zaterdag 18 november 2023

Phnom Penh

Vroeg in de ochtend worden we gewekt door die typische Aziatische enerverende muziek. Trouwfeesten beginnen hier blijkbaar rond half 5 in de ochtend. Om de muziekinstallatie draaiende te houden, hebben ze een generator die ook een immens lawaai produceert. Dat in combinatie met de plaatselijke hanen die hard hun best doen om alles te overstemmen, zorgt ervoor dat niemand deze ochtend een wekker nodig heeft. We proberen toch nog even onze ogen te sluiten maar dat lukt ons niet. Alle bruiloftsgasten logeren in ons hotel en houden absoluut geen rekening met de andere hotelgasten. Ook in de gangen is er dus veel lawaai, afgewisseld met wat gerochel. We moeten sowieso vroeg uit de veren (de wekker gaat om 6u15) want we rijden vandaag naar Phnom Penh. Wanneer we buiten een kijkje gaan nemen, zien we een resem gasten toestromen met offers voor het bruidspaar. Hier is het lawaai nog oorverdovender. Het lijkt wel of het ganse dorp is op de been. 

Om 7 uur gaan de koffers de bus in en gaan wij te voet naar onze ontbijtplek. Dit hotel heeft namelijk geen restaurant. Henri komt nog met een verrassing. Gisterenavond had hij een gesprekje met de moeder van de bruid. Ze nodigde hem uit op het huwelijk maar toen hij ze zei dat we vroeg zouden vertrekken, kreeg hij een hele zak met zelfgemaakte mochas. Er zijn echter niet zo veel liefhebbers. Ik heb het wel geproefd maar echt lekker vind ik het niet. Na een lekker ontbijt rijden we naar de hoofdstad. De rit zal zo’n 7 uur duren, meer dan initieel gedacht. Benieuwd wanneer we zullen toekomen. Uitgemergelde koeien liggen tussen het afval aan de kant van de weg. Zo jammer dat dit prachtige landschap zo verloederd is. Je zou denken dat mensen hun eigen tuintje netjes houden maar dat is dus nergens het geval. Huizen staan over het algemeen op palen. Enerzijds om droog te blijven tijdens het regenseizoen bij overstroming van de Mekong en anderzijds om tijdens de droge periodes te leven. Onder de palen speelt het leven zich af. Hier koken ze, doen ze de afwas en chillen ze want daar kan de zon niet komen en is het koel. Hun huis gebruiken ze dan enkel om te slapen.

We stoppen bij een lokale markt waar plaatselijke lekkernijen verkocht worden. Ja, in Cambodja schotelen ze je de meest vreemde dingen voor: Geroosterde maden, gebakken kikkers, reusachtige riviertorren, sprinkhanen, krekels, slangen en grote slakken. Het is wel super vers want alles wordt ‘s nachts gevangen en ‘s morgens te koop aangeboden. Onze honger is plots over maar voor de plaatselijke bevolking zijn dit delicatessen. Hier en daar wordt er wel een pepertje in de ‘salades’ gedraaid, wat het gerecht extra pittig maakt en waarschijnlijk de smaak van de insecten wat verdoezelt.

Gelukkig zien we geen spinnen want ook dat is iets wat Cambodjanen eten. Het eten van bovenstaande dingen vindt zijn oorsprong in het gruwelijke regime van de Rode Khmer. Ze begonnen bij voorbeeld met het eten van spinnen vanwege de honger. Ze aten wat ze te pakken konden krijgen en joegen in de rijstvelden op vogelspinnen. Na de oorlog is de spin op het menu blijven staan en sindsdien is het een lokale "delicatesse" geworden. De harige achtpoters hebben wat mij betreft niet echt een hoge aaibaarheidsfactor. Het enige wat we nog min of meer normaal vinden, zijn de gerookte visjes. Het gezegde luidt: "When in Rome, do as the Romans do" maar voor deze plaatselijke lekkernijen ga ik toch passen.   Er is trouwens niemand van de groep die zich geroepen voelt om te proeven.

Vrolijke kindjes komen ons nieuwsgierig tegemoet. Ondanks dat ze hier al die vieze dingen eten zijn ze toch nog bezig met Corona. De kindjes dragen namelijk allemaal een mondmaskertje, alleen gebruiken ze het niet zoals het hoort. 

Ongeveer een uurtje voor we in Phnom Penh arriveren, stoppen we bij een winkel waar we een croque monsieur of een pasteitje kunnen eten. Op die manier gaat er niet te veel tijd verloren en hebben we straks nog tijd om even de stad in te trekken.


De hoofdstad van Cambodja, met zijn meer dan één miljoen inwoners, werd volgens de legende gesticht in 1372 door een rijke dame met de naam 'Penh'. 'Phnom' is de Khmer naam voor 'berg'. De stad staat bol van de contrasten, brede boulevards uit de Franse tijd worden afgewisseld met zandweggetjes. De laatste jaren is Phnom Penh hard op weg om een mondaine stad te worden. In hoog tempo breidt de stad zich uit. De sporen van de oorlog zijn nog steeds zichtbaar, maar er heerst vooral een vrolijke sfeer die typisch is voor dit deel van Azië.


We overnachten in het Angkor International hotel, een unieke plek vlak bij de Tonlé Saprivier.  Het eenvoudige hotel is ingericht met Khmer meubels en de ontvangst is top. We krijgen alvast een drankje aangeboden. We willen de sfeer vandaag al proeven dus trekken we na het inchecken de stad in. De stad is chaotisch, smoezelig, maar wel leuk. Op enkele meters lopen van ons hotel bevindt zich de plaatselijke markt waar zowel vlees als vis ligt te bakken in de zon. Je mag hier eigenlijk niet te veel bij nadenken.

We zijn op weg naar het Koninklijk Paleis, een ‘must see’ wanneer je in Phnom Penh bent. Een tuktuk rijder spreekt ons aan en zegt dat hij wel leuke plekjes weet want het Koninklijk paleis is vandaag gesloten omdat de koning op bezoek is. We luisteren niet naar hem en wandelen koppig verder. Eerst zien, dan geloven. Het is niet de eerste keer dat ik in Azië ben dus ik ken de trukken van de foor. En ja hoor, het paleis is gewoon open. We betalen $10 en betreden samen met enkele monniken via een mooi poortje de site.

Het opvallendste gebouw is de troonzaal met een dak dat gedecoreerd is met goudgekleurde tegels. We surfen een beetje mee op de golven van een groep Engelsen met persoonlijke gids. Zo komen we te weten dat het gebouw wordt gebruikt voor officiële gelegenheden, zoals kroningen en koninklijke huwelijken. Hier mogen we niet binnen maar we kunnen wel kijken door de open ramen. Aan de zijkanten van het complex zijn mooie gaanderijen waarvan de muren bedekt zijn met prachtige fresco’s.

Op de site staan nog enkele prachtige stupas, mooi uitgewerkt met prachtig reliëf. Het zonlicht weerkaatst op de witte monumenten.

We komen enkele groepsleden tegen en gaan samen op zoek naar de Zilveren Pagode waarvan de vloer uit 5000 zilveren tegels bestaat en de trappen uit Italiaans marmer vervaardigd zijn. Het duurt even voor we beseffen dat we er pal voor staan. Onze schoenen moeten uit en dan mogen we achter elkaar naar binnen. Hier bewonderen we de schitterende smaragdgroene Boeddha en de gouden Maitreya Boeddha welke is gedecoreerd met 9584 diamanten. Veel bling bling dus maar we mogen hier niet fotograferen. Toch is er één boefje in de groep die stiekem zijn fototoestel bovenhaalt. Nee, ik ben het niet! We hebben eerst niet door dat we in de zilveren pagode zijn omdat de zilveren vloertegels zo goed als volledig bedekt zijn met tapijten. Op de site lopen heel veel monniken rond en ze poseren ook gewillig voor onze lens.

Het charmantste deel is zeker de boulevard langs de Mekong-rivier, waar we in de avonduren heerlijk flaneren tezamen met de Cambodjaanse bevolking. Het verkeer werkt hier ongeveer zoals in Vietnam. Er zijn geen waarneembare verkeersregels maar iedereen is uiterst beleefd op de weg. Verkeersagressie komt hier, ondanks de drukte, niet voor. De weg oversteken doe je ook hier heel zelfverzekerd, zie je een opening wandel dan gestaag over de rijstroken naar de overkant, als bij toverslag zal het verkeer vertragen en om je heen navigeren. De brommer is het vervoersmiddel bij uitstek. Soms zitten ze er met 3, 4 en zelfs met 5 op.

We gaan met z’n allen iets drinken. Rond 6 uur bestellen Kristof, Tania en ik alvast ons eten. De Cambodjaanse keuken wordt vaak beschreven als een mengeling van Thais en Vietnamees en in eerste instantie wekt het ook bij mij die indruk maar er zijn toch een paar verschillen te proeven. Het is in ieder geval minder pittig dan ik had verwacht, Wanneer er in Laos op de kaart staat dat het pittig is, mag je extra pittig verwachten. In Cambodja staat er pittig maar dat is het nooit. In de meeste gerechten zit wel een heerlijke combinatie van limoen en peper. De fish Amok die ik vandaag bestel, is gekruid met citroengraspasta, kokos en chili, vervolgens verpakt en gestoomd in een bananenblad. Heerlijk! De anderen blijven nog lekker zitten wanneer wij besluiten naar het hotel terug te wandelen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten