woensdag 15 september 2021

Ripoll - Besalú

Ook deze ochtend kan er bij onze ober geen lachje af. Het is dat wij graag ontbijten want anders zouden we hier niet al te lang vertoeven. Op de achtergrond geen leuke muziek maar een TV die een saaie nieuwuitzending brengt. Dat is wel typisch Spaans natuurlijk want de Spanjaarden eten het liefst in de nabijheid van het scherm. Ons verblijf in Figueres, stelt ons in de gelegenheid om een stukje van het binnenland te ontdekken en daar hopen we nog het echte Spanje te zien. Na het ontbijt rijden we naar Ripoll, de wieg van Catalonië, gelegen midden in de Pyreneeën en ingeklemd tussen de bergen. We rijden door de woeste natuur van het prachtige gebergte naar het National Park Garrotxa Volcanic. Tienduizenden jaren van erosie hebben hier de lavabergen veranderd in glooiende, vruchtbare heuvels. De vulkanen zijn al eeuwen geleden uitgedoofd maar er zijn maar liefst 30 beboste heuvels overgebleven. Ja ook wij trokken onze wenkbrauwen op bij het horen dat Catalonië zo’n veertig uitgedoofde vulkanen heeft en hoewel ze al 11.000 jaar niet meer actief zijn, is een uitbarsting niet uitgesloten. Gezwind rijdt ons Peugeotje door de bochten. Af en toe tergend langzaam omdat een of andere toerist op de rem gaat staan. Verschrikkelijk vervelend vind ik dat! Ja ik beken, ik heb een zware voet maar ik denk niet dat Tania schrik heeft gehad. Het is een uurtje rijden maar door de oogverblindende omgeving lijkt het of we er snel zijn. 


Na de vele haarspeldbochten komen we aan in Ripoll, niet het allermooiste stadje maar wel het meest historische. Reden van ons bezoek is het Santa Maria’s Monastery. Dit benedictijnenklooster is de ‘bakermat’ van Catalonië en een belangrijk religieus en cultureel centrum, met een grote en majestueuze romaanse kerk. We parkeren de auto boven in het dorp want daar moeten we geen parking betalen. Ondertussen kennen we al het klappen van de zweep. Wanneer we uitstappen, zijn we verbaasd want ook al schijnt de zon, het is maar 17 graden en dat zijn we niet meer gewoon. Het is dus best frisje maar het is dan ook nog redelijk vroeg in de ochtend en we zitten in de bergen, dat zal er ook wel iets mee te maken hebben. Het klooster is één van de mooiste voorbeelden van Catalaanse-Romaanse architectuur en uitgeroepen tot UNESCO Werelderfgoed. Het is gebouwd in de 9e eeuw en werd gesticht met als doel de omringende valleien te bekeren tot het christendom. De grote aardbeving van 1428 trof ook deze kerk en mede als gevolg van plundering en brandstichting verviel de kerk tot een ruïne.


Het prachtige portaal bleef min of meer gespaard. De 12e-eeuwse portalada van het klooster is dus het meest opvallende kenmerk van het complex. De indrukwekkende toegangspoort staat nu achter een dikke glazen wand. Deze deuropening die de gelovigen en nieuwsgierigen verwelkomde, is een van de grote sculpturen van de Europese romaanse stijl. Het is volledig gebeeldhouwd met scènes uit het Oude Testament. Op een foldertje wordt ieder deel van de poort uitvoerend beschreven. Wanneer we door de deur gaan, komen we in de kerk. Boven het altaar bevindt zich een mozaïek van de maagd Maria.


Het mooiste gedeelte, wat hadden jullie gedacht, is uiteraard de kloostertuin omringd door prachtige bogen die versierd zijn met figuratieve kapitelen. Beneden zijn ze bewerkt met typische Romaanse taferelen en boven hebben ze versieringen met bladmotieven in een meer gotische stijl. In het midden staat een klaterende fontein. Het is hier erg rustig zo laat in het seizoen dus  we nemen onze tijd en genieten van een zen momentje. Wanneer we na ons bezoek terug buiten komen, is de temperatuur plots terug de hoogte ingeschoten. We zetten ons dan maar even op een terrasje. Een fris drankje om af te koelen, wordt vergezeld door een lekkere appelkoek van bij de plaatselijke bakker. We zijn op vakantie dus dan mag een zonde op tijd en stond zeker niet ontbreken. We laten het smaken en kijken gewoon wat mensjes van op het terras. We doen eigenlijk niets liever. Ondanks dat de temperatuur opnieuw de hoogte in ging, zijn er hier heel wat mensen die aangekleed zijn alsof het putteke winter is. Bergvolk, het is toch een ras apart hoor!


Het lieflijk ogend dorpje Besalu dat aan de rand van het Garrotxa vulkaangebied ligt, is onze volgende stop. Het is één van de oudste dorpen van Catalonië en een monumentaal voorbeeld van de Catalaanse middeleeuwen. De Placa Major is een plaatje, halve cirkelvormige bogen omringen bijna het hele plein en geven het een unieke uitstraling. Niet ver van de Placa Major staat de Sant Julia, een 12e-eeuwse kerk gebouwd in Romaanse stijl. Het mooiste aan dit kerkje is haar bijzondere ingang, die bestaat uit zes bogen.


We kunnen er echter niet naar binnen dus lopen we verder naar de grote kerk van het dorp, Sant Vicenç, een 13e-eeuwse katholieke kerk. Het Placa Prat waar de kerk op staat is het grootste plein van Besalú. We besluiten hier een hapje te eten en zetten ons op een zonnig terras met zicht op de 15meter hoge klokkentoren en bestellen zalm. Het is echt ongelooflijk tof om vis te kunnen bestellen zonder schrik te hebben voor de prijs. De vis is hier altijd heerlijk vers en ook nu weer hebben we gegeten voor slechts 30€, inclusief drank. 

Na de lunch gaan we op zoek naar de prachtige 11de-eeuwse Romaanse versterkte brug, de ‘Puente de Besalú’. Wat meteen opvalt, zijn de twee torens aan weerszijden van de brug. Deze dienden als stadspoorten en om de stad te verdedigen. Wat ook opvalt is dat de brug niet recht loopt maar een beetje heen en weer gaat. Dit is zo omdat men destijds de natuurlijke rotspartijen in de rivier gebruikt heeft als fundamenten. Van hier hebben we een mooi uitzicht op de stad.


Op goed geluk wandelen we nadien de stad in en gaan we op ontdekking. Overal zien we smalle straatjes, verborgen pleintjes, oude huizen met dikke muren en af en toe met kleine balkonnetjes met mooi uitzicht op de omgeving. Besalú is van oorsprong een erg Joodse stad. De Joodse wijk is dan ook redelijk omvangrijk en van groot belang. Het Middeleeuws Joods badhuis waar in de middeleeuwen de joden zich kwamen reinigen, kunnen we niet bezoeken en dat vinden we wel jammer. Hiervoor moest je vooraf reserveren. Een artistiek detail in de stad zijn de stoelen van een Italiaanse kunstenaar. 

Rond 6 uur komen we aan in Figueres waar we zoals de voorbije dagen de parking van het hotel inrijden. Er is echter geen plekje meer vrij. Misnoegd rijden we dan maar naar de publieke parking waar ze maar liefst 25€ per dag vragen. In het hotel maken we hier melding van, waarop de dame achter de receptie ons hautain aankijkt en beweert dat er nog plek genoeg is. Wat blijkt, enkele meters verder is er nog een parking van het hotel. Wat verveeld gaan we de auto terug halen om deze in de andere hotel parking te zetten, die trouwens even klein is maar wel dichterbij. 

Wanneer we s’ avonds gaan eten is het nog steeds 25 graden. De tinto verano smaakt heerlijk in combinatie met een dampende pan paella. Een beetje tipsy vraagt Tania de rekening in het Nederlands waarop ik de slappe lach krijg maar de ober heeft haar begrepen want even later kunnen we afrekenen. Wat verderop gaan we nog even langs de gelateria voor een pistache ijsje. Ook ik ben een beetje boven mijn theewater denk ik want ik kan plots geen Engels meer. Ik vraag ‘een potje ijs’. In tegen stelling tot de ober van daarnet, begrijpt de ijscoman mij niet. We eindigen met elk een bol cocosijs. Niet wat we initieel wilden maar uiteindelijk toch lekker. 


2 opmerkingen:

  1. voor mij ook ne tinto verano Nadin.groetjes S&R

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Alles gelezen en top foto's met ons alles ok gisteren een
    beetje regen voor de rest zonnig en enkele wolken het eten was lekker overal en ook de wijntjes.Papa heeft het heel goed doorstaan groetjes en geniet nog jullie hebben een prachtige reisgehad.

    BeantwoordenVerwijderen