woensdag 15 november 2023

Wat Phu

Ik heb zalig geslapen en net mijn oordopjes uitgedaan wanneer er een lichtstraal door het raam valt. Ergens loopt een kraan. Iemand verschuift een tafel of stoel. Ik hoor zacht gefluister en krakende planken. De anderen zullen zo ook wakker zijn en dan is het gedaan met de stilte. Toch nog even genieten, lekker soezen alvorens aan deze lange dag te beginnen. We trekken naar het terras op de tweede verdieping. Voor het eerst een ontbijt met heerlijk vers stokbrood en dat op een plek waar we het niet verwacht hadden. Tania is ook in haar nopjes want er is ook voor het eerst deze reis kaas. De obers zijn ook blij met ons want ze hebben hun camera constant in de aanslag. Gisteren werden we ook al op de foto vastgelegd in het restaurant en vandaag doen ze het weer. Het lijkt wel of ze nog nooit Europeanen gezien hebben in hun hotel. 


Na het ontbijt loop ik nog even door de straat van ons hotel. Het dorpsleven komt op gang. Een vrouw wast haar haar met een tuinslang, winkeltjes gaan open. De mensen zijn hier super vriendelijk en ze lijken allemaal op elkaar. Ze hebben een typisch gelaat met opvallende jukbeenderen en stralende vriendelijke ogen. Hun huidskleur is iets donkerder dan in de andere Aziatische landen, met uitzondering van Sri Lanka. Frappant is dat er overal grote zwarte potten staan, dat zijn de plaatselijke vuilbakken, maar dat we toch  best wat zwerfvuil tegenkomen. 

Om half 8 zitten we terug in de bus. Kong vertelt een beetje over de levensstandaard van de gemiddelde Laotiaan. De kip is de laatste jaren enorm in waarde gedaald en dat zorgt ervoor dat mensen hier echt arm zijn. Toch hebben de meesten geen honger want ze telen heel veel zelf. Na 2 uurtjes rijden, stoppen we voor koffie. Wat mij al een hele week integreert, is waarom Kong kortgeknipte nagels heeft behalve zijn pink. Die is lang en vlijmscherp. Wanneer ik het hem vraag, vertelt hij ons dat veel Laotiaanse mannen dit hebben. Het verhaalt start zo’n 30 jaar geleden, toen enkele jonge mannen stierven zonder aanleiding. De legende zegt dat de lady spirit grote sterke mannen naar zich toe trok. Om die aantrekkingskracht te verbreken, laten de Laotiaanse mannen 1 nagel groeien en soms lakken ze hem ook. Zo zou de lady spirit denken dat het geen echte mannen zijn, maar iets vrouwelijks hebben. 

De streek waar we doorrijden wordt gedomineerd door een berg, de Nangnone Mountain. Deze heeft de vorm van een slapende vrouw. Eerst het hoofd, dan de romp en daarna de benen. De bevolking zegt al lachend dat dit de hoogste berg van Laos is, gesteld dat de vrouw zou rechtstaan. 


In Pakse stoppen we bij een supermarkt want in Khong Island waar we vanavond naartoe gaan, zijn geen winkels. We kunnen zo wat voorraad inslaan voor de komende twee dagen. Hier is het al volop kerst want in de inkom staat een mega kerstboom.  We besluiten ook hier ergens te lunchen. Bij de coffee shop Sinouk bestellen de meeste een pannini maar ik blijf bij de locale keuken, ook al lijkt het of we zitten in een Parijse bistro. Het duurt wel  wat voor iedereen bediend is dus waarschijnlijk loopt onze planning voor vanavond weer wat uit. 


We maken een stop bij de ruïnes van Wat Phu in de provincie Champassak. Om bij dit tempelcomplex te komen steken we eerst de rivier over. De hindoeïstische tempel, 200 jaar ouder dan de tempels van Angkor Wat, zou als voorbeeld gediend hebben voor de bouwers van Angkor Wat, dus ik ben in blijde verwachting.

Aangekomen bij het complex nemen we een golfkarretje naar de voet van de berg. Kong geeft ons een kleine uitleg en daarna kunnen we op eigen houtje Wat Phu gaan ontdekken. Via een pad met paaltjes betreden we een uitgestrekte boulevard. In de verte zien we de impressionante berg die we straks gaan beklimmen. In deze hitte kijken we daar nog niet echt naar uit.

Aan het eind van het pad komen we bij de eerste 2 paleizen met prachtig uitgesneden voorkant uit het begin van de 6de eeuw. Kong vertelt ons dat het ene het mannenpaleis is en het andere het vrouwenpaleis maar volgens specialisten klopt dit niet. We zullen het uiteraard nooit weten maar beide gebouwen zijn wel indrukwekkend en lichten al een beetje van de sluier op van wat ons nog te wachten staat.

In dit complex zijn er maar liefst 3 niveaus en bij elk niveau worden de trappen hoger en smaller. Aangekomen op het tweede niveau breekt het zweet ons al uit, ondanks dat de zon zich achter de wolken verschuilt. Hier begint een lange, hellende weg, opgebouwd uit zandstenen platen, die leiden naar een derde trap. Deze komt dan uit op een terras van waaruit we een mooi overzicht hebben over de site. De laatste trap is de moeilijkste maar het is de klim meer dan waard.

Helemaal boven komen we bij het belangrijkste heiligdom met getrapte portiek. Er zijn 3 deuren met prachtige beeldhouwwerken die Indra, Vishnou en Shiva uitbeelden. Binnen in het heiligdom, dat omgevormd is tot een boeddhistische tempel, staan er 3 beeltenissen van Boeddha. De natuur heeft het hier langzaam overgenomen en net dat is er zo mooi aan.

Helemaal boven, ben ik oververhit en lijk ik wel een wandelende tomaat. De dames die boven zitten om offers te verkopen, vinden het grappig. Ze kijken geamuseerd toe en vragen zich waarschijnlijk af hoe het komt dat die gekke Europeanen totaal geen fysiek hebben. Zij zelf lopen op hun slippers als berggeiten omhoog. Het is echt verschrikkelijk warm maar zij lijken er geen last van te hebben, in tegendeel, zij zitten daar met een jas aan terwijl ik liefst alles zou uitspelen. Mijn broek kleeft tegen mijn billen en ik voel het zweet zo van mijn rug lopen. En dan moet ik nog terug naar beneden. Geen sinecure met die smalle, hoge treden. Het begint ook wat te druppelen dus lijkt het me wijselijk om terug af te dalen, voordat de stenen nat worden. Tania is ondertussen al beneden maar ik kan me maar moeilijk losmaken van al dit moois. 

Na 1,5 uur moeten we terug naar de bus maar we hebben genoten van dit bezoek.  We zitten net terug in de bus wanneer de hemelsluizen open gaan en het water met bakken uit de lucht valt. Niet dat we het erg vinden want we moeten nog zeker 3 uur rijden naar onze bestemming. Ondertussen is de avond gevallen. Het is pikdonker buiten maar gelukkig hebben we een top chauffeur die de weg goed kent. Veel verkeer is er trouwens niet meer want er is niets van verlichting. Af en toe gaat Kid op de rem staan wanneer hij in het licht van de koplampen koeien de straat ziet oversteken of er iemand loopt aan de kant van de weg. Tegen half 8 komen we op Khong eiland aan, een prachtige plek aan de Mekong. 


We logeren in Villa Muong Khong. Na onze lange tocht zijn we blij te zien dat het een deftig hotel is. We droppen de bagage in de kamer en vertrekken naar het restaurant. Dit is gelegen aan de Mekong op ongeveer 10 minuten wandelen van het hotel. Enig nadeel: we hebben wel een pillamp nodig want het weggetje er naartoe is niet verlicht. Kong heeft een tafel gereserveerd voor heel de groep.  Ik probeer eindelijk de chicken lab waar ik al heel de week op verlekkerd ben. Dat is een Laotiaans gerecht van gehakte kip, munt en citroengras. Ik moet het langste wachten van de hele groep maar het smaakt heerlijk. Van het uitzicht zien we nog niet veel … dat moet wachten tot morgen.

Wanneer we terug naar het hotel wandelen, staan er duizenden sterren aan de hemel. Morgen wordt alweer een prachtige dag! De kamers zijn een beetje verouderd en hebben, om onverklaarbare redenen, de lichtschakelaars niet net naast de deur. We hebben dus een zaklamp nodig om binnen te gaan. De airconditioning is goed en er is lekker warm water in de douche. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten