donderdag 12 oktober 2017

Singaraja - snorkelen

Zalig geslapen vannacht, al ben ik meerdere keren vanonder ons muskietennet moeten kruipen omdat er wat gerommel was in mijn buikje. Waarschijnlijk is het pikante eten van gisteren me niet zo goed bevallen. Gelukkig heeft Ingrid Immodium bij want vandaag staat er voor mij een snorkeltocht op het programma. Toen ik de snorkeltocht boekte, dacht ik dat deze zou doorgaan op Menjangan Island, een plek die op nummer 3 staat van mooiste snorkelplaatsen ter wereld. Maar gisteren werd deze droom aan stukken geslagen, toen Surya zei dat mijn snorkeltocht gewoon aan het strand van het hotel zou zijn. Benieuwd of het dan ook nog zo mooi is dan in mijn gedachten. Ingrid houdt er niet van om met haar hoofd onder water te gaan, dus besluit ze niet mee te gaan. Natuurlijk wil ze mijn avontuur niet missen en gaat ze wel mee om me uit te zwaaien. Net bij de snorkelplek bevindt zich het tweede restaurant van het hotel. Daarom besluiten we om ons ontbijt daar te nemen. Onze flinstone mobiel staat al klaar en we snorren door de rimboe naar de andere kant van het resort. Daar aangekomen, krijgen we een tafeltje aan het water. Dit is echt ‘breakfast with a view’. De 50 tinten blauw van het heldere water doet ons met verstomming slaan. De wortels van de bomen hier aan het strand komen als stalagmieten uit de grond en geven het landschap iets surrealistisch. We genieten van het uitzicht en nemen een zoet ontbijtje, French toast met aardbeien en banana pancake. Ondanks de grootte van het domein, zijn er hier maar 10 tafeltjes waarvan er slechts 3 bezet zijn. 



Een half uurtje voor mijn snorkeltocht gaan we al naar het strand. Ook hier is het heel rustig, waarschijnlijk omdat het strand net aan de mangroves gelegen is. Niet echt de meest gezellige plek om te zonnen. Ingrid gaat alvast op een ligbed liggen en ik doe mijn outfit alvast aan.  Vooraf was ik een beetje benauwd voor de steenvis, een vleesetende vis met giftige stekels op de rug, die leeft op de zeebodem. Hij zou hier voorkomen zegt men en vermits hij zich verstopt tussen de rotsen en zelf ook lijkt op een steen, zie je ze meestal niet. Ook van kwallen ben ik niet echt een voorstander. De stekende delen van de kwal bevinden zich in de tentakels. Deze gifkliertjes bevatten holle naaldjes die bij aanraking met de huid het gif in de huid injecteren en dat is behoorlijk pijnlijk. Vooraf had ik gelezen dat Australiërs een speciaal lichtgewicht pak van hi-tech vezels ontwikkeld hebben dat hiertegen bescherming biedt. Dus snel even gegoogeld en voilà ik ben de trotse eigenares van een heuse “stingersuit” zoals dat ding genoemd wordt. Ik was wel wat sceptisch over hoe het pak zou staan want echt cool kan je het niet noemen. Het oog wil ook wat en ik vrees dat dit niet de fashion trend op de catwalk zal worden de komende jaren. Maar om te zwemmen valt dit toch reuze mee, vinden jullie ook niet? Sexy toch? 


Stipt om half 11 komt mijn snorkel instructeur aan en hij neemt me mee naar het bureeltje want ik moet mijn flippers nog passen en er moeten ook papieren ingevuld worden. Mijn duikbril heb ik zelf bij want Inge had me die aangeraden. Deze zou ideaal zijn voor onder water. De snorkel instructeur heeft zo’n ding nog nooit gezien en is heel geïnteresseerd. Het eerste deel van de snorkelplaats, dicht bij het strand is zeer ondiep en dus excellent voor beginners zoals ik. In Cuba deed ik het ook al enkele jaren geleden maar dat was geen fijne ervaring – althans het snorkelen op zich vond ik toen geweldig maar toen ik besefte dat ik in mijn enthousiasme heel ver van de boot weggezwommen was, raakte ik in paniek en eens terug aan boord besloot ik dit nooit meer te doen. Maar mijn snorkeltrauma zal nu al wel verteerd zijn zeker?



Via een houten ponton in het water lopen we naar het einde en daar kan ik gemakkelijk het water in. Zenuwachtig en met zweethandjes laat ik me in het warme zoute water glijden. Ik probeer een stukje te zwemmen maar heb het gevoel dat ik geen lucht krijg met dat ding op mijn hoofd. De claustrofobie breekt in alle hevigheid los en ik wil er terug uit. De instructeur raadt me aan om een gewone snorkel te proberen en Ingrid stelt voor om toch maar een reddingsvestje aan te doen, je weet maar nooit. Beide blijken een goed idee. Het is even wennen zo met je hoofd onder water en ademen door een pijpje, maar na wat oefenen gaat het prima.


Al snel ben ik alle vieze beesten vergeten maar echt genieten kan ik dit toch niet noemen. In tegenstelling tot mijn eerste snorkel avontuur in Cuba, waar het water kraakhelder was en de onderwaterwereld kleurrijk, is het hier grauw en grijs. Af en toe zwemt er weleens een mooi gekleurd visje voorbij maar daar blijft het bij. Bovendien zwemmen we soms  rakelings boven de koralen en dan hou ik mijn adem in van het verschieten en dat is geen goed idee wanneer je aan het snorkelen bent. Na een half uurtje snorkelen, steek ik mijn hoofd boven water en merk ik op dat we heel ver weggezwommen zijn van het ponton. Ingrid is slechts een stipje in de verte. Opnieuw krijg ik datzelfde gevoel als 15 jaar geleden, angst om niet meer terug te kunnen. Ik geraak weer in paniek maar de instructeur slaagt erin me terug tot rust te brengen en zegt dat we teruggaan.



Er is veel wind en de  stroming in het water is heel groot waardoor ik het gevoel krijg geen meter vooruit te gaan. Dat is ook zo denk ik want de instructeur neemt me plots bij de hand en sleurt me mee. Het lijkt eindeloos te duren voor ik weer grond onder mijn voeten voel. Normaal heb ik nog een uur te goed maar het is welletjes geweest voor mij. Ik voel me misselijk en leg me languit op het warme hout, blij dat ik uit het water ben. De instructeur vraagt Ingrid of zij eens wil proberen, ze twijfelt maar uiteindelijk doet ze het toch. Ook zij heeft het gevoel niet vooruit te raken door de sterke stroming en blijft maar een kwartiertje in het water. Snorkelen is dus niets voor ons maar we hebben het geprobeerd. 



Twee Engelse dames snorkelen wat rond het ponton en ik zie bij de dames dat hun rug en achterkant van de benen volledig verbrand zijn. Prettige bijkomstigheid is dat mijn pak ook bescherming biedt tegen de zon. Geen roodverbrande achterkant dus! Bij één van hen ligt de voet volledig open - geschuurd tegen het koraal zegt ze. Pfff blij dat ik dat er niet aan overgehouden heb. We nemen afscheid van onze instructeur en gaan terug naar het strand. Daar komen we tot de vaststelling dat een aap in onze zakken heeft zitten snuffelen. De zwemzak van Ingrid is volledig stukgebeten. Ze had er een croissant inzitten en die is weg. Ook haar klein toiletzakje, waarin twee ontbijtrepen van Herbalife zaten, is weg. Misschien heeft ze er een klantje bij hier in het verre Bali! Ja, we zijn vergeten dat we midden in de rimboe zitten en dat het hier dus vol met beesten zit. Dat zal ons geen tweede keer overkomen! 


De combinatie van de diarree en de inspanning van de snorkeltocht, zorgen ervoor dat ik me slecht blijf voelen. We besluiten terug naar het restaurant te gaan om een colaatje te drinken. De hitte is enorm en dat doet er niet echt veel goed aan. We bestellen dan maar een taxi en rijden terug naar onze luxe kamer waar ik een uurtje kan slapen in de koelte van de airco. Nadien gaat het al iets beter al heb ik de rest van de dag een beetje een dizzy gevoel. Hopelijk is het morgen voorbij.


Het even wat rustig aan doen, is ook niet slecht. In de namiddag gaat Ingrid wat zwemmen en ligt ze in de zon te genieten van de warmte. Ik blijf wijselijk uit diezelfde zon. ‘s Avonds gaan we opnieuw naar de Bali Tower voor een kleine maaltijd. Ik hou het maar bij rijst en kip. Het is weer een gezellige avond en we tateren er op los. Dat we elkaar nog zo veel te vertellen hebben! Na het diner ga ik nog wat vragen aan de receptie en ik zie de paniek in de ogen van de dame achter de toog want wat ik vraag is geen standaard iets. Heel grappig dat de Balinezen enkel Engels kunnen als het gaat over iets wat ze verwachten. Ze blijven wel onder alle omstandigheden lief en schaapachtig glimlachen. 


We rijden terug naar de Monsoon en daar aangekomen zien we een Tokeh achter het schilderij in de lobby uitkomen. Het is een soort gekko die in bijna ieder huis op Bali te vinden is.  Ze eten insecten en kakkerlakken en worden dus vrijwel overal gedoogd. Overdag zoeken ze een plek om te schuilen en te slapen maar bij valavond komen ze meestal massaal tevoorschijn. Op onze hotelkamer hebben we er nog geen gezien. De vele kleine Tjitjaks die ook in en om de huizen wonen hebben we al wel meermaals tegengekomen. Dat zijn echt superschattige beestjes


In de hotelkamer ligt er weer een gedichtje klaar:

Sleepy one sleepy one

Go to sleep

Rest those eyes

And those little feet

Wake in the morning

All full of fun

And make your day

A happy one



2 opmerkingen:

  1. Spijtig dat het het snorkelen niet meegevallen is.
    Hopelijk ben je morgen terug fit en niet meer misselijk
    Goede nachtrust zal je goed doen.
    Dit kunnen ze jullie al niet meer afpakken.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoe plastisch is dat snorkelen beschreven. Ik voel de paniek mee. Ik vind jullie toch wel heel dappere vrouwen hoor.
    En hoe sexy was dat duikerspakket. Hopelijk vlug terug de oude. Groetjes

    BeantwoordenVerwijderen