maandag 9 oktober 2017

Munduk - Sibanggepe

Wanneer we de gordijnen openen, valt de regen weer met bakken uit de hemel. Dat brengt niet bepaald een smile op ons gezicht want vandaag gaan we fietsen. Ingrid trekt dus maar snel een langere  broek aan en neemt nog wat extra kledij mee. Ook onze gekregen regenjasjes van Surya verdwijnen in de rugzak. Tegen dat we gaan ontbijten, is de regen echter gestopt en zien we zowaar een streep blauwe lucht. Zouden de goden ons toch nog goed gezind zijn? Er is nog niemand in de ontbijtruimte want blijkbaar gaat deze pas open om 7 uur en we zijn 10 min te vroeg. We gaan maar alvast zitten en wachten geduldig tot de obers verschijnen. Bij het ontbijt vandaag een lekker bananen pannenkoekje met aardbeien coulis en room.


Na het ontbijt komt Surya ons ophalen. Wanneer we in de auto stappen, zegt hij vermanend ‘I told you to take all your belongings from the car but you left something’. We kijken elkaar verbaasd aan want we hebben de auto eergisteren toch helemaal leeg gemaakt? Tussen de twee stoelen ligt er echter een pak. We hebben beide nu misschien wel wat Alzheimer maar toch kunnen we ons niet herinneren dat we iets van die grootte gekocht hebben. Wanneer ik het pak open, zie ik dat het een geschenkje is van Surya voor ons. Het is een houten uitgewerkte plakkaat met onze namen. Wild zijn we er niet van maar het is toch lief van hem.


Surya neemt ons mee naar zijn dorp Sibanggede. We stoppen bij het ouderlijk huis, waar de hele familie bij elkaar woont. We ontmoeten Surya’s broer, nonkel en tante. In de tuin staan massa’s bomen waaraan de heerlijk geurende frangipane bloem hangt. De vrouwen van de familie plukken elke morgen de bloemen en verkopen deze nadien op de markt. Van dat geld kopen ze eten. In mijn ooghoek zie ik al 3 baby roze fietsen staan uit grootmoeders tijd en ja hoor, deze zijn voor ons. We vertrekken rond kwart voor 9 zoals eendjes op een rij want het verkeer is redelijk hectisch. Gelukkig zijn de wolken verdwenen en schijnt de zon volop. Het is een klein Balinees dorp dus Surya kent alle mensen die hier wonen en om te zoveel tijd trekt hij aan zijn fietsbel om iedereen te laten weten dat hij eraan komt. Zo fier als een gieter laat hij ons zijn dorp zien. Regelmatig wordt er geroepen en gelachen naar elkaar en we weten dat het over ons gaat want we horen zo nu en dan het woord ‘Belgica’. We komen hier geen andere toeristen tegen. Bali ontwaakt en wij mogen dit meemaken! Af en toe stop hij om ons meer te vertellen over de Balinese cultuur.




We ontdekken samen de dorpstempel en stoppen bij de plaatselijke markt. Voor Ingrid kan dit bezoek niet kort genoeg zijn want ze heeft het gevoel dat haar ontbijt zo weer naar buiten kan komen, maar ik hou wel van de couleur locale, al moet ik toegeven dat dit het eerste Aziatische land is waar het zo vuil is. Werkelijk alle afval wordt op straat gegooid en op de markt is het nog erger. We kunnen enkel zeggen, wees blij dat jullie de geur niet meekrijgen. Het vlees ligt vol met vliegen op de toonbank - ja de hygiëne is hier ver te zoeken. We mogen ook wat gebakjes proeven die de doorsnee Balinees bij het ontbijt eet. Gelukkig zien die er wel heerlijk uit en ze zijn best lekker.


Surya blijkt een enthousiaste gids en hij leidt ons verder, grotendeels bergafwaarts, door zijn dorp en langs heldergroene en uitgestrekte rijstvelden. Bij het eerste rijstveld heb ik al prijs, er ligt maar één plas en net dan verlies ik mijn evenwicht en plof pardoes met mijn slippers in de modder. Ook Ingrid, die net achter me rijdt, komt met haar voeten in de modder. Ach dat wassen we er straks wel weer af. Op de terugweg suizen we een helling af over een weg met gaten en koeienstront. Het “downhill” fietsen krijgt hier een eigen betekenis. Focussen Nadine want hier wil je echt niet vallen! In de straten van het dorp passeren we blaffende honden, de kippen scharrelen vrij rond en iedereen wuift ons na. Bij de plaatselijke lagere school, komen de kindjes even hallo zeggen. Ze hebben allemaal een mooi rood uniformpje aan. Wanneer we verder fietsen blijven ze maar zwaaien. We willen wel terug zwaaien maar dat is best moeilijk omdat we dan de rem moeten loslaten. Wanneer we terugkomen bij ons vertrekpunt willen we graag nog even plassen dus wijst Surya ons de weg naar zijn toilet. Omdat elke Balinees zijn schoenen uitdoet voor hij het huis binnengaat, doen wij dit ook. Dat blijkt geen goed idee. Op de witte vloer ligt zo veel stof dat we onze eigen voetafdrukken kunnen zien. Surya heeft er, denk ik, zelf ook niet zo’n goed gevoel bij en zegt dat hij hier maar weinig is. Blijkbaar hebben ze nog een huis ergens anders en dat verklaart het feit dat zijn vrouw en ouders niet aanwezig zijn. 



We nemen afscheid van Surya’s familieleden en rijden naar de Pura Taman Ayun, een tempel gewijd aan de voorouders van de vorsten die tot 1892 over Mengwi heersten. De prachtige tuin is aan weerszijde geflankeerd door een gracht met lotusbloemen. Wanneer we door het hoofdportaal naar binnen gaan, zien we al van ver de diverse meru torens die de bergen voorstellen. De hoogste heeft elf verdiepingen. Er zijn ook verschillende paviljoens. Gelukkig moeten we hier onze sarong niet aantrekken want we betreden het middelste van de tempel niet. Het is voor mij genieten want ik hou echt van deze stijl van tempels maar Ingrid vindt er niets moois aan. Veel te sober en onverzorgd en ook de figuren die in de stenen tempel zijn uitgehouwen vindt ze lelijk. Ik vind het echter prachtig om te zien hoe sommige tempels langzaamaan bijna opgaan in de natuur en ik denk onwillekeurig aan “me Tarzan, you Jane” als ik de lianen zie. Ingrid is, denk ik, meer voor de kitscherige Thaise tempels, sierlijk met veel goud. 



Tijd voor wat natuur dus trekken we naar de vlindertuin. De tuin zelf staat vol met prachtige bloemen en daartussen vliegen honderden vlinders die de omgeving vullen met een indrukwekkende kleurenpracht.  In een klein huisje bevindt zich een kweekplaats voor vlinders. Deze prachtige dieren leven maximaal 5 weken en dat is een van de redenen waarom ik er zo door gefascineerd ben. Ze vertegenwoordigen de schoonheid van het leven. Wanneer een vlinder uit de pop breekt, kan het gedurende drie uur nog niet vliegen omdat hun vleugels te nat zijn. Voor we het goed en wel beseffen, zitten er verschillende vlinders in ons haar en op ons lichaam.


In het park zijn er nog verschillende andere insecten, zoals levende takken, wandelende bladeren, schorpioenen en last but not least de gigantische neushoornkever. We mogen de beestjes knuffelen, in hoeverre dat dan mogelijk is. Ingrid twijfelt even of ze zo’n kever op haar hand wil want het beestje ziet er heel angstaanjagend uit met zijn grote poten en hoornachtige stekel op zijn kop. Meestal ben ik de bangerik maar ze doen echt niets en het is eigenlijk best een lieverdje. Ik kan haar toch overhalen om het beestje van me over te nemen. Buiten vraagt Surya of we ook de vogelspin op onze handen hebben laten zetten maar op die vraag moeten we beide negatief antwoorden. Dat is echt een stap te ver! Surya vraagt of we weten waar de grootste spin ter wereld leeft. We denken Australië maar Surya zegt heel gedecideerd ‘no in the US’. Enkele seconden later komt dan ‘spiderman’. Ja, Surya maakt graag grapjes maar we zijn het nog niet helemaal gewoon. 



De door Unesco werelderfgoed beschermde rijstterrassen van Jatiluwih staan vandaag ook op het programma. Overal op Bali zien we ze, de rijstvelden, ofwel de sawa’s waar altijd wel mensen aan het werk zijn. Logisch, rijst is belangrijk voor de bevolking, en omdat er veel mensen op Bali wonen, wordt er dus overal rijst verbouwd. Vaak op kleine stukjes grond tussen de bebouwing maar ook op de berghellingen vormen ze een schitterend groen lijnenspel. Bij het bergdorp Jatiluwih gaan we eerst eten in een restaurantje met uitzicht op die terrassen. 


Jati Luwih’ betekent ‘heel erg mooi’ en het duurt ook niet lang voor we beseffen dat deze omschrijving perfect past. Hier is het nog ongerept. De terrassen liggen tegen de berg en aan de andere kant strekken zij zich uit tot aan de zee. Rijstboeren zijn hier als een soort landschapsarchitecten aan de slag geweest en hebben in de loop der eeuwen terrassen aangelegd die zich vaak honderden meters hoog tegen steile berghellingen uitstrekken. De rust en de schoonheid die het landschap uitstraalt, is heerlijk. Surya neemt ons mee voor een korte wandeling langst een pad aan de zijkant van de rijstterrassen. Vanwege haar overvloed aan bronwater, vulkanische grond en constant gunstig klimaat, levert het eiland 3 rijstoogsten per jaar. Ik weet niet wat het is, maar rijstvelden zorgen er steeds voor dat ik me geweldig sereen en relaxed voel, ze hebben echt een kalmerend effect op me. Dit gebied is minder toeristisch, het ligt dan ook wat afgelegen, en we lopen hier bijna alleen.


We zakken af naar het Bratan meer met de bekende Ulun Danu tempel. Deze Balinese pura is hindoeïstisch en ligt in het noordwesten van het eiland. De tempel is gewijd aan de godin Dewi Danu, de godin van het water, meren en rivieren. Het complex werd in 1633 gebouwd en is verdeeld over verschillende eilandjes. De Meru met 11 daken is gewijd aan Shiva en zijn gemalin Parvati. Ook Boeddha heeft hier een plaats. Het Bratan meer speelt een belangrijke rol in de irrigatie van de omgeving en staat bekend als het heilige bergmeer. Het ligt op 1200 meter hoogte en het klimaat is daardoor koel. Ik loop nog steeds in een topje maar zoals verwacht heeft Ingrid het koud, zelfs met haar vestje. Jammer dat het hier zo mistig is want het uitzicht zou hier spectaculair zijn. Hopelijk zien we morgen tijdens onze jungle trekking meer van de omgeving.



Onze tocht gaat verder richting het noorden. Dorpen worden gehuchten en het geluid van het drukke voorbijrijdende verkeer maakt plaats voor uitbundig vogelgefluit, gonzende insecten en de wind die door de bomen ruist. Na een kronkelige rit door de heuvels arriveren we in het kleine bergdorp Munduk. We stoppen even aan een uitkijkpunt met zicht op het meer van Buyan. Aangezien het op een plateau ligt, is het meestal omgeven door mist, zo ook vandaag. We voelen hier de natuur!


Overnachten doen we op grote hoogte, waar de temperatuur een flink pak lager ligt. De Moding Plantation ligt in het tropisch regenwoud, te midden van de koffieplantages. Hier ruiken we de sterke geur van koffie en kruidnagel. We worden koninklijk ontvangen met een boa van oranje bloemen en krijgen een garden suite. A room with a view’ is hier een understatement! Het megagrote raam kijkt uit over het oerwoud. Wat is Bali heerlijk groen! De kleur groen is hier alomtegenwoordig: lichtgroen, donkergroen, geelgroen, gifgroen … Al die verschillende tinten groen bij elkaar maakt deze plek heel rustgevend. Als ik mij een voorstelling maak van het Hof van Eden, de Bijbelse plek waar Adam en Eva elkaar ontmoet hebben, is het Bali dat ik voor de geest haal.


We zijn net op tijd om de ‘afternoon tea’ te nuttigen aan het zwembad. Ik heb echt een zwak voor zwembaden die visueel overlopen in een oerwoud of in zee. Hier hebben ze er zo eentje. Wat er zich echter achter het zwembad bevindt, kunnen we niet zien want er hangt een dichte mist. De thee is lekker maar de koekjes die erbij geserveerd worden zijn aangebrand. Ingrid steekt haar kleine teen even in het zwembad en besluit wijselijk haar kleren maar aan te houden. Hopelijk schijnt morgen de zon! 


We dineren in het hotel want we zitten echt in ‘the middle of nowhere’ en hebben dus geen andere keuze. De ramen staan wagenwijd open en zelfs ik vind het frisjes dus jullie begrijpen hoe Ingrid zich voelt? We eten dus snel en gaan terug naar de kamer. 


We zijn blij met onze klamboe die ons tegen megaspinnen, kevers en ander vies ongedierte moet beschermen. Vanavond slapen we dus in “ons kamp” een prachtig bed met muskietennet. Onze oren zijn gespitst. Uit onderzoek blijkt namelijk dat je veel meer hoort, ziet en voelt wanneer je in een stille omgeving vertoeft. En dat kunnen we beamen, na een tijdje slagen we erin om de verschillende omgevingsgeluiden beter te filteren. We horen de vogeltjes zingen, de blaadjes ritselen in de wind en in plaats van een kakofonie aan geluiden, horen we nu elk geluid als een afzonderlijke melodie. Heerlijk om zo in slaap te vallen.


1 opmerking:

  1. Weeral een prachtige dag gehad en proficiat met jullie
    fietstocht en wens een heerlijke nachtrust tussen al de
    beestjes.slaapwel groetjes

    BeantwoordenVerwijderen