donderdag 5 oktober 2017

Candidasa - Ubud

Het was een verschrikkelijke nacht, vooral voor Ingrid die slechts 3 uurtjes geslapen heeft. Rond een uur of 5 is het hevig beginnen regenen maar wanneer we om 8 uur naar het ontbijt wandelen, is de regen gestopt. Er is nog wel veel bewolking dus Ingrid wil nog snel een andere jurk aantrekken. Wanneer er om iets voor 9 aan de deur geklopt wordt en een vriendelijke mijnheer in klederdracht ons vraagt ‘Ingrid and Nadine, you sleep well?’, is er weer even verwarring bij ons. Hmmmm is dit nu Surya? Hoe zag die er nu weer uit? Wij zijn echt twee goei bij elkaar! Pas wanneer we aan de receptie komen, en we oog in oog komen te staan met de echte Surya weten we het weer. De koffers worden opgehaald en in de auto gezet.


Ons eerste bezoek brengt ons naar Tenganan, een 700 jaar oud ommuurd dorp in de heuvels. Het  is niet ver van Candidasa maar de weg klimt behoorlijk omhoog. Hier worden we volledig ondergedompeld in de lokale cultuur van het kastensysteem. De ‘Bali Aga’, oorspronkelijke inwoners die nog grotendeels volgens oude religie leven en veelal authentieke ambachten uitoefenen, laten ons proeven van hun cultuur door de vele verhalen die ze te vertellen hebben. De Aga beschouwen zichzelf als goddelijke nakomelingen. Enkel mannen en vrouwen die hier geboren zijn, mogen na een levenslange kringloop van reinigingsrituelen zetelen in de dorpsraad. Dit oude dorpje huisvest grootgrondbezitters die hun velden laten bewerken door de uitgestotenen die buiten de dorpsmuren moeten leven. Tenganan ligt idyllisch tegen een helling in het tropisch regenwoud. Zodra we via één van de vier toegangspoorten binnenkomen, lijkt het alsof we teruggaan in de tijd. Het is een soort levend museum. Vrijwel elk huis heeft een tempeltje in de voortuin, de beplanting is er weelderig en de hond heeft nog de ruimte om lekker midden op de weg te lopen.



We wandelen tot bij een huisje waar de vrouw van onze plaatselijke gids een winkeltje uitbaat. Uiteraard worden we uitgenodigd om een kijkje te nemen in het atelier waar ze al duchtig bezig is met haar weefgetouw. Tenganan is bekend om de grinsing, een stof die wordt gemaakt met een weeftechniek waarbij draden worden gebruikt die vooraf al in een patroon zijn geverfd. Hiermee worden prachtige sarongs gemaakt, maar als tafelkleedje kan het ook best dienen. De huisjes en de paden hebben grijze steentjes, elk met exact hetzelfde patroon. Gemotoriseerd vervoer mag het dorp niet in, dus het enige geluid komt van kraaiende hanen en een enkele televisie. We passeren enkele hanen met pastelkleurtjes. Ze worden geverfd gewoon voor de fun, zegt de gids. Ja, dit blijft voor ons een tijdverdrijf met vraagtekens.


We verlaten dit mooie, pittoreske dorpje en tuffen de eerste kilometers over asfalt. De staat van de hoofdwegen is over het algemeen goed. Van zodra we deze verlaten, is het een ander paar mouwen. Dan rijden we over hobbelende wegen niet breder dan een fietspad. Dit zijn echter wel de leukste weggetjes langs het gewone Balinese leven. Hard rijden is zo goed als onmogelijk dus kunnen we alles goed in ons opnemen. Spelende kinderen, een vastgebonden koe die aan het grazen is, kleine winkeltjes, vrouwen die van alles op hun hoofd verplaatsen, tuk tuks en scooters die perfect voetgangers weten te ontwijken … ja dit is genieten. Zoals beloofd, stopt Surya nog even aan de lelievijver waar de bloemen nu mooi open staan. 


Vanavond is het volle maan en her en der zijn er ceremonies in de plaatselijke dorpstempels. Surya besluit in een van de dorpjes even te stoppen zodat we dit wat van dichterbij kunnen bekijken. Uiteraard kan dit niet in onze westerse kledij dus hij tovert twee sarongs uit zijn tas en kleedt ons deskundig aan zodat we niet uit de toon vallen. Terwijl hij ons wat fatsoeneert, hoor ik een gekraak. Surya is uit zijn hemdje gescheurd. We merken op dat hij redelijk ijdel is want hij vraagt wel 3 keer of we het goed kunnen zien. De 3 binnenplaatsen van de tempel zitten vol met mooi geklede mensen. Alle vrouwen dragen een kanten blouse en er wordt heel wat geofferd.


We zijn nog steeds moe maar een dutje doen onderweg is geen optie want er is zoveel te zien dat het zonde zou zijn om zelfs nog maar met onze ogen te knipperen. Iedereen die ooit in Bali is geweest en er met een auto, motor of fiets heeft rondgereden weet hoe sfeervol de dorpjes zijn. Hoe leuk het is om de tempeltjes langs de weg te bewonderen, hoe fijn het is als de bevolking je lachend toezwaait en hoe mooi de natuur eromheen is. Ik zit in elk geval met een brede grijns in de auto en hoe enthousiaster ik word, hoe meer Surya vertelt over de gebruiken en de godsdienst van zijn land. Hij leidt ons als een trotse gids rond op zijn prachtige eiland.


Wanneer we aankomen bij het waterpaleis ‘Tirtagangga’, de geliefkoosde plek van de laatste Raja van Amlapura, is het overwegend bewolkt. Het vijvercomplex Tirtagangga, dat ‘Water van de Ganges’ betekent, ligt in een betoverend landschap midden tussen de rijstvelden aan de voet van de Agung. Het werd gebouwd in 1948 in een unieke combinatie van Balinese en Chinese stijlen. Het werd aangelegd op de plaats van een heilige bron en de koning en zijn familie gebruikten Tirtagangga om te relaxen en belangrijke gasten te ontvangen. Tegenwoordig gebruikt de lokale bevolking het om te baden en te zwemmen. We zien waterbassins waar water uit de met demonenkoppen versierde waterspuwers spuit, bruggetjes, fonteinen, charmante beelden en absurde figuren. Het mooie aan de tempels van Bali vind ik, dat cultuur en natuur langzaamaan met elkaar versmelten. De beelden en fonteinen zijn met de tijd overwoekerd door het natuurlijk groen. Bij de ingang van het paleis staan diverse kraampjes waar Surya voer voor de koikarpers koopt. Prachtig om deze gigantische vissen te voeren en de lokale bevolking kan meteen een zakcentje bijverdienen. In dit dorpje is er slechts één restaurantje en daar gaan we lunchen. Surya komt ons daar ophalen en heeft een nieuwe outfit aan, de ijdeltuit!



Omdat de moedertempel gesloten is vanwege de mogelijke uitbarsting van de vulkaan, besluit Surya ons na de lunch mee te nemen naar een andere tempel, de Pura Penataran Agung. Ook hier moeten we onze sarong dragen en het is niet zo evident om hiermee de torenhoge trappen te beklimmen die ons naar de top brengen. De prachtige gespleten toegangspoort ligt volledig in de mist en ook het uitzicht op de Mount Agung is mistig. We krijgen die vulkaan maar niet te zien! Hier komen veel Balinese Hindoes om te offeren en te bidden. Normaal mogen hier geen toeristen komen maar omdat het vandaag volle maan is, is de tempel wel geopend. Ook wij moeten eerst een zuiveringsritueel doorstaan. Surya sprenkelt wat heilig water over ons en we krijgen vervolgens een frangipanebloem achter de oren gestoken. Deze bloem wordt gebruikt bij religieuze offers. Bij bijna elk huis in Bali tref je verschillende soorten Frangipanebomen aan met kleurrijke bloemen in verschillende tinten. De bloem verspreidt een heerlijke geur die lang in je neus blijft hangen. Boven is het ondanks de mist adembenemend mooi ook al kunnen we de Mount Agung niet zien. De actieve vulkaan speelt een belangrijke rol in het leven van de Balinezen, omdat zij geloven dat de geesten van hun voorouders daar rondzweven.



Na dit bezoek rijden we helemaal terug naar Candidasa voor de Pura Goa Lawah. Het is een tempel met een heilige grot vol met vleermuizen. Volgens de Lontar (het heilige boek, gemaakt van palmbladeren), is de naam "Goa Lawah" gegeven door een Hindoe priester, toen hij op deze plek op zijn spirituele reis door Bali uitrustte. Hij kwam in de voorkant van de grot waar veel vleermuizen onophoudelijk af en aan vlogen en een onstuimig geluid voortbrachten. Het leek, alsof ze de schoonheid van de grot bezongen. Dat is de reden, waarom de grot Goa Lawah genoemd wordt. Goa betekent "grot" en Lawah betekent "vleermuis". 


De tempel zelf vind ik al heel indrukwekkend maar wanneer we bij de grot aankomen, hou ik even mijn adem in. Er hangt een sterke ammoniakgeur die mijn neus prikkelt en we zien fladderende vleugels in het pikdonker. Beangstigend dat wel, maar heel indrukwekkend. De beestjes zitten zo dicht op elkaar dat het lijkt op een golvende modderstroom. Misschien wel miljoenen vleermuizen leven overdag in deze grotten en tegen het vallen van de avond vliegen ze massaal uit. De vleerhond komt veel voor in Indonesië en is verrassend goed benaderbaar. Hij neemt zijn intrek nogal eens in de buurt van mensen hoewel hij kan gaan en vliegen waar hij wil. Ook hier is er net een kleine ceremonie bezig. Hindoevrouwen en -meisjes gekleed in mooie sarongs brengen offergaven in manden naar de tempel. We vinden het vreemd dat mensen hier zoveel tijd vrijmaken om te bidden. 



Ook al zijn het vooral de landelijke weggetjes die ons kunnen bekoren, toch krijgen we het even moeilijk en we vallen geregeld in slaap terwijl Surya de tocht verderzet over één van de mooiste routes van Bali. Hoe verder we naar het noorden gaan, hoe hoger de bergen worden en hoe ruiger de natuur. Eenmaal buiten het druk bebouwde zuiden klimt de weg tussen valleien met rijstterrassen omhoog naar het mistige regenwoud van centraal Bali. We stoppen even om de rijstterrassen te fotograferen maar dan begint het te regenen.


Het is al bijna half 5 wanneer we in Ubud aankomen. Het centrum is gezellig druk en in elke straat staat wel een hindoeïstische tempel de een nog mooier dan de ander, en wat ons meteen opvalt, winkeltjes, veel winkeltjes. We logeren vandaag in het Alaya Ubud Hotel midden in het centrum van waar we de twee komende vrije dagen Ubud op eigen houtje kunnen ontdekken.  Wanneer we arriveren, krijgen we alweer een vriendelijk ontvangst met een lekker drankje en worden we naar onze kamer gebracht. Deze is zeer ruim met grote bedden en er is zelfs een aparte regendouche! De hele accommodatie straalt luxe en comfort uit. Wat een magische plek. Ons balkon kijkt uit over de rijstvelden. Noemen ze dit 'a room with a view'? Zalig toch?! Dat heet dan gelukkig zijn! Jammer genoeg is het beginnen regenen dus we willen niet al te ver gaan voor ons avondeten. Surya heeft ons aangeraden om te dineren bij restaurant de ‘Dirty Duck’ en vermits dat slechts 5 min wandelen is vanuit ons hotel besluiten we dat maar te doen. De crispy duck zou er heerlijk zijn. We worden naar de achterkant van het immense restaurant gebracht en nemen plaats  op het terras met zicht op een rijstveld. Wanneer de crispy duck op tafel komt, zijn we een beetje teleurgesteld. Ze smaakt lekker maar het eendje was voor dat ze de keel werd overgesneden zeker op dieet. Er is bijna geen vlees aan, al is ze wel crispy! 


Terug in het hotel valt het water met bakken uit de hemel, niet normaal. Ook worden we getrakteerd op een kikkerconcert. Hopelijk kwaken ze ons vrolijk in slaap want morgen loopt de wekker af om 2u00. 

2 opmerkingen:

  1. Geweldig verslag.Hopelijk hebben jullie een goede nachtrust.2 volgende dagen vrij en om 2.30uur opstaan?
    Genieten nog benieuwd naar al de foto's

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Eigenlijk hilarisch dat jullie je eigen gids niet herkent!
    En ook de chauffeur een probleem. Vroeg of laat worden jullie ontvoerd !!! Dikke knuffel

    BeantwoordenVerwijderen