vrijdag 27 september 2024

Pubol - L’Escala

We ontbijten opnieuw buiten het hotel en gaan daarna met een bang hartje naar de parking. Gelukkig is er nu wel plek genoeg om te draaien en kan ik vlot de parking verlaten. We rijden vandaag naar Púbol, een klein, onopvallend dorpje, ver weg van de glamour van de grote wijde wereld. We rijden langs uitgestrekte velden en arriveren in het uitgestorven dorp rond kwart na tien. Wanneer we door de poort wandelen, zien we echt helemaal niemand. Sommige huizen zijn compleet vervallen, andere dan weer heel goed onderhouden.


De kerk is gesloten maar liefhebbers van het christelijk geloof kunnen wel nog een donatie geven voor de restauratie ervan. Ik verbaas mij er steeds over dat er toch nog veel mensen zijn die dat doen. Aan de kerk staan twee bankjes dus zetten we ons even tot het museum open gaat om 10u30. Er staan al wel wat mensen maar het is er geen drukte van jewelste zoals op de andere Dali locaties en dat is wel fijn. 


In 1968 gaf de wereldberoemde surrealist Salvator Dali zijn muze en vrouw eindelijk het kasteel dat hij haar al lang had beloofd. Ze had hem er vaak genoeg aan moeten herinneren. Het oude kasteel was in een behoorlijk vervallen staat, dus Dalí ontwierp niet alleen het interieur, maar liet het ook volledig renoveren en verbouwen. Het hele kasteel is eigenlijk het werk van de kunstenaar, ook al wou Gala initieel niet dat hij zich ermee bemoeide. Hij maakte een indrukwekkende zoldering in de living maar ook de andere kamers spreken tot de verbeelding.


Gala beheerde zijn leven en zijn kunst, begeleidde en promootte hem. Zij was de drijvende kracht achter de surrealist en had een grote invloed op zijn werk. Hoewel Dalí een briljant kunstenaar was, was hij vaak totaal ongeschikt voor eenvoudige, alledaagse dingen. Het was een heel speciaal soort liefde die het onwaarschijnlijke koppel verenigde.


Dalí was zijn hele leven bang voor seks en vreesde dat hij zou sterven. Dit trauma is terug te voeren op de twijfelachtige houding van zijn vader ten opzichte van fatsoen en moraal, die de kleine Salvador probeerde op te voeden met weerzinwekkende foto's en boeken over seksueel overdraagbare aandoeningen. Deze diepgewortelde angst en gelijktijdige fascinatie voor alles wat seksueel is, komt tot uiting in veel van zijn schilderijen, zoals “The Great Masturbator” of “The Spectre of Sex Appeal”. Dalí, een zelfbenoemde voyeur, legde de bizarre rotsformaties van zijn geboortestreek Cap de Creus vast op doek als dreigende monsters. De monsterachtige olifanten met lange insectenpoten in de tuin van Púbol zijn ook een uitdrukking van zijn angsten.


De tuin is nog steeds niet echt onderhouden en dat blijf ik jammer vinden want de objecten zijn stuk voor stuk unieke stukken. Ze zijn nu wel begonnen met de renovatie van de tweede verdieping dus misschien is er beterschap op komt. We mogen jammer genoeg niet de trap op,dus een heel stuk van de tentoonstelling valt weg.  Toen Gala in 1982 overleed, was ze waarschijnlijk al dood naar hier gereden in de Cadillac die nu in de tuin van Púbol staat. Pas toen haar lichaam in Púbol aankwam, werd haar dood bekendgemaakt. Daar rust ze in de kelder van het kasteel, in een tombe die Dalí heeft laten maken.


Rond de middag zit ons bezoekje aan het kasteel erop en rijden we naar het kustplaatsje l’Escala. Dit stadje heeft zich gevormd toen verschillende vissers zich in deze haven gingen vestigen. Nog steeds is het vissen waar l’Escala om bekend staat en dan voornamelijk de ansjovis. SOLÉS Factory-Museum is het oudste gebouw van het dorp, maar aangepast aan de behoeften van de 21e eeuw. In de fabriek werd een museum geopend om het 130-jarig jubileum van SOLÉS Ansjovis te vieren. We krijgen een audiogids in het Engels en ontdekken beetje bij beetje de geschiedenis van het bedrijf alsook het proces om ansjovis te verwerken tot het product dat iedereen kent. De prijs van het bezoek aan het museum is inclusief een kleine proeverij dus zetten we ons na afloop even op het terras. 


We rijden verder naar het centrum dat in een grote baai, genaamd de baai van Rosas, is  gelegen. Wanneer we de auto parkeren en uitstappen, ruiken we onmiddellijk de zee, of beter het zeewier. We hebben een instant vakantiegevoel. Op de hoek van het strand kijkt een kleine jongen uit over de zee. Het jongetje in brons, gezeten op een oude muur aan de Plaça de L’Univers is geen monument op zich, maar een onderdeel van de aankleding van de wandelpromenade.  Het betreft Le Petit Prince. 


Het stadje heeft een gezellige boulevard. We slenteren wat langs de souvenirwinkeltjes en zoeken een gezellig terrasje om te lunchen. In Restaurant Mar I Cel strijken we neer. Een visje eten met zicht op zee en bijna met de voetjes in het zand, wat is er leuker dan dat!


In de late namiddag rijden we terug naar het hotel, parkeren opnieuw de auto in de parking (dit keer heel tof plekje zonder moeite) en gaan op zoek naar een ijssalon want een dessertje kan er nog wel in. We zetten ons vervolgens op het grootste plein van de stad en genieten van deze zoete lekkernij. Daarna gaan we weer wat rusten in het hotel.


‘s Avonds eten we opnieuw in onze favoriete tapa’s bar. De dame kent ons al dus morgen zal ze voor niets wachten want we trekken verder op onze Dali route richting Cadaques. Daar zullen we ook wel een lekker restaurantje vinden zeker. 


1 opmerking:

  1. Heel mooie foto's en een mooie omgeving aan de kust.
    Lekker eten en mooie huisjes geniet ervan hier morgen 13 gr en regen slaapwel

    BeantwoordenVerwijderen