donderdag 12 september 2019

Tara Canyon - Tara Bridge

Wanneer we onze balkondeur openen, waait de frisse berglucht naar binnen maar we zien  wel een waterig zonnetje dus zijn we hoopvol. De regen van gisteren heeft alles flink  verfrist. Onze gastvrouw brengt ons wederom een uitgebreid ontbijt maar het lukt haar maar niet de juiste bestelling op tafel te zetten. Gelukkig is onze pa gene moeilijke en is  spiegelei ipv roerei ook goed. Hij krijgt er maar liefst 3 met een stuk of 5 stukken spek. Honger gaan we hier niet lijden.


Vandaag trekken we naar de andere kant, namelijk het dorpje Djurdjevica Tara.  We rijden door de Tara Canyon die adembenemend is! De omgeving lijkt op een mix van Noorwegen en de Rocky Mounains. Niet vast te leggen op foto, dus proberen we gewoon te genieten. Ondertussen ben ik de vele haarspeldbochten wel gewoon maar het zweet breekt me toch nog steeds uit wanneer ik door die akelige, onverlichte, donkere tunnels moet. We voelen ons al zo klein tussen de machtig grote bergen, maar in zo’n tunnel helemaal. Langs de kant van de weg komen we ook vaak gedenktekens tegen van mensen die hier om het leven zijn gekomen. Triest dat zo een mooi landschap ook het decor is van veel verdriet.


De Tarakloof is de langste en diepste kloof in Europa en de tweede op aarde, na de Grand Canyon in Amerika. Omdat de weg vrij laag in de diepte van de kloof loopt, krijgen we nog niet onmiddellijk een echte indruk van de grootte en weidsheid ervan. Een betere impressie krijgen we bij de Tarabrug. De hoge brug verbindt twee bergen met elkaar over een indrukwekkende groene vallei waar de Tara rivier doorheen stroomt. De rivier staat bekend als een goede locatie om te raften.


We besluiten om alvast even over de brug te wandelen. We verbazen ons wel over de slechte staat want we zien overal betonrot. Ze dateert natuurlijk al wel van net voor de tweede Wereldoorlog. Toen werd de brug gebombardeerd om de opmars van de Duitsers te stoppen. Heel gerust staan we hier niet want dat is hoog mannen, meer dan 150 meter! We hebben hier bovenop de brug boven de Tara rivier wel een prachtig uitzicht over het dal en de heldere rivier onder ons. De totale lengte van de brug is 360 meter. Een dikke mist hangt over het weidse landschap en geeft alles een mystieke sfeer. 


Vlakbij de brug staat er een wegwijzer naar het klooster van Sint Michael. Dit zou op 3 km liggen dus dat is niet echt ver maar we besluiten toch maar de auto te nemen. Dit is een goede keuze, want de auto kan de weg op een rustig tempo gemakkelijk aan. Gelukkig komen we maar weinig andere auto’s tegen op dit smalle weggetje. Bij het klooster bezoeken we een klein kerkje, waar ik een kaarsje ga branden. We zijn de enige bezoekers.


Onder ons horen we een riviertje stromen dus besluiten we naar beneden te wandelen. Eenmaal daar zien we de rivier met werkelijk het helderste water dat ik ooit zag. Even genieten we van het uitzicht maar we worden al snel verstoord door enkele werkmannen die met zakken cement naar de rivier komen afzakken. Wat ze ermee gaan doen is ons een raadsel want er is hier niets. Misschien een brug maken over de rivier? We zullen het nooit weten want ze spreken geen woord Engels. We klimmen opnieuw naar boven en moeten af en toe even rusten want de zon brandt ondertussen flink. Eenmaal boven komt de priester ons tegemoet. Hij lacht ons vriendelijk toe.


Terug bij de Tarabrug besluiten we te lunchen op een terras met zicht op de vele ziplines over de vallei. We bestellen een gerecht van de gril voor 6€ per persoon. Het verbaast ons telkens opnieuw hoe groot de porties hier zijn. We verwachten een snackje maar ik krijg maar liefst 5 kippenfilets (oké dun gesneden maar toch) en papa 4 spiesjes met telkens 5 kippenstukjes omwikkeld met bacon. Tijdens het eten zit ik luidop te denken of ik toch ook niet eens zou proberen om de indrukwekkende kloof over te steken al bengelend aan een kabel. Het ziet er zo uitnodigend en spannend uit. Wanneer echter een jong meisje halverwege de kloof blijft hangen, is mijn goesting over. Maak het maar mee! Jullie vragen jullie misschien af hoe ze uit haar benarde positie is geraakt? Wel, een van de medewerkers is tot bij haar gegleden en heeft haar manueel naar de overkant gebracht al trekkend met zijn handen over de stalen kabel. 


We hebben deze middag niet echt meer iets op de planning staan dus besluiten we gewoon wat te rijden door de prachtige natuur. Na enkele minuten zien we een wegwijzer naar een klooster dus slaan we rechtsaf. Op elke meter van dit mooie landje is het volop genieten met al onze zintuigen. Met de hartverwarmende zon en een lauw briesje voelen we ons als God in Montenegro. We doen het rustig aan, waarom zouden we ons haasten? Achter elke bocht wacht weer een spectaculair postkaartje. We krijgen er geen genoeg van. Hier heerst er een soort magische rust die echt uniek is. Het eerste stukje rijden we door dichte naaldbossen maar naarmate we hoger komen, neemt de begroeiing af. De vallei wordt opener maar we zien nog steeds hoge bergpunten om ons heen. We komen niemand tegen en na bijna 40 minuten rijden op het smalle weggetje beginnen we ons toch stilaan zorgen te maken. Het klooster zijn we hier nog niet tegengekomen, enkel wat eenvoudige huisjes en koeien, veel koeien. We stoppen aan een wegwijzer maar alle namen die op het bordje staan, vinden we niet terug op onze kaart. Ik maak de suggestie om terug te keren maar papa is er zeker van dat elke kleine weg wel uitkomt op een grote weg dus rijden we verder. De smalle asfaltweg gaat over in gravel en daarna worden het kleine stenen. De weg versmalt aanzienlijk en ik ben er niet gerust in. We draaien dus terug. Wat hebben we vandaag geleerd? Volg nooit een wegwijzer naar iets waarvan je het bestaan niet kent! 


Zoals ik al zei staat het hier vol koeien, zij zijn heer en meester in Montenegro. Nergens zijn er afspanningen dus ze lopen zo maar over de weg. Wanneer we opnieuw moeten stoppen voor enkele exemplaren, zien we dat ze begeleid worden door een boerin. Ze komt ons tegemoet, haar lange grijze haren wapperen in de wind en ze brabbelt vanalles - het enige woordje dat we verstaan is Facebook. Ze stinkt uren in de wind dus wanneer ze haar hand uitsteekt, ben ik toch iets terughoudender dan normaal maar weigeren is zo onbeleefd dus schud ik haar de hand. Ook papa ontsnapt er niet aan. Eenmaal terug in de auto ruiken we nog steeds haar lichaamsparfum en ook de huisdiertjes van haar lieve koeien hebben we mee. De wagen zit vol met vliegen. We nemen ze mee en laten ze weer vrij ver van huis. 


Op de weg naar onze bungalow stoppen we nog even bij een lieflijk kerkje. De avondzon legt een mooie gloed over deze heilige plek. De omgeving is hier zo mooi en uitgestrekt dat we er zowaar even stil van worden. 


In Zabljak halen we nog wat fruit en een stukje brood voor vanavond want eten kunnen we, na onze copieuze maaltijd van vanmiddag, de eerste uren nog niet. We zetten ons op ons gezellige terrasje in de zon met een glaasje wijn. Wanneer de zon langzaam verdwijnt wordt het frisser en is het tijd om naar binnen te gaan. 


woensdag 11 september 2019

Zabljak - Durmitor NP - Zwarte meer

Bij het opentrekken van de gordijnen word ik verrast door het prachtige panorama dat zich voor me uitstrekt. Over de vallei met gekleurde huisjes hangt een sluier van mist. Wanneer ik het raam open, ruik ik de heerlijke geur van het groen. Ik sta te popelen om naar buiten te gaan en dit wonder van de natuur te gaan ontdekken. We hebben redelijk goed geslapen want wat is het hier rustig! Geen lawaai, geen onnatuurlijk licht, alleen de immense natuur die ons omringt. Enig minpuntje is de gevaarlijke trap die we ‘s nachts moeten trotseren om naar het toilet te gaan. Daar moeten we nog iets op vinden. 


Wanneer we fris gewassen zijn, gaan we naar de ontbijtruimte, benieuwd wat ons te wachten staat. Ik krijg maar liefst 5 grote pannenkoeken, inclusief jam, honing en Nutella en papa krijgt gebakken eieren met worstjes, kaas, tomaten en komkommer. De porties zijn heel stevig maar erg is dit niet want er staan ons de komende dagen grote inspanningen te wachten. Papa en ik zijn geen uitgesproken natuurmensen. Steek ons 14 dagen in de bergen en we worden zot want we hebben nood aan wat afwisseling maar deze eerste vier dagen gaan we toch genieten van de natuur en vooral wandelen.  Er is iets aan deze omgeving dat de innerlijke hiker in mij wakker maakt. De hoogste bergen stoppen ergens rond de 2600m dus dat wordt klimmen! 


Durmitor National Park is een van de mooiste nationale parken van de regio. Het park staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO en heeft verschillende ingangen, waarvan er eentje aan de stad Zabljak grenst, op slechts 1,5 km van onze accommodatie. We zijn heel vroeg vertrokken vanmorgen want we hebben ons laten vertellen dat er maar weinig parkeerplaatsen zijn. We hebben geluk en vinden nog een laatste plekje! Bij de ingang kopen we een kaartje van 6€ dat ons 3 dagen toegang tot het park verleent. Een kaart lijkt ons ook handig dus kopen we die er gelijk bij voor slechts 5€.  Een lachertje want op die kaart kan zelfs de beste hiker de paden niet herkennen, een miskoop dus! Bovendien blijkt later op de dag dat onze gastheer deze ook gewoon in bruikleen meegeeft op eenvoudige vraag.


We starten onze wandeling naar het mooie Black Lake (Crno Jezero) doorheen dichte naaldbossen. De overweldigende geur van het bos is niet in woorden te vatten. Kenmerkend aan Durmitor NP is het gigantische rots massief dat overal bovenuit toornt. Te midden van dit alles voelen we ons heel erg klein. Onderweg passeren we kunstwerken gemaakt van de boomwortels uit het park, indrukwekkend!


En dan zien we het meer: fascinerend, dramatisch, dreigend en oh zo uitnodigend. We zijn beiden verrast door de prachtige groenblauwe kleur. Deze kleur is te danken aan de hoge coniferen die er omheen staan. We komen even in de verleiding om onze schoenen uit te trekken en onze voeten te verwennen met een verkoelend badje. Zwemmen halen we uit ons hoofd want het zwarte meer is een gletsjer meer en dus veel te koud.


We hebben ons laten vertellen dat de route rond het meer op een rustig tempo ongeveer een uurtje duurt dus dat is haalbaar. Wat ben ik blij dat ik stevige wandelschoenen aan heb. Het pad ligt bezaaid met rotsblokken en boomwortels dus moeten we goed kijken waar we onze voeten zetten. Niet eenvoudig voor papa die aan de tocht begint met gewone leren stadsschoenen. Aanvankelijk is het schaduwrijke pad vochtig en hebben we het nog fris maar gaandeweg komt de zon erdoor. We horen het ruisen van de bomen maar vreemd genoeg zijn er geen vogels. We lopen hier zo goed als alleen dus daaraan zal het niet liggen. 


Terwijl mijn voeten zich gestaag voortbewegen, valt het mij op dat het landschap meer en meer verandert. Hoe verder we stijgen, hoe meer we de zon zien verschijnen die als een deken op de top van de berg lijkt te liggen. De route wordt sprookjesachtig wanneer het zonlicht gefilterd wordt door de dennenbomen. Onderweg worden we getrakteerd op machtige vergezichten. Achter mij hoor ik voortdurend gezucht en gemopper: allé zeg zoveel trappen, pffff vermoeiend, gij vergeet zeker dat ik nen oude mens ben, enz... Gelukkig gaat het pad na een tijdje terug naar beneden. Dat wandelt wat makkelijker en brengt terug rust. We nemen uitgebreid de tijd om te genieten van het moois dat de natuur ons biedt en zetten ons regelmatig op een bankje. Hier komen stadsmensen zoals wij gegarandeerd tot rust


Halverwege de wandeling zien we een wegwijzer naar de grot van Tito, de voormalig leider van Joegoslavië. Opnieuw veel trappen maar eenmaal boven een teleurstelling. Van een grot is amper sprake.  


Terug aan het beginpunt gaan we naar het restaurant voor de lunch. Het is helemaal van hout en doet heel erg Oostenrijks aan. Binnen liggen er schapenvellen op de banken en staat er een grote stoof in het midden maar de zon schijnt dus zetten we ons op het terras. We zijn helemaal opgeladen door de frisse berglucht en lunchen met zicht op het meer. What a view!


Halverwege de weg naar de auto wordt het aardedonker. Als we achter ons kijken schieten onophoudelijk bliksemschichten door de gitzwarte lucht, kort daarop gevolgd door een onvermijdelijke donderslag. Het noodweer drijft langzaam onze kant op. Met onweer het bos verder intrekken ? Hmm, wat zegt ons verstandige hart hiervan? Geen goed idee!  We besluiten dan maar wat rond te rijden via de panoramische route. Maar al snel vallen de eerste regeldruppels en breekt de hel los. Bliksemschichten worden gevolgd door hevig gedonder.  Dan maar terug naar huis waar we het ons gezellig maken en het slechte weer ‘uitzitten’. In de vooravond gaan we nog even naar Zabljak om wat inkopen te doen.  De stad ademt de sfeer van een wintersportdorp uit met houten blokhutten in de vallei. Het centrum ligt op een hoogte van 1452 meter en de temperatuur ligt veel lager dan in andere gebieden in Montenegro. 


‘s Avonds genieten we in ons eigen huisje van ‘du vin, du pain et du Boursin’, althans papa toch. Voor mij wordt de kaas uiteraard vervangen door salami. De hemelsluizen gaan opnieuw open, het giet, dondert en bliksemt maar in onze bungalow is het gezellig. Ondanks het slechte weer kan ons geluk niet op want we zijn met vakantie. Hopelijk valt alles er vannacht uit en is het morgen opnieuw zonnig. 

dinsdag 10 september 2019

Brussel-Dubrovnik-Tmajevci

Vandaag trekken we naar het lieftallige kleine land Montenegro. Een tot nu toe vrij onbekend gebied in het zuidelijke gedeelte van de Balkan, ook wel ‘De verborgen parel van de Méditerranée' genoemd. Montenegro ligt op één van Europa’s grootste historische breuklijnen, waar het katholieke Westen en het orthodoxe Oosten elkaar ontmoeten. Gelukkig wist Montenegro te ontsnappen aan het bloedbad van de Joegoslavische oorlogen in de jaren ’90. Nog niet zo lang geleden was Montenegro ‘gevaarlijk’, nu is het kleine Balkanlandje een veelbesproken opkomende reisbestemming en bovendien hip en happening onder de rijken. We zijn dus benieuwd!


Het kleine vliegtuig zit volledig vol en we zijn er gerust in want we zitten pal tussen een groep bedevaartgangers, naast ons een pastoor en voor en achter ons een non. Naast papa een oudere dame wiens zoon missionaris was in Montenegro. Hij luistert geboeid naar haar verhaal :-) We stijgen op om 10 uur en 2 uurtjes later, even voor 12, landt vlucht SN3351 op de luchthaven van Dubrovnik. We moeten alvast geen geld uit de muur halen want op onze bestemming betaal je gewoon met de euro. Dat is best bijzonder want officieel is Montenegro geen lid van de Europese Unie. Nadat we de bagage hebben opgehaald gaan we op zoek naar iemand van ons reisbureau. Eenmaal buiten zien we een man die een naambordje omhooghoudt met onze naam. Hij stelt zich voor als Mole en heet ons welkom. Het is heet in Dubrovnik en Mole, die deze temperatuur gewend is, zet de airco niet aan. De ramen gaan open en daar moeten we het mee doen. Gezamenlijk rijden we richting Montenegro, de vakantie is begonnen. Ik werp een steelse blik op onze chauffeur: een goed gebouwde man in een korte short en een witte T shirt waarboven flink wat borsthaar komt piepen, om zijn hals een dikke gouden ketting. Gelukkig heeft hij geen witte sokken aan.


Hij vertelt onderweg over het land en wekt de indruk alles goed onder controle te hebben.  We verlaten de hoofdweg om de grote grensovergang, waar bijna alle toeristen passeren, te vermijden. Via de kleinere weg is het wel een beetje omweg maar toch gaat het sneller zegt Mole.  Alles verloopt inderdaad vlot en na een uurtje passeren we de grens, eerst die van Kroatië en daarna die van Montenegro.  Het lijkt wel Nederland-België, de goede weg gaat over in een weg vol gaten en bulten. Mole begeleidt ons naar Herceg Novi waar we onze huurauto krijgen. We nemen afscheid want van hieraf moeten we zelf rijden. Mole zegt ons dat we ongeveer drie uurtjes moeten rekenen tot aan onze eerste verblijfplaats. Dit is gelegen nabij het dorpje Zabljak, in het noordwesten van het land.



Montenegro is letterlijk een vertaling voor ‘de zwarte berg’. De reden hiervoor is de zwarte uitstraling van de berg Lovcen door de dennenbomen die je daar vindt. Het zal jullie dan ook niet verbazen dat het landschap uitgesproken bergachtig is. Gelegen aan de Adriatische Zee, is Montenegro eigenlijk het Zwitserland van de Balkan. Tijdens de eerste kilometers rijden we naast het azuurblauwe water en de initiële kramp in mijn maag van de opwinding en de spanning is snel voorbij. Ik ben er klaar voor en ons echte vakantiegevoel kan starten, stressknop uit, genietmodus aan. Met onze Renault Megane banen we ons een weg over de steile bergtoppen. Tijdens het laatste stukje moet ik verschillende  haarspeldbochten trotseren. Het voordeel van het binnenland in te trekken, is dat we zo goed als geen toeristen zien. We worden overvallen door de schoonheid van het Montenegrijnse landschap. De bijzondere vergezichten na elke bocht. Het turquoise water tussen de met groene vegetatie bedekte grijze rotsen. De blauwe lucht boven het rotsige landschap. Het is adembenemend. Het uitzicht is overal schitterend en het landschap verandert om het kwartier. Het lijkt wel alsof we telkens in een ander land rijden. Af en toe knippert er iemand met zijn lichten, een teken dat een beetje verder een politie patrouille staat. Hoffelijk, niet? Zo een waarschuwing komt altijd van pas want vaak zit ik over de toegelaten snelheid. Thuis rijd ik op limiet maar een dergelijk knopje heb ik nog niet gevonden op deze wagen.


In de vooravond arriveren we in Tmajevci, onze thuishaven voor de komende 4 dagen.  In de verte zien we de contouren van ons onderkomen voor de komende dagen, afgetekend tegen de blauwe hemel. Rust, frisse lucht en groen zijn de troeven van deze accommodatie. De eigenaar Zivko verhuurt zes houten huisjes. Ze staan mooi naast elkaar in een adembenemend landschap.  Ik ben een echte stadsmus maar op vakantie wil ik ademen en dat zal hier prima lukken!


We installeren ons in ons mini huisje en gaan nadien op verkenning in het dorp. Het valt ons op hoe vriendelijk de mensen hier zijn. We voelen ons meteen welkom. We sluiten de dag af in het restaurantje Oro. Door het raam zien we de hoge bergtoppen naar ons lonken. Onze blik valt op de menukaart en onze buikjes beginnen meteen te juichen van opwinding. Een lekker soepje, gevolgd door een hoofdschotel en een glaasje wijn. We betalen 30€ voor ons getweeën.


Terug in ons huisje komt de eigenares ons vragen wat we voor ontbijt wensen. De kaart is uitgebreid en we hebben best wel wat vragen maar de dame spreekt geen Engels. Ze brabbelt wat en hoopt dat we haar verstaan,  niet dus. We gaan dan maar af op ons gevoel en bestellen een zout ontbijt (voor papa) en een zoet (voor mij). 


De temperatuur is flink gedaald en het is stilaan tijd om onder de wol te kruipen. Welterusten!


zondag 4 augustus 2019

Riga - Rondvaart op de Daugava

Ons laatste ontbijtje bij ‘Latte it be’ is weer heerlijk. We gaan de verse croissantjes missen. Vandaag eet ik ook nog een lekkere omelet met spek. Blijkbaar ben ik de enige van het reisgezelschap die geen buikprobleempjes heeft, tot ongenoegen van onze pa. Hij vindt dat het tijd wordt dat ik ook de rijstkak krijg, ja van je pa moet je het hebben.  Vandaag gaan we onze voetjes wat rust gunnen en besluiten we de stad van op het water te bekijken. Een rondvaart is altijd een ideale manier om een ander beeld te krijgen van een stad. Vaak krijg je bezienswaardigheden vanaf het water ook nog eens beter in beeld, zonder dat er mensen en auto’s in de weg zitten. 


We wandelen dus opnieuw in de richting van het station waar ik gisteren een jong ventje beloofd heb terug te komen voor een rondvaart met zijn bootje. Ik krijg dan ook een brede glimlach wanneer hij merkt dat ik woord gehouden heb. We stappen in zijn schattige, houten bootje van Nederlandse makelij. Even is Heerenveen in Riga. We varen de Daugava rivier op met in de verte de Vansu brug. Deze indrukwekkende constructie is maar liefst 312 meter lang. We zien ook de bibliotheek van op het water en zijn nog steeds begeesterd door het prachtige gebouw. Aan die kant van de rivier bevindt zich ook het schiereiland Kipsala dat wordt gekenmerkt door de houten huizen die Scandinavisch aandoen. Met een mooi zonnetje erbij vormt dit een heel romantisch decor.


We passeren de oude binnenstad met een skyline vol kerktorens. Daarna varen we over het stadskanaal waar eendjes aan de waterkant ons lui aanstaren. Her en der ligt er afval in het water en we raden niemand aan hier een vislijn in het water te gooien want de groene kleur ziet er alles behalve smakelijk uit. Maar het gezapige tempo waarmee het bootje over het kanaal vaart, zorgt ervoor dat we er redelijk gerust in zijn, overboord zullen we niet vallen. We leunen lekker achterover en geven ons over aan de  rust. Na een uurtje varen, arriveren we terug op ons beginpunt. Het is wel opvallend dat, in tegenstelling tot de bergen afval in het water, de straten van Riga uitermate proper zijn. Hier ligt geen enkel papiertje op de grond en straatvegers zijn constant in de weer om alles netjes te houden. 


We lunchen bij ‘the flying frog’, een gezellig eetcafétje net naast ons hotel. Het zit verscholen in een souterrain en is leuk ingericht met overal kikkers. Papa probeert nog even een prinses tevoorschijn te toveren door de kikker te kussen maar dat is hem niet gelukt. Een heerlijke maaltijd wordt echter wel op tafel getoverd door een super vriendelijke serveerster.


Eenmaal terug in het hotel wordt de taxi gebeld en 10 minuten later zijn we al op weg naar de luchthaven. Om 16u40 stijgen we op richting Brussel. Wanneer we goed en wel zitten en de stroom medepassagiers voorbij komt, ben ik aangenaam verrast om Agnes te zien opstappen. Zij was ooit mijn kamergenote in Tibet en deed nu een rondreis met koning aap in de Baltische staten. De vlucht vliegt voorbij wanneer we aan de praat geraken. ‘Never a dull moment’ met Agnes. Om 18u plaatselijke tijd arriveren we op Zaventem.


We hebben genoten van Riga met zijn gezellige binnenstad vol statige gebouwen, prachtige kerken en eeuwenoude huizen. Bovendien is deze bestemming ook heel budgetvriendelijk en zijn de mensen er super vriendelijk (met uitzondering van de taxi chauffeurs). Onze eerste kennismaking met de Baltische staten was dus een succes! 

 

zaterdag 3 augustus 2019

Riga - Moskatsja

Weer zalig geslapen. Om half 9 komen we samen in de lobby en trekken we naar het koffie barretje van gisteren. Vandaag is papa jarig maar de geschenkjes zijn voor straks. We moeten nog even wachten want de koffie bar gaat pas om 9 uur open maar het is het wachten waard. De ontbijtjes smaken heerlijk en de jarige is in zijn nopjes. Althans wat het eten betreft want gisterennamiddag heeft hij te lang in de zon gezeten en zijn nek is verbrand. Deze morgen heeft hij dus flink gesmeerd en nu pikt de zonnecrème in zijn ogen. 


Onderweg komen we onze charmezanger weer tegen. De melodie van het bekende ‘Strangers in the night’ klinkt plots heel anders. We hebben moeite om onze lach in te houden maar hij doet zo zijn best dat we toch proberen ons gezicht in de plooi te houden.


Een must-see is de centrale markt van Riga, de Rigas Centraltirgus! De locatie is uniek want de markt werd ondergebracht in de enorme metalen zeppelin hangars, die het Duitse leger na de oorlog heeft achtergelaten. De markt is door de jaren heen verbeterd, uitgebreid en gerenoveerd, maar de vijf originele paviljoens zien er net zo uit als vele tientallen jaren geleden. Je vindt hier de meest uiteenlopende producten en lekkernijen. Elke hal heeft zijn eigen specialiteit.


We starten helemaal achteraan bij de vis. Meestal is dit een aanslag op mijn reukorgaan maar hier valt de geur heel erg mee. De vis wordt net als bij ons gepresenteerd op ijs en dat hij vers is zien we met onze eigen ogen want hier en daar ligt de vis nog een beetje naar adem te happen. De hoeveelheid verschillende vis is enorm. Ik wist niet dat er zo veel soorten waren. We zien paling en lamprei, gerookte bot, levende karper, gemarineerde haring en tal van andere soorten. De Indiër van gisteren is ons Inge niet goed bevallen want ze spurt voor de derde keer deze morgen naar het toilet.


In de groentenhal hangt geen lekkere geur. Dit vreemde aroma is niet het gevolg van slechte hygiëne of defecte riolering. Het is gewoon het bouquet van geraspte gemarineerde kool, uitgestald in enorme hopen of van de grote in azijn gedrenkte augurken die zwemmen in glazen bokalen. Verder de gewone groenten zoals bij ons dus niets spectaculairs. 


Het vleespaviljoen is een plek voor de inwoners om een ​​verse eend of varkenskotelet te kopen maar voor toeristen is het vooral een geweldige plek om te gapen naar een voor ons aantal ongewone dingen zoals hele varkenskoppen (of gewoon hun snuiten), gigantische rundertongen en -harten, evenals varkensdarmen en -nieren. Ja, onder het felle witte licht van de TL buizen wordt werkelijk alles verkocht. We zien een kar vol geslachte dieren passeren en even later nog een. 


Uiteraard zijn er buiten ook nog eens honderden kraampjes die vanalles verkopen, van bloemen en verse producten tot jasjes van kunstleer, bontmutsen en veel onopvallende kleding. En, in tegenstelling tot het centrum waar je nogal wat toeristen ziet lopen, zie je hier de plaatselijke bevolking de dagelijkse boodschappen doen. Elke dag komen hier tussen de 80.000 en 100.000 bezoekers. De producten worden aangeleverd via de spoorlijn die voor de hallen doorloopt en via het kanaal.


Er zijn maar weinig toeristen die de moeite nemen om de Russische wijk Moskatsja te bezoeken en dat terwijl je juist hier het echte Riga nog een beetje vindt! Vanuit de bruisende markt achter het station, lopen we via de achteruitgang zo tegen de “academy of science” aan. Het gebouw doet een beetje denken aan de Empire State Building, in miniversie dan. Dit overblijfsel uit de tijd van de Russische overheersing, ook wel Stalin’s birthdaycake genoemd, is de start van onze ontdekkingstocht door Moskatsja. 


Deze arbeiderswijk voelt in eerste instantie grimmig en gevaarlijk aan, omdat we overal bedelaars tegenkomen maar is door zijn typerende houten huizen ook heel erg charmant. De geschiedenis van deze buurt is wat minder rooskleurig. Door toedoen van de nazi’s zijn er in deze van oorsprong Joodse wijk nu bijna geen Joden meer te vinden. De houten huizen staan er nog in grote aantallen. Leuk feitje; Riga heeft hierdoor het grootste percentage houten huizen van Europa (+/- 20% van heel de stad is gebouwd van hout!). 


We botsen op een oud, houten, Russisch orthodox kerkje, de Kerk van de Heilige Alexander Newsky. Hier lopen we tussen een aantal stokoude vrouwtjes, helemaal in het zwart gekleed en bezig met het opwrijven van alle iconen in de kerk. De buitenkant is volledig geel geschilderd, heeft een groen dak en blauwe koepeltjes. 


De geschiedenis van Riga is turbulent. Na bezettingen door Zweden, Polen en Duitsland verdween Letland achter het ijzeren gordijn tijdens de bezetting door Rusland. Sinds 1991 is Riga onafhankelijk en langzaam krabbelt het land terug recht. Wanneer we op een groot plein arriveren, zien we een witte, ondersteunde betonnen muur. Hier stond ooit de grootste synagoge van de stad, totdat ze in 1941 door de nazi’s in brand werd gestoken. De holocaust in Riga wordt op dit plein herdacht. In de betonnen muur zijn de namen van de slachtoffers gegraveerd. Tijdens de nazitijd werden hier tot wel 70.000 mensen doodgeschoten. 


We zetten onze weg verder door de armoedige wijk en zien veel houten huizen met afgebladderde verf die werkelijk van het minste zuchtje wind lijken om te vallen, maar ook zo nu en dan nog altijd schitterende, half vervallen Art Nouveau panden. De straten zijn bedekt met kinderkopjes, maar ze hebben bergen karakter! Tegenwoordig is de wijk wel aan een ommekeer bezig want leegstaande oude pakhuizen worden gerestaureerd naar ateliers waar kunstenaars hun creativiteit kwijt kunnen. 


We wandelen terug in de richting van de binnenstad want gisteren zagen we een klein bakkerijtje waar we vanmiddag graag willen gaan eten. We moeten wel even zoeken in de vele smalle straatjes maar arriveren uiteindelijk op onze bestemming. Het kleine huisje zit afgeladen vol maar er is nog 1 plekje op het terras. Ook aan de lange toog is het aanschuiven maar de geur alleen al doet ons watertanden. Geduld wordt beloond! Het wordt een zoete lunch bij Rigensis. De kersenstrüdel is een van de lekkere die ik ooit geproefd heb. 


Gisteren was het Zwarthoofdenhuis niet open maar vandaag wel dus wandelen we er nog even naartoe. Beneden in de kelder wordt de geschiedenis verteld aan de hand van een documentaire. Op 29 juni 1941 werd de stad Riga door Duitse troepen gebombardeerd en werd het huis grotendeels verwoest. In 1948 werd de ruïne door de Sovjets gesloopt. Er kwam geen gebouw in de plaats en het marktplein werd er zo groter op. Ter voorbereiding van het 800-jarig bestaan van de stad werd het gebouw tussen 1993 en 1999 gereconstrueerd. Het is echter vooral de zaal boven die ons met verstomming doet slaan. De indrukwekkende kroonluchters hangen aan een prachtig geschilderd plafond. Ondertussen hebben de twee mannen ook last van hun buikje dus de Imodium die Inge altijd op zak heeft, komt van pas.  


Het KGB House, ook wel “the Corner house”, willen we niet missen ook al weten we dat het bijzonder aangrijpend zal zijn. Na een toch wel lange wandeling komen we aan bij een groot wit gebouw waar, achter de ijzeren deur jarenlang het hoofdkwartier van de KGB schuilging. Het was een gebouw waar je alleen na een extra strenge screening mocht komen, of als je was opgepakt natuurlijk. Eenmaal binnen zien we aan de kassa een bord hangen waarop staat dat alle tickets voor vandaag uitverkocht zijn. Een teleurstelling, maar we mogen wel binnen in de registratieruimte. Daar werden destijds foto’s gemaakt, moesten de mensen zich uitkleden en werden alle lichaamsholtes onderzocht. Waardevolle spullen gingen in een laatje en daar kregen ze een ontvangstbewijs voor. Niet dat dat enige waarde had want vrijkomen was een wonder. Op deze plek zaten geen dieven en moordenaars, maar alleen politieke gevangenen. De KGB richtte zich op sociale groepen waartoe iemand behoorde en het doel was om zo snel mogelijk informatie los te krijgen en geen enkel middel werd daarbij geschuwd.


We luisteren naar een getuigenis van een vrouw die alles zelf heeft meegemaakt. Als de gevangen na de ondervragingen naar hun cel werden gebracht, wisten de medegevangenen bij het horen van de sleutel in het slot al dat er iemand moest klaarstaan om hen op te vangen. Het tapijt op de gang was rood zodat al het bloed niet zo zou opvallen. Daarnaast was het dik, zodat voetstappen niet te horen waren en de bewakers ongemerkt naar de deuren konden lopen om gevangenen af te luisteren en te bespieden. De cementen vloer lag vol modder en op de bedden lagen geen matrassen of planken, enkel metalen spijlen. Er stond een stinkende emmer in de hoek waar ze hun behoefte konden op doen (buiten die ene keer per dag dat ze naar de wc mochten) en de temperatuur werd opzettelijk zó hoog gehouden dat het wel een sauna leek. Praten was verboden en om te voorkomen dat gevangenen boodschappen aan elkaar doorgaven, waren de muren ruw zodat ze er niet in konden krassen. 


Er brandde 24 uur per dag fel licht in de cel en als ze hun ogen bedekten om te kunnen slapen, kwam er een bewaker naar binnen om de arm van hun gezicht te schoppen. Overdag was er wel eens wat meer plek om te liggen als er mensen uit de cel waren gehaald voor ondervragingen, maar liggen was overdag verboden: dan mochten ze alleen zitten of staan. Uitgeputte mensen praten namelijk sneller. Af en toe mochten ze naar buiten, rondjes lopen op de luchtplaats maar enkel met het hoofd omlaag en handen op de rug. Hier werden ook veel vrouwelijke gevangenen verkracht.


We vinden het jammer dat we geen rondleiding meer kunnen krijgen maar aan de hand van de informatieborden en de documentaire kunnen we wel opmaken dat het een vreselijke plek was.


Aangedaan, wandelen we naar het park waar we op een terras in de zon nog iets gaan drinken. s’ Avonds eten we bij Zviedru Varti, een typisch Lets restaurant dat papa heeft uitgekozen. De reservatie die we twee dagen geleden persoonlijk hebben gemaakt, hebben ze duidelijk niet genoteerd. Ja die Letten die ‘letten’ niet echt goed op hé. We krijgen toch een tafeltje. Het interieur is eenvoudig, net of we zitten in een gewone huiskamer met veel plastic bloemen en planten, boeken op een schap en in de hoek een tv.  Het restaurant wordt uitgebaat door een Letse familie en we kunnen spreken van grootmoeders keuken. Toch is de tomatensoep met basilicum olie werkelijk de lekkerste soep die ik ooit gegeten heb. Ook de hoofdgerechten en de desserts zijn simpel maar lekker. 


Papa krijgt zijn geschenkjes maar omdat we met het vliegtuig zijn, staan die geschenkjes wel op papier afgebeeld en zal hij moeten wachten tot we thuis zijn om ze daadwerkelijk in ontvangst te nemen. 


Na het eten slaat de vermoeidheid toe en wanneer we naar huis lopen is het toch een pak frisser. Papa begint spontaan te zingen: ‘Ik wil deze nacht in mijn frakske verdwalen’. Al heeft hij het dan meer over Inge dan over zichzelf. We zijn doodmoe van het lopen op die vervelende klinkers in de binnenstad en we zijn blij wanneer we eindelijk in ons bedje kruipen.


vrijdag 2 augustus 2019

Riga - de historische binnenstad

‘s Morgens worden we gewekt door het gekrijs van de meeuwen, een herinnering dat de Oostzee dichtbij is. Ondanks de redelijk harde matras hebben we zalig geslapen en vol enthousiasme trekken we naar het ontbijt. We schieten in de lach wanneer we zien wat er op het buffet staat: Cornflakes, van dat vieze toastbrood, confituur, kaas en ham. Een toaster staat er echter niet.

Hopelijk hebben Inge en Thomas geen al te grote honger. Voor het ganse hotel staan er welgeteld 5 stoelen aan een lange toog en een Duits echtpaar ging ons al voor, dus wanneer Inge en Thomas boven komen, zijn alle stoelen ingenomen. Geen erg want ze zijn niet van plan het summiere ontbijt te nuttigen. Voor de prijs die wij voor overnachting met ontbijt betalen, kunnen we natuurlijk geen luxe ontbijt verwachten maar toch .... dit is echt wel heel summier. We trekken dan maar naar een nabijgelegen koffiebar waar ze wel heerlijke koeken en croissantjes hebben. De komende dagen zal dat onze vaste ontbijtplek worden. 


Vandaag gaan we naar het hart van de Vecriga, de oude stad. Door het ondertussen ons heel bekende Kronvalda park, komen we bij wat ons betreft het mooiste monument van de stad, de Kathedraal van de Geboorte van Christus. Deze gigantische Russisch-Orthodoxe kathedraal is met zijn gestreepte jasje, heel indrukwekkend vanbuiten. De gouden koepel die als dak fungeert, is echt prachtig, vooral nu de ochtendzon er op staat. Binnen mogen we niet fotograferen en dat is wel jammer. Niet dat ze zo mooi is want wat mij betreft toch een beetje kitscherig maar het zonlicht schijnt door de ramen op een devote dame die net bezig is de kaarsen aan te steken. 


We steken de brede laan over en komen zo bij het vrijheidsmonument, dat liefkozend ‘Miga’ wordt genoemd. Het is zonder enige twijfel een van de belangrijkste monumenten van de stad. De hoge pilaar die naast een van de mooiste parkjes in Riga staat, is een standbeeld van een vrouw  die symbool staat voor de Letse onafhankelijkheid. Ze houdt drie sterren in de lucht die de provincies van Letland vertegenwoordigen. De dame staat dan ook niet voor niets met haar neus naar het westen gericht. Het opschrift van het Vrijheidsbeeld luidt: voor vaderland en vrijheid. De straat achter het Vrijheidsbeeld heet de Vrijheidsstraat, een stuk prettiger dan de eerdere namen Leninstraat en Hitlerstraat! Riga maakte zich in 1920 los van de kluwen van de Sovjet Unie. Verrassend genoeg bestaat bijna veertig procent van de bevolking nog altijd uit Russen. Dit geeft de stad nog altijd een Oost-Europese sfeer.


Aan het Livuplein richten we onze blik omhoog op zoek naar de zwarte kat bij het kattenhuis. Nee, dit is geen huis waar allemaal katten wonen of een museum gewijd aan katten. Het is niets meer dan een huis met twee torens, met op de punt van beide torens een zwarte kat. Het verhaal erachter is wel amusant. De eigenaar van het gebouw werd een beetje gepest door de toenmalige gilden van de stad en mocht zich niet bij hen aansluiten. Om hen een beetje belachelijk te maken plaatste hij dan maar een kat op zijn dak, met het achterwerk keurig naar de gilden gericht. De mannen van alle gildes vonden dit niet zo prettig en stemden uiteindelijk toe dat de man toch bij de gilde kwam. Op voorwaarde dat de kat haar achterwerk in de tegenover- gestelde richting zou tentoonstellen. En zo geschiedde.


We krijgen geen genoeg van de grandeur van de enorme gebouwen, soms zij aan zij met extreem vervallen exemplaren. Al struinend door de straatjes komen we op een gezellig plein met alweer mooie pittoreske huisjes. Op de hoek bevindt zich het rock & roll café waar François heel even model staat voor Francoise.

Het gaat hem goed af! Wat verder in de straat staat de Petrikerk (Sint Pieterskerk). Met een gigantisch, appelblauwzeegroen dak torent deze uit boven de rest van de oude stad. De kerk is net zo hoog als onze Antwerpse kathedraal namelijk 123 meter. De inkom is 9€ wat redelijk duur is voor de anders zo spotgoedkope stad. We laten ons verleiden om naar de top te gaan. Gelukkig betekent dit niet dat we een eindeloze spiraal aan traptreden moeten trotseren want er is een lift. Een wat afwezige man leest een boek, al zittend in de hoek van de lift en drukt voor ons op het knopje.  Boven zien we de rode en zwarte daken van de stad, de vele kerkjes en in de verte de indrukwekkende bibliotheek. De klok van de kerk staat stil op 12 uur. Daarom spreken veel Letten af om 12 uur onder de kerk, dan komen ze nooit te laat.


Eenmaal terug op de begane grond nemen we een kijkje bij het standbeeld van de Bremer stadsmuzikanten. Als je geen smetvrees hebt, dan moet je voor wat geluk nog even de dieren over hun kopje wrijven. Het historisch centrum heeft mooie pittoreske gebouwen met trapgevels en daartussen heel veel groen en bloemperken. Hier en daar horen we live muziek en het voelt aan alsof we op een stadsfestivalletje terecht zijn gekomen maar dan met tweederangs- artiesten. Onze pa zingt mee op een nummer van Elvis en geloof me, hij zou meer centjes in zijn hoed krijgen dan ‘den artiest’ die daar de longen uit zijn lijf zingt. 


Wat me erg opvalt is dat de vrouwen hier allemaal uit een doosje komen. Het lijken wel barbiepopjes. Ze dragen hele, echt hele hoge hakken en ik moet zeggen dat ze er ook erg ongelukkig op lopen, vooral op de klinkers hier. Onderweg zien we veel haarlaboratoriums (ja zo noemen ze hier de kapper) en nagelstudios. Verder zijn er allerlei klinieken waar je wat aan je uiterlijk kunt laten doen. Misschien kost het hier heel wat minder om je volledig te laten verbouwen.


Het zwarthoofdenhuis is een typisch gebouw in Gotische stijl met een gevel die doet denken aan de grachtenpanden in Amsterdam. Het gebouw werd in de 14e eeuw gebouwd door de gilde van de Zwartkoppen, een gilde voor ongetrouwde Duitse koopmannen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog brandde het gildehuis af, maar het is gerestaureerd en in oude staat hersteld. Wat vooral opvalt is de trapgevel, de wapenschilden en de beelden van Neptunus, Mercurius, Eendracht en Vrede. Maar het meest in het oog springend is het indrukwekkende astronomische uurwerk met daarin de dierenriem, de maanfasen, de tijd en de datum.


We besluiten naar de andere oever te wandelen om de bibliotheek van dichtbij te bekijken. Hier heeft de wind vrij spel en we bibberen bijna uit ons vel maar het uitzicht over de Daugava is wel prachtig. De bevolking van Letland heeft een lichtelijke haat-liefde verhouding met de nieuwe National Library, geopend in 2014. Het gebouw is zo modern dat het eruit ziet alsof er een ufo is geland op de oevers van de stad, en is eigenlijk veel te groot voor een stad met zo’n bescheiden inwonertal. Volgens sommigen lijkt het op een ijsberg, maar volgens mijn gids zijn de contouren een weergave van de Letse economie: iedereen hoopt dat er gauw weer een stijgende lijn in komt. De strakke en lichte architectuur van het interieur zijn waanzinnig. Om de verhuiskwestie budget vriendelijk op te lossen, werd van de oude locatie in het stadscentrum naar het nieuwe gebouw aan de overkant van de rivier een menselijke ketting gevormd waarlangs de boeken stuk voor stuk werden doorgegeven en een plekje in hun nieuwe thuis vonden. Als dat geen financiële efficiëntie is! Voor het gebouw staat een standbeeld van 2 mannen waarvan eentje wel heel veel weg heeft van de Jef, een vriend van papa. Na wat ‘spielerei’ nemen we een kijkje binnenin. De indrukwekkende bibliotheek is goed voor maar liefst 8 miljoen boeken. 


We krijgen honger en besluiten langs het water naar de jachthaven te wandelen. Daar strijken we neer op het terras van restaurant Muusu Terrace. De heerlijke vruchtensappen worden gevolgd door lekker eten dus worden we wat overmoedig en bestellen we nog een dessert. Pavlova met ijs en fruit maar dat wordt een teleurstelling. Zonde van de caloriebom. Soit we zijn op congé dus laten we het niet aan ons hartje komen. We wandelen terug in de richting van de oude stad maar merken al snel dat we de drukke straat niet over geraken zonder zebrapad en lichten. Bij de brug zien we een gammele lift en we besluiten die te nemen. Een plakaatje vertelt ons dat we er net met 5 personen in mogen. Inge drukt op de knop naar boven maar wanneer ze lost, vallen we stil. Ze moet blijven drukken tot we boven zijn. Op de glazen deur staat ‘If you need help, please yell and cause panic’. Inge en papa staan nog in de lift en Thomas sluit de deur - even is er echt paniek wanneer Inge de deur effectief niet meer open krijgt. Eerlijk? Ik was blij dat ik eruit was, want ik vond het toch maar eng. 


Bij het kasteel aangekomen zien we twee wachters stokstijf in hun wachtershuisje staan. Ieder zijn meug maar ik zou al snel naar een carrière switch verlangen. Het Kasteel van Riga is te herkennen aan de vier torens. Het oorspronkelijke kasteel - Wittenstein kasteel - werd in 1330 door Duitse ridders gebouwd. De Duitsers kozen de locatie aan de oever van de Daugava rivier zodat ze de schepen in de haven zagen aankomen. In de loop van de tijd raakte het kasteel verschillende keren zwaar beschadigd. Telkens werd het heropgebouwd, maar het verloor daardoor wel zijn middeleeuwse karakter. Tegenwoordig bevinden zich kantoren van de president in het kasteel, maar hij woont er niet.


Ondertussen moet ik dringend naar het toilet en volgens mij is café Black Magis hier niet ver af dus gaan we op zoek. Gelukkig vinden we het redelijk snel. We stappen de oude apotheek binnen en gaan meteen 100 jaar terug in de tijd. Alles is tot in het detail ingericht. Achter een oude boekenkast ontdekken we een geheime trap die ons naar een oud labo brengt. Het lijkt wel alsof we in een film van Harry Potter terecht zijn gekomen. Hier worden we ondergedompeld in de sfeer van toen. We horen duistere muziek en de dame die onze bestelling komt opnemen, draagt zelfs kledij vanuit die tijd. Er is ons gezegd dat we hier zeker de Riga Black Balsam moeten proeven. Deze plaatselijke specialiteit is een kruidenlikeurtje. Het recept van dit bitterzoete drankje is gebaseerd op wodka, gemixt met wel 24 natuurlijke ingrediënten. Het alcoholpercentage is 45%. Hoewel het eerst dienst deed als medicinale drank, wordt Black Balsam tegenwoordig gedronken ‘on the rocks’, in een cocktail of zelfs warm in koffie of thee. De dames kiezen een cocktail en de mannen een soort Irish Coffee maar dan met Riga Black Balsam ipv wiskey. Als je niet vaak alcohol drinkt zoals wij, dan is het best heftig! We nemen er ook enkele lekkere bonbons bij. In tegenstelling tot het drankje, zijn die heerlijk!


Op het Domplein staat de in de 13de eeuw gebouwde, protestantse kathedraal van Riga, opgetrokken uit rode baksteen. Het is een indrukwekkend gebouw maar we hebben geen zin meer om alweer een kerk te bezoeken. Het is veel te mooi weer! Achter de kathedraal zien we de Drie broers, drie schattige huisjes die samen het oudste stenen woonhuis van Riga vormen. Ze staan schots en scheef tegen elkaar aan gedrukt en vormen samen een sprookjesachtig geheel. Het witte huis stamt uit de 15de eeuw, het gele uit de 16de eeuw en het groene uit de 17de eeuw. 


Vandaag deden we al meer dan 25.000 stappen en het is dan ook al bijna 8 uur wanneer we op zoek gaan naar het Indische restaurant Singh’s. In dit a-typische Indische restaurant met mooie verlichting in plaats van de normale TL verlichting, eten we heerlijke gerechten. De inrichting is modern en sober. De garçon spreekt vloeiend Engels op z’n Indisch en belooft onze pa dat zijn gerecht ‘medium spicy’ is. Wanneer het op tafel komt wens hij hem wel ‘good luck’. Zijn mond staat in brand maar gelukkig vindt hij dat niet zo erg. 


Wanneer we eindelijk terug in het hotel zijn, nog snel even bloggen en dan oogjes toe want morgen staat er alweer een dagje Riga op het programma. Ja we blijven nog even in deze geweldig mooie stad. 

donderdag 1 augustus 2019

Riga - Jugendstil wijk

Er staat weer een ‘familie-reisje’ gepland. Samen met papa, Greta, Inge en Thomas reis ik vandaag naar één van de Baltische staten. Mijn kennis over Letland, bovenbuur van Litouwen en onderbuur van Estland, is niet groot. Benieuwd naar wat er komen gaat, wrijf ik me eens goed in de handen, klaar om Riga te ontdekken. Ik heb toch wat vertrek stress want voor het eerst neem ik een vliegtuig met enkel handbagage. Bovendien is het weerbericht wat wisselvallig. Ze voorspellen 20 graden, bewolkt en af en toe een bui dus wat neem ik mee?


Het is vroeg in de ochtend wanneer het luchthaven transport ons komt ophalen maar het is hoogseizoen dus willen we geen enkel risico nemen. Er is al behoorlijk wat volk in Zaventem maar inchecken hoeven we niet want we hebben enkel handbagage bij. Het vliegtuig van Air Baltic is op tijd. Inge en Thomas moeten even opzij want ze krijgen een andere stoel. Gevolg: wij zitten helemaal achteraan en zij helemaal vooraan. Waarom? Ons een raadsel want de oorspronkelijk geboekte stoelen naast ons, zijn gewoon vrij. De kapitein spreekt ons via de luidsprekers toe in het Lets. Het klinkt zangerig, vriendelijk en op de een of andere manier bekend – ook al begrijp ik er niets van. Slechts tweeënhalf uur na het opstijgen, landt het vliegtuig op het internationale vliegveld van Riga. We nemen een taxi en maken onmiddellijk kennis met de niet al te vriendelijke inwoners. We geven de chauffeur het adres van ons hotel. Zijn wegkijkende blik straalt irritatie en vermoeidheid uit. Zonder enige verbale reactie start hij de wagen. Welkom in Riga! We hebben hotel Mosaic geboekt. Voor slechts 113 euro logeren we 3 nachten in een moderne kamer in dit eenvoudige maar best wel trendy hotel. De entree is alvast heel kleurrijk. Ook de vriendelijkheid van de loketbediende is  prima.


Het is al ver na de middag wanneer we eindelijk op ontdekking kunnen gaan in Riga. De stad wordt in tweeën gedeeld door de rivier de Daugava. Op de westelijke oever liggen de Oude en Nieuwe Stad, waar zich de meeste toeristische bezienswaardigheden bevinden. Maar ook buiten het centrum is voldoende te beleven. Volgens de reisgids zitten wij in de wijk van de Art Nouveau en Jugendstil architectuur dus een prima startpunt voor onze ontdekking in Riga. In de Elizabetes Iela waar ons hotel gelegen is, zou zich op nummer 10 een juweeltje van de Jugendstil bevinden. Al snel wordt duidelijk dat de nummering van de huizen hier niet is zoals bij ons. Op nummer 10 zien we een grauw huis zonder enige versiering. Vol enthousiasme zetten we onze tocht verder in de richting van het Kronvalda park. Deze groene long in de stad is een ontmoetingsplaats voor jong en oud. Af en toe schieten we in de lach en dat heeft alles te maken met de bijzondere kledingstijl van de Letten. Pas op, die is zeker modern en we denken dat de kledij ook best wel duur is maar toch hebben we zo onze bedenkingen. Een sjeik kleed met daaronder een soort pantoffel met vooraan een grote pompon, jeans met meer gaten dan stof, rokken en blouses met een vreemde snit. In het midden van het park staat er een ijskarretje. Verkoopstechniek nul komma nul want wie haalt het nu in zijn hoofd om deze koude lekkernij te kopen wanneer de verkoopster ineengedoken op een stoeltje zit, gekleed in een oversized regenpak. Vreemd volk die Letten wat het is nu wel wat bewolkt maar toch nog een aangename 19 graden. 


In het park zou bij het kunstmuseum een borstbeeld staan van de schilder Janis Rozentals, een van de protagonisten van de jugendstil en het is ook daar dat onze stadswandeling start. Tot drie maal toe wandelen we het park rond maar geen Janis te bekennen. We verlaten het park dan maar en wandelen wat rond want ver kan het niet zijn. Tijdens die zoektocht passeren we een restaurant en vermits het ondertussen bijna half 4 is en iedereen een beetje honger heeft, besluiten we toch eerst een hapje te eten. Op goed geluk en mede omdat de buitenkant er zo mooi uitziet, gaan we binnen bij Ikos Olivia. Dat blijkt een voltreffer! Bij tripadvisor gewaardeerd met 4 sterren en dat is het meer dan waard. Het gezellige, warme interieur en de mooi gedekte tafels zijn uitnodigend en wanneer we de menukaart bekijken zijn we helemaal aangenaam verrast. De gerechten zijn stuk voor stuk heel erg origineel met verrassende combinaties. Blijkbaar heeft de chef bij verschillende sterren restaurants gewerkt en dat proef je! Mijn tagliatelle met kreeft is om duimen en vingers bij af te likken. Papa en Greta gaan voor zwaardvis, Thomas voor ribeye en Inge neemt het meest gewaagde gerecht, eend met geitenkaas en chocoladesaus. Wat ons betreft prijs, kwaliteit uitstekend. We kunnen het iedereen aanbevelen. 


Met ons buikje goed gevuld, kunnen we onze zoektocht relaxter verder zetten en al snel arriveren we in het hart van de Jugendstil wijk. Toch zijn we een beetje teleurgesteld want als je bij ons de Cogels Osyslei gezien hebt, stellen de huizen hier niet veel voor. De mooiste straat in deze wijk is de Alberta straat. Wij verstaan echter iets helemaal anders onder jugendstil maar onmiskenbaar zijn de huizen wel allemaal rond 1900 gebouwd. De façades van de gebouwen tonen de meest uitbundige ornamenten denkbaar: allerlei grappige versieringen gemaakt van verschillende materialen zoals cement, keramiek, metaal en hout zorgen voor een vrolijk en vaak grappig geheel. De huizen zijn versierd met nimfen, waterspuwers, dieren en wezens ontsproten aan de fantasie van de architect. Ieder gebouw is daardoor volslagen uniek. Veel gebouwen zijn trouwens gerestaureerd. Achter de hoek bevindt zich het jugendstil museum maar we zijn net te laat want om zes uur sluit het. 


Naast de zogenaamde Jugendstil gebouwen zien we hier ook heel veel houten huizen en dat komt omdat er tot het einde van de negentiende eeuw een wet bestond die het bouwen van stenen gebouwen buiten de stadsmuren verbood. De reden daarvoor was dat houten gebouwen gemakkelijk in brand gestoken konden worden om te voorkomen dat indringers de stad innamen. Deze combinatie van Middeleeuwse gebouwen, Jugendstil en houten architectuur maakt van Riga een allesbehalve alledaagse stad.


Een hele vreemde gewoonte van de Letten is dat ze met hun fiets gewoon op het voetpad rijden. Gelukkig zijn de meeste heel erg breed maar af en toe moeten we toch even opzij springen. Riga is echt een stad met twee gezichten, aan de ene kant zie je echt veel armoede, ouderen die lopen te bedelen of een karig loontje met een ijscokarretje bij elkaar proberen te schrapen, aan de andere kant staan er schitterende gebouwen.


We gaan alvast het restaurantje reserveren waar papa zaterdag op zijn verjaardag wil gaan eten. Op het terras zit een groep Vlamingen die mijn vraag om hoe laat iedereen wil eten, beantwoorden met ‘tegen acht uur is goed zene’. 


Voor het mooiste uitzicht over de stad, trekken we naar de 26st verdieping van het Radisson Hotel. In de Skyline bar hebben ze heerlijke cocktails. Ik ga voor de Angel Falls met rum, mango, passievrucht, ananassap, limoen en rietsuiker. Heerlijk zoet en het gaat vlot naar binnen. Al nippend aan ons heerlijke drankje, genieten we van het uitzicht. Wat een grote stad is Riga! De onvermijdelijke vraag van iedereen tegenwoordig, luidt: Is er wifi? Wel, Riga is in 2014 uitgeroepen tot Europese wifi-hoofdstad. De stad is dan ook volledig ‘connected’ en de wifi is overal gratis. Ook hier, hoog boven de grond. Wat mij betreft een fijne afsluiter van de dag maar de anderen gaan naast ons hotel nog een afzakkertje drinken. Ik kruip echter mijn bedje in want we hebben vandaag maar liefst 15.000 stappen gezet en dat voel ik aan de voetjes. Bovendien wordt morgen ook weer een vermoeiende dag.