Onze laatste ochtend in het noorden van Kefalonia is aangebroken. Vandaag nemen we afscheid van Asos, Emma en de Cosis In. Ze verzekert ons dat we op onze volgende locatie ook een leuke tijd zullen hebben en geeft ons nog wat tips.
Wat hebben we al mooie dingen gezien tijdens deze reis. Indrukwekkend hoe al die schitterende landschappen als een parelketting aan elkaar worden geregen. Vandaag rijden we naar onze tweede locatie op het eiland, aan de oostkust maar eerst moeten we een stukje door het binnenland. Het landschap wordt gedomineerd door een vallei gevormd tussen twee bergen, Agia Dynati en Kalon Oros, die een corridor vormen tussen de verbazingwekkende kustlijnen in het oosten en het westen. De bergen zijn zowel rotsachtig als groen en bezaaid met kuddes geiten die ons regelmatig de weg versperren. Traditioneel was de geitenhouderij de belangrijkste inkomstenbron van het gebied, en hoewel er nog steeds veel kuddes zijn, is het nu het toerisme dat de voornaamste inkomstenbron vormt. Wanneer we door de immense vallei rijden, waait de zoete geur van Griekenland door het raam naar binnen.
We houden halt in Agia Efimia. Ooit was dit een van de belangrijkste handelscentra van het eiland maar het hele dorp werd verwoest tijdens de aardbevingen van 1953. Met de hulp van de Fransen werd het volledig terug opgebouwd. Het traditionele vissersdorpje heeft een leuke sfeer, mede door de vrolijk gekleurde herenhuizen, omringd door veel groen. Het ligt heel mooi aan een dromerige blauwe baai met een knusse boulevard. Het pittoreske dorpje wordt van alle kanten omgeven door bergen, die de Pylaros-vallei vormen. Het heeft een bruisende haven waar heel wat bootjes aanmeren en er is aanzienlijk geïnvesteerd in het opknappen van de kade hier. We vleien ons neer op een terrasje voor een verkoelend drankje en daar krijgen we gratis een lekker stukje cake bij.
Er zijn op Kefalonia maar weinig wegen die echt dicht langs de kust liggen, maar de weg van Agia Efimia naar Sami loopt pal naast de kust. Hier, aan de oostkust liggen de mooiste baaitjes. Overal zijn scherpe steile rotsen, die kleine strandjes omarmen. Ik heb gelezen dat in het gebied rond Agia Efimia geiten met gouden tanden wonen. Aristoteles schreef al in de 4e eeuw v. Chr. over de geiten met gouden tanden in dit gebied. Dit opmerkelijke fenomeen blijkt te worden veroorzaakt door de mineralen die hier in de bodem zitten. Dat wil ik graag met eigen ogen zien, dus gaan we op zoek. Geiten zijn er hier genoeg en ze gapen ons altijd nieuwsgierig aan, maar ze doen hun bek niet open. Wanneer één exemplaar uiteindelijk haar tanden laat zien, is er geen goud te bekennen. Morgen doen we nog wel eens een poging.
We rijden verder naar het Melissani meer, gelegen op de zuidoostelijke helling van de Frydi-heuvel. Hier bevinden zich grotten die zo’n 1400 jaar geleden ontstonden. In een van de grotten is het dak ooit ingestort, waardoor een cenote werd gevormd. Door de opening van 200m2 boven het ondergrondse meer valt er rond het middaguur prachtig zonlicht in deze grot met stalactieten van 16.000 tot 20.000 jaar oud. We besluiten de grot te bezoeken en kopen een kaartje bij de ingang voor een rondje op het meer. De dame aan de kassa is hilarisch, ze vraagt of één van ons een senior is. Even twijfel ik. Zou ze echt in het ongewisse zijn? Ja papa heeft wel een jong voorkomen maar beneden de 60 zou je hem toch niet aangeven? Misschien moet ik antwoorden dat ik senior ben? Ze ziet me verbouwereerd kijken en wanneer ik in de richting van papa wijs, schiet ze zelf ook in de lach.
Via een trap en een geleidelijk aflopende gang, wandelen we naar de bootjes. Het is echt wel bandwerk, want we zijn hier niet alleen. Gelukkig moeten we niet lang wachten. We stappen in een roeibootje en het lijkt wel of we zweven boven het kraakheldere, turquoise water. De diepte reikt tot 36 meter. Naast het water ligt er nog een langwerpig eilandje van zo’n 30 meter, dat eigenlijk voornamelijk bestaat uit puin van de instorting van het dak. Onderweg zien we wat stalactieten die op beesten lijken, zoals een krokodil. Die laatsten zwemmen hier overigens niet rond, wel kleine visjes die met hetzelfde blauw als het water besmet lijken. De grot is niet echt groot dus lang duurt de boottocht niet, maar we vinden het toch de moeite. De lichtinval van boven is prachtig en geeft een sprookjesachtige aanblik. De naam ‘Melissani’ komt van de nimf ‘Melissanthi’ die zelfmoord pleegde door in de wateren van de grot te vallen nadat de God Pan haar liefde had afgewezen.
Na onze boottocht rijden we door naar onze eindbestemming voor vandaag, de stad Sami. Wanneer we bij Staggia studio’s toekomen, worden we hartelijk ontvangen door een wat oudere dame die ons naar de kamer brengt. Deze is klein maar gezellig en de kamer heeft bovendien een prachtig terras. We droppen onze bagage en gaan in de richting van de zee want het is al laat en we hebben honger. Aan het haventje zien we de gezellige taverne Limanaki met van die typische Griekse tafeltjes die uitkijken over het water. We bestellen eerst wat lookbrood met skordalia. Deze is alvast heerlijk! Het hoofdgerecht bestaat uit een visschotel voor twee met zeebaars, inktvis en gamba’s. Van zodra het op tafel wordt gezet, krioelt het van de wespen. Ze zijn dit hier duidelijk gewoon, want de ober brengt ook een schaaltje verbrande koffie. Dat blijkt wel iets te helpen, maar het is toch oppassen geblazen.
Terwijl papa wat gaat rusten, verken ik Sami. Het dorp ligt in een brede baai met een lange, met bomen omzoomde waterkant en een prachtig uitzicht over het eiland Ithaca. Het is de tweede grote haven van het eiland en biedt directe veerbootroutes naar het vasteland, Ithaka en Italië. In het dorp staat alweer een prachtige kerk, in het kanariegeel geschilderd deze keer. Sami-stad werd gebruikt als decor voor de film Captain Corelli's Mandolin. Dit dorp is ook de thuishaven van honderden katten. Ik zie ze in alle kleuren en maten en overal worden ze met liefde ontvangen. Ze krijgen volgens mij ook voldoende te eten want ze zien er allemaal heel erg goed uit. Wanneer ik een warme bakker passeer, kan ik me toch niet inhouden en dus koop ik twee taartjes voor vanavond. Bij de plaatselijke supermarkt vul ik mijn tasje nog met wat olijven, kaas en retsina voor papa.
Het is de warmste dag van deze vakantie en ik ben dan ook oververhit wanneer ik in ons hotelletje toekom. Benieuwd wat morgen zal geven want ze verwachten onweer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten