vrijdag 17 november 2023

Kratie

Wanneer ik iets na middernacht naar het toilet moet, schrik ik me een hoedje. Een spook in onze kamer! Tania zit rechtop in bed met een laken over haar hoofd bij het licht van de e-reader te lezen. Ze merkt niet echt op dat ik wakker ben. Waarschijnlijk kan ze de slaap niet vatten. De wekker loopt af om 6u15 en onze laatste ochtend in Laos is aangebroken. 

Wat hebben we genoten van de prachtige bergachtige en ruige natuur en de vriendelijke bevolking van Laos. Vanaf het moment dat we voet op Laotiaanse bodem gezet hebben, viel de gejaagdheid van ons af en dompelden we ons onder in een ongekende, serene rust. Geen van beiden had dit eerder zo ervaren. Onze tocht door dit pure land zorgde ervoor dat we echt al onze zorgen vergaten. We hadden alle tijd van de wereld, net als de Laotianen. Nu moeten we dit gevoel gewoon vasthouden! De schoonheid zit in de kleine dingen wordt vaak gezegd. Dat geldt in Laos zeker voor de vele tempeltjes die het land rijk is. 


Vandaag steken we de grens van Laos over en reizen we verder naar Cambodja, het land waar hemel en hel dicht bij elkaar liggen. De prachtige tempels die het land rijk is en de natuur van Cambodja zijn hemels mooi, maar de geschiedenis met de Rode Khmer en Pol Pot was een hel. We zullen zowel de uiterst zwarte bladzijde in de geschiedenis van het land als de mooie kanten gaan ontdekken. 


Kim Wild’s ‘Going to Cambodia’ weergalmt door de bus wanneer we aan de grens komen, met dank aan Kristof. Er is geen volk aan de grenspost, we zijn helemaal alleen. We geven ons paspoort af waar ze vervolgens een stempel in zetten. Normaal is dit gedeelte gratis maar we weten ondertussen dat Laos heel erg corrupt is. Ze vragen geld … Marc betaalt $10 en we mogen door. We moeten met onze koffer een stukje door niemandsland wandelen. Net voor de grens met Cambodja nemen we afscheid van Kong en maken we kennis met onze nieuwe gids Nara. Eenmaal aan de andere kant, wordt er een groepsfoto genomen door de douanier want wijzelf mogen hier geen foto’s nemen. We zijn al flink opgewarmd door die wandeling en we moeten net daarna naar de ‘health check’. Onze temperatuur wordt genomen maar ondanks de oververhitting, wordt iedereen gezond verklaard.

We vullen vervolgens een arrival card in en betalen $38 voor onze visa. De douaniers trekken zich even terug en gaan de visas aanmaken. Eentje bestudeert de foto’s en de arrival card, een andere zet een stempeltje. Een voor een krijgen we ons paspoort terug en daarna moeten onze spullen door de scanner. De grote koffer gaat erdoor maar wanneer ik mijn rugzak door de scanner wil doen, blijkt dit niet nodig. Voor hetzelfde geld zit die vol drank en drugs. Ik ben de laatste van de groep dus waarschijnlijk hebben ze hard genoeg gewerkt of ik zie er heel betrouwbaar uit. Dan wordt onze foto en vingerafdruk genomen en mogen we eindelijk Cambodja binnen. Op de bus wordt toch nog eens gecheckt of de stempels in het paspoort staan. Henri mist er eentje en moet terug. Hij gaat achterop de brommer met de douanier en even later mag ook hij met ons mee.


Na een uurtje rijden stoppen we voor koffie. In dit land betalen we met dollars of real. Nara heeft al een hele uiteenzetting gegeven over het geld maar veel begrijpen we er niet van. Het enige wat ik onthouden heb is dat 1 dollar gelijk is aan 4000 Real. Er is een kleine supermarkt waar we wat drank kunnen inslaan. De kinderoppas werkt vandaag niet want de kleine van de kassierster is gewoon meegekomen naar de winkel. Een IPad is de redding tegen verveling.

Onze eerste bestemming in dit nieuwe land, is Kratie, gelegen in het oosten van Cambodja. We móeten nog 2 uur rijden en komen pas rond 13u30 aan dus besluit Marc ons eerst mee te nemen naar een restaurant. Wanneer de geur van eten mijn neus binnendringt, merk ik pas hoe zeer mijn maag rammelt. Ik hunker naar een maaltijd. We bestellen kip met citroengras en ook al is de smaak geweldig, is het geen handig gerecht. Het citroengras is in fijne stukjes gesneden en kunnen we niet opeten. We weten ook niet of dit de bedoeling is. Als ik thuis een gerecht klaarmaak met citroengras is dat louter voor de smaak en haal ik dat bij het serveren eruit. De kip is ook gewoon in stukken gehakt waardoor er best wel wat stukken bot inzitten. We zijn blij dat we de keuken pas na het eten gezien hebben. Cambodja is duidelijk vuiler dan Laos.

Na de lunch checken we in.  We logeren in het Luck Life World Hotel. De naam is alvast veelbelovend. De inkomhal is redelijk bombastisch met veel uitbundig houtsnijwerk. Het personeel is behulpzaam, maar spreekt bijna geen Engels. Wanneer we op de kamer komen, zijn we wel aangenaam verrast wat de grootte betreft. De ruime kamers hebben twee kingsize bedden en een prima werkende airco. Alleen ruikt het er duf. Over de deur is er best wel wat lawaai want er staat een grote feesttent en iedereen is druk bezig met de versieringen. Onze gids legt uit dat er morgen een huwelijksfeest zal plaatsvinden dat maar liefst 3 dagen zal duren. Hopelijk kunnen we slapen.


Kratie is de thuishaven van de Irrawaddy-dolfijn, een met uitsterven bedreigde zoetwaterdolfijn. Op deze plek leven er nog wel enkele en omdat we gisteren zo genoten hebben van ons boottochtje, besluiten we opnieuw het water op te gaan. We schrijven dus in voor een facultatieve excursie. Om kwart voor 3 staan er 6 tuktuks klaar die ons naar de plek zullen brengen waar de dolfijnen leven.

Het wordt een leuke rit door het dorp van zo’n drie kwartier. Het is best stoffig en we hebben spijt dat we ons mondmaskertje niet hebben meegenomen. Jeannette is wel zo slim geweest. Het is een leuk gezicht voor de Cambodjanen om die 6 tuktuks achter elkaar door hun dorp te zien rijden. Iedereen stopt met wat ze bezig zijn, om ons na te zwaaien.

We merken wel dat in dit dorp veel armoede is. De huizen zijn vaak niet meer dan een houten paalwoning of een barakje met golfplaten. De enkele koeien die we zien, zijn uitgemergeld en de kindjes vaak gekleed in lompen.de dames die we zien hebben allemaal een soort van pyjama aan met allerlei kinderlijke motieven. We dachten dat iedereen zich al aan het klaarmaken was voor de nacht maar blijkbaar is dat gewoon de dagelijkse klederdracht. 

Wanneer we aan de oever komen waar de boten liggen, worden we ook verwelkomd door enkele plaatselijke kinderen die met plezier poseren voor onze lens. De meeste dames moeten alweer naar het toilet en gelukkig kan dat nog voor we het water opgaan om de Irrawaddy dolfijn te spotten. Voor het bewind van de Rode Khmer waren er waarschijnlijk duizenden van deze bijzondere dolfijnen in Cambodja. Maar in de jaren van verwoestende hongersnood, zochten de dorpelingen op het platteland hun voedsel in het water. Dit, gecombineerd met de onverantwoorde vispraktijken van de daaropvolgende decennia, zorgden ervoor dat de Irrawaddy dolfijn met uitsterven bedreigd wordt.

We gaan het water op in verschillende bootjes. Tania, Jacqueline en ikzelf delen een boot en ook onze gids Nara gaat met ons mee. We krijgen een reddingsvest aan en kunnen vertrekken. Aanvankelijk zien we niets maar dan komen ze toch af en toe even boven om lucht te happen. Het blijft echter bij een vin en soms een stuk van het lijfje maar dit soort dolfijnen springt niet uit het water zoals je van een dolfijn gewend bent. Echt mooie foto’s maken van de dieren lukt niet maar het gaat om de beleving. Het is zalig op het water. Na een klein uurtje varen we terug. Iedereen vond het super. 

Wanneer we terug in de tuktuks zitten, genieten we nog na. Halverwege stoppen we nog even om de zonsondergang te bekijken en rijden dan terug naar het hotel. Tania en ik besluiten onmiddellijk te gaan eten en Marc wil wel weer mee. De rest van de groep eet liever wat later. We kiezen een restaurantje uit aan het water. Deze keer maken we een top keuze: beef met ananas en deze wordt ook geserveerd in een ananas. We blijven in het thema en drinken ook een vers ananassapje. We wandelen terug naar het hotel langs de oevers van de Mekong. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten