik een kleine salamander die ik echt mooi vind dus ik besluit die dan maar als souvenir mee te nemen voor op de muur in mijn tuintje. Een beetje Spanje in het koude België. Het is net twee uur geworden en alles sluit voor de siësta dus gaan we maar een restaurantje binnen om te lunchen. We zetten ons in de schaduw want de zon brandt genadeloos.
In het centrum van La Bisbal zijn er een aantal oude gebouwen uit de Middeleeuwen. Les Voltes is een gebouwenblok met zuilen in neoklassieke stijl. Veel panden aan deze gaanderij hebben nog hun oorspronkelijke gevel uit de 19de eeuw. Er zijn winkeltjes, bars en restaurants maar er is veel gesloten, waarschijnlijk omdat het zondag is. De stad was ooit ommuurd en de nog bestaande poort komt uit op de oude brug over de droge Ríu Daró. Vroeger was dit de ingang van de middeleeuwse stad. Wat wel mooi is, is de promenade aan de Passeig Marimon Asprer. Hier staan maar liefst 50 bomen, allemaal gepland in 1180, netjes op een rij. De stad ligt er verlaten bij, er is geen mens op straat. Veel valt er dus niet te beleven.
We wandelen naar het ceramiek museum maar staan jammergenoeg voor de deur want op zondag zijn ze gesloten. Dat heb je met dat Catalaans … ik las op de website dat ze open waren op ‘dimarts’ en nam aan dat dat zondag was vanwege het Franse ‘dimanche’ maar dat is dus dinsdag. Dit gebouw, een prachtig stukje industriële architectuur, herbergt de grootste collectie aardewerk in Catalonië. Door het hekwerk zien we op de binnenkoer de slanke silhouetten van de oude grote schoorstenen. Het is een beetje balen maar ja we kunnen niet altijd geluk hebben. De keramiek tand moeten we dus uittrekken maar er is nog een attractie in de stad.
Er is een kasteel uit de 11e eeuw, een van de weinige voorbeelden van Romaanse architectuur in de regio. Nu is er echter een hotel in gevestigd. De straatjes eromheen zijn wel pittoresk maar verlaten. Daarom rijden we terug naar het toeristische Peratalada om wat mensjes te zien en om opnieuw een ijsje te eten bij Gelats Angelo. De oude stadskern heeft echt de flair van Montmartre en overal waar we kijken is het mooi en charmant.
In een plaatselijk bakkertje kopen we heerlijk stokbrood en wat verderop een typische salami uit de streek. Hiermee trekken we naar ons hostal voor diner at home. We bijten er onze tanden bijna op stuk maar van smaak is het heerlijk.
Prachtige foto's en leuke dorpjes hoe jij dat allemaal kan
BeantwoordenVerwijderenvinden.Hopelijk de volgende dagen ook nog veel te zien en natuurlijk eten en snoepen.Dat gaan wij e volgende dagen ook doen wandelen eten en drinken en natuurlijk heerlijke Torte eten in Duitsland.Groetjes tot vrijdag geniet nog