zondag 8 oktober 2017

Ubud - Campuhan Ridge Walk

Zalig geslapen in ons huisje midden in de jungle. We hebben een vrije dag vandaag en kunnen dus uitslapen maar om 7 uur zijn we al uit de veren. Benieuwd of het weer vandaag terug een beetje beter zal zijn. Wanneer we de gordijnen openen, zien we dat het weliswaar droog is maar nog steeds zwaarbewolkt. Ingrid neemt deze morgen alvast een heerlijk schuimbadje in de open badkamer. Na ons ochtend ritueel gaan we naar de ontbijtruimte waar we ook deze keer à la carte eten met bediening aan tafel. Er is keuze uit verschillende heel lekkere ontbijtformules. We worden opnieuw in de watten gelegd door de obers en we kunnen best wel wennen aan die luxe, daar winden we geen doekjes om. 


Het meest indrukwekkende deel van dit hotel is het ‘infinity’ zwembad, omringd door jungle met een prachtig uitzicht over de vallei. Het lijkt wel of het water overloopt in het oerwoud. Jammer dat het weer niet meezit want anders zouden we gewoon aan het zwembad gaan zitten om hiervan te kunnen genieten. Wanneer we terug wandelen naar de kamer, loopt er net voor onze voeten een grote hagedis over de weg. Van het verschieten botsen we bijna op elkaar. 


Vandaag gaan we de Campuhan Ridge Walk doen. Hoe vroeger hoe beter wordt ons aan de receptie gezegd want de zon kan ’s middags flink branden. Dat is een lachertje want ondertussen is de regen al terug van de partij. We nemen de shuttle bus van het hotel pas om 10u30 want er is geen vroegere. De chauffeur zet ons af bij het Ibah Hotel aan de Jalan Raya Ubud in het centrum. De andere gasten die in de bus zitten, vragen zich af wat we gaan doen. Ze kijken maar vreemd wanneer we zeggen dat we de Campuhan Ridge Walk gaan doen in dit weer, maar wat moeten we anders? We hebben in plaats van ons klein parapluutje de grote paraplu’s van het hotel meegekregen dus nat gaan we niet worden. Aan de linker kant lopen we een steile weg naar beneden in de richting van de brug. Net daarvoor staat de trekking al aangeduid. We dalen af langs een trap en komen op een modderig pad waar helemaal aan het einde een grote plas ligt. Die moeten we over om de trappen terug omhoog te nemen. Gelukkig hebben we onze teva’s aan dus verstand op nul en we pletsen er gewoon door. Nu lopen we langs een prachtige tempel een pad omhoog. Hier ontvouwt zich het adembenemende decor over de heuvelrug met aan weerskanten olifantengras en rijstvelden. Eens boven staan we op een smalle richel omringd door prachtige junglelandschappen en mistige wolken. 



We passeren wat Balinese kinderen die een sigaretje zitten te roken. Aan het eind van de trekking, wat een groot woord is voor deze wandeling, ligt Karsa cafe. We hebben een beetje dorst dus zetten we ons op het prachtige terras dat uitkijkt over een weelderige tuin, 2 lotusvijvers en uitgestrekte rijstvelden. Op de kaart staat er Turmeric Jamu, het plaatselijke detox drankje met kurkuma, gember, limoensap en honing. Klinkt lekker en het ziet er ook lekker uit want de man achter ons heeft dit ook besteld. Wanneer we onze lippen aan het glas zetten, komt er bij ons beiden een grimas op het gezicht. Het is verschrikkelijk bitter, ondanks de honing en eigenlijk niet te drinken. Ingrid gaat nog wat honing bijvragen want als we het wat zoeter maken, valt het misschien nog wel mee. We kappen bijna een vol glas honing bij het mengsel en dan nog zorgt het niet voor een glimlach op ons gezicht. De plaatselijke farao mieren daarentegen zijn helemaal in hun nopjes. De gemorste druppel honing op tafel, krioelt in no time van de beestjes die zich te goed doen aan de lekkernij. We drinken ons drankje snel op en gaan dan nog wat wandelen op het domein van Karsa waar zich ook een prachtige spa bevindt. Maar een massage is voor de late namiddag.



We wandelen terug naar het centrum langs dezelfde weg die we zijn gekomen en maken nog even een stop bij de prachtige tempel bij het begin van de trekking. Een grote hangbrug bengelt over de rivier onder ons. Weinig toeristen weten dat het kunstenaarsdorpje Ubud feitelijk is gesticht door twee westerse kunstenaars: Walter Spies en Rudolf Bonnet. In de jaren dertig werkten zij veel samen met een lokale kunstenaar, waaruit de kunstenaarsvereniging Pitamaha ontstond. Het zorgde voor een artistieke renaissance in het slaperige Ubud. Toen de eerste toeristen kwamen, trok dat veel nieuwe kunstenaars aan. Het lijkt wel of er in iedere Balinees een kunstenaar schuilt.


We komen het centrum van een andere kant binnen en hier zijn er veel mooiere winkeltjes dan daar waar we de eerste dagen in Ubud rondliepen. We gaan naar de Pasar Seni Market want Patsy heeft daar vorige maand net om de hoek twee schilderijen gezien en niet gekocht. Daar heeft ze nu spijt van dus ga ik ernaar op zoek. We wandelen wel 2 keer rond de overdekte markt maar de schilderijen zijn niet meer te vinden. Waarschijnlijk zullen er nog mensen verliefd geworden zijn op de apen die erop staan. We besluiten dan maar de markt zelf even binnen te wandelen. Hier zien we vooral op toeristen gerichte kunstnijverheid. We wurmen ons door de vele opeengepakte kraampjes door smalle gangpaden en genieten van de levendigheid. Iedereen probeert ons iets te verkopen, zodra we maar naar een souvenir wijzen. Niet op een agressieve manier maar uiterst vriendelijk. Hier komt het echt op afdingen aan!! Het moet zeker te doen zijn om 30% van de vraagprijs af te krijgen en met een beetje overtuigingskracht zelfs nog een beetje meer. 


Zelfs met boodschappentassen en op teenslippers zijn de vrouwen op Bali elegant. Het zet ons aan om toch nog maar eens de verschillende sarongs te bekijken. Er is er wel eentje die me bevalt maar het oud, gerimpeld en kromgebogen vrouwtje in de winkel gaat niet van haar prijs af. Haar dochter of winkeljuffrouw wil wel wat water bij de wijn doen maar het is toch nog te veel. We lopen door en komen na een tijdje terug. Ingrid gaat binnen en zegt opnieuw een te lage prijs in de ogen van het oude vrouwtje. Ze wordt boos en wij druipen af, zonder sarong.  


Zoals reeds gezegd, offeren de Balinezen elke dag een paar keer. De prachtige offermandjes uit palmbladeren waarin ze allerlei moois en lekkers verzamelen: bloemen, koekjes, rijst, tabak en geld, worden met de nodige hoeveelheid wierook, aangeboden aan de voorouders, de goden en de geesten. Overal zie je die kleine offers op de stoep en het is voor Balinezen heel beledigend wanneer je erop trapt. We moeten dus goed uitkijken waar we lopen. Het is al meermaals gebeurd dat ik per ongeluk bijna over zo een mandje struikel. Vooral hier in de drukke winkelstraten van Ubud op de smalle trottoirs is het niet evident de mandjes te ontlopen.  



‘Miss… excuse me miss… want a massage?’ horen we wanneer we door de straten lopen. Het zoveelste massagesalon probeert ons een massage aan te smeren. Zowel Ingrid als ikzelf houden van massage dus het is moeilijk om ons niet te laten meeslepen door het enthousiasme van de masseuses.  We hebben er al eentje gezien waar we waarschijnlijk straks terug zullen komen. Eerst gaan we naar Wayan Café en bakery, een adresje dat ons aangeraden werd door Maurina. Het is een gezellig café waar we ons even laten gaan. Na de wandeling van deze morgen hebben we een zoete zonde wel verdiend. De death by chocolate zou een aanrader zijn maar zowel Ingrid als ikzelf zijn zo niet voor donkere chocolade maar wat zie ik daar op de kaart staan? Carrot cake mmmmm dat zal ook wel lekker zijn. We verorberen een lekker groot stuk vergezeld van een heerlijk tasje thee. 


De avond valt en het is dus tijd voor onze massage. We wandelen terug naar de hoofdstraat en gaan binnen bij ‘Bali Healing’ voor een Abyhanga massage. Deze ayurvedische massage zou een zachte massage zijn die wordt gebruikt om het immuunsysteem te verbeteren en toxische stoffen uit het lichaam te verwijderen. We worden naar een kleine kamer gebracht waar twee massagetafels staan en leggen ons languit, reikhalzend uitkijkend naar wat komen gaat. Eerst worden er wat drukpunten gestimuleerd. Soms kan je iets volledig verkeerd inschatten – de start van deze massage behoort tot die categorie. Het frêle dametje gaat me daar te keer, jawadde... dat heb ik helemaal niet zien aankomen! Van de pure verwennerij waarvoor ik gekomen ben, blijft niets meer over wanneer ze zich op mijn nek en schouders fixeert en ze bewerkt alsof het bakstenen zijn. Nadien voelen we de warme olie op ons lichaam en zakken we weg in een soort diepe trance. Stilletjes ben ik jaloers op de deskundigheid van deze dames. Na een uurtje genieten, nemen we afscheid en besluiten nog snel een hapje te gaan eten.


We naderen het einde van weer een mooie dag en zoeken een chauffeur die ons terug wil brengen naar ons hotel. We zetten slechts twee stappen en dan staat er al eentje ‘Alila Hotel?’, vraagt hij vriendelijk. Even zijn we verbaasd, hoe kan die dat nu weten waar wij naartoe willen? Maar dan beseffen we dat we nog steeds met de grote paraplu’s van het hotel rondlopen waarop de naam duidelijk vermeld staat. De weg naar ons hotel lijkt langer dan deze morgen en net wanneer we ons een beetje ongerust beginnen te maken, draait de chauffeur de oprijlaan van Alila op.


Bij aankomst aan de receptie springt er al een mannetje naar beneden met paraplu om ons droog te laten uitstappen. Ze zijn hier werkelijk zonder uitzondering supervriendelijk. Leuk detail is ook dat het personeel ons bedje komt open leggen en de gordijntjes alvast dicht schuif – schitterend toch! We zullen vannacht ongetwijfeld dromen over de prachtige groene rijstvelden waarlangs we vandaag gewandeld hebben.


1 opmerking:

  1. Kevin, Prisca en Alynne8 oktober 2017 om 12:45

    Blij te zien dat jullie er zo van genieten! Hopelijk is het weer snel wat beter zodat je ook eens aan dat prachtige zwembad kunt gaan liggen! Groetjes uit het ook zéér natte België (guur herfstweer is het hier) en dikke kus beide van ons allen! Kevin, Prisca & Alynne

    BeantwoordenVerwijderen