zaterdag 11 november 2023

Vang Vieng - Vientiane

Ik heb genoten van mijn avondje relax. Tania heeft zich ook vermaakt met de groep in de Irish pub gisteren en was rond 10 uur terug in het hotel. We hebben beiden goed geslapen al is het hier een redelijk rumoerig hotel. We horen vaak bedden verschuiven boven ons hoofd. Omdat we de vorige dag op excursie zijn geweest, hebben we niet veel gezien van dit toeristisch stadje aan de oostelijke oever van de Nam Song. Vandaag hebben we een halve dag om Vang Vieng te ontdekken.


We besluiten niet te gaan ontbijten en onmiddellijk op stap te gaan. We wandelen naar de rivier waar we via een gammele brug naar de andere oever gaan. De houten brug heeft haar beste tijd gehad maar de Laotianen maken er geen probleem van om met hun brommers halsbrekende toeren uit te halen. Althans zo zien wij dat, zij vinden de brug waarschijnlijk helemaal ok zo. Wij zijn er niet zo gerust in want de verrotte planken en gaten in het hout geven ons niet bepaald een veilig gevoel. Het uitzicht is echter prachtig. We worden omringd door een magnifiek landschap van torenhoge kerstbergen. De natuur is hier zo overweldigend.

Aan deze kant van de oever hebben we nog een klein beetje het gevoel op het onbedorven platteland te vertoeven. Mannen werken op het land, kleine kindjes met aftandse kleding komen ons al lachend tegemoet. Hier zien we nog een beetje van hoe Laos er jaren geleden uitzag maar weldra worden ook hier waarschijnlijk verharde wegen aangelegd en zal dit stukje Laos ook verdwijnen.  Op de rivier komen heel wat kajaks voorbij, dé favoriete activiteit van veel toeristen. 

Via een andere brug, die er iets beter uitziet maar eigenlijk ook niet meer echt veilig is, wandelen we terug het stadje in.


Vang Vieng zal ooit wel een heel pittoresk dorpje geweest zijn maar nu is het een echte backpackbestemming. De meeste rugzaktoeristen kwamen vroeger naar deze plek voor het ‘tuben’, een activiteit waarbij men in een rubberen band met de stroom mee de rivier afdrijft. Hiermee verloren in 2011 alleen al, meer dan 20 toeristen het leven. Sinds 2012 is dit door de overheid afgeschaft maar toch ademt het stadje nog steeds toerisme, met op elke hoek van de straat een verhuurbedrijf van kwats, fietsen en brommers. Alles in het dorp ziet er vuil uit en het stinkt er verschrikkelijk. Onbegrijpelijk dat mensen hier op een terrasje iets zitten te drinken, laat staan te eten.


Onderweg komen we enkele groepsleden tegen die vanuit de verte aan de rivier een gezellig terras hebben gezien dus besluiten we hen te vervoegen. Daar aangekomen, krijgen we echter geen drinken. De man ligt in zijn hangmat wat op zijn gsm te tokkelen en is niet van plan ons te bedienen. Het is frappant hoe lui de Laotianen zijn. Je zou denken dat ze, zoals in andere Aziatische landen, onmiddellijk recht springen om de ‘rijke toerist’ te bedienen maar nee hoor. Jammer want de locatie was ideaal. 

We zijn het er beiden over eens dat dit dorp niet echt de moeite is om te blijven rondlopen. Bovendien beginnen onze maagjes flink te rommelen en we hebben een lange reis voor de boeg dus wordt het tijd om iets te gaan eten. Verkopers lopen rond met plastiek zakjes vol kruipende insecten: krekels, sprinkhanen en dikke torren. Ook op de plaatselijke markt verkopen ze deze beestjes. De meeste westerlingen passen hier toch voor, wij ook.  Omdat we op de wandeling geen enkel andere leuke lunchplek gezien hebben, trekken we ‘s middags weer naar de Happy Mango en opnieuw is het eten super. We drinken er dit keer een heerlijk mangosapje bij en die is super vers. Het fruit smaakt hier toch 100 keer beter dan thuis. We hebben gisteren zo veel reclame gemaakt voor deze plek, dat het restaurant bijna helemaal gevuld is met ons reisgezelschap. 

Vandaag reizen we verder zuidwaarts naar Vientiane, de hoofdstad van Laos, gelegen aan de Mekong. Omdat de bus niet tot bij het hotel kan komen, moeten we een stukje lopen. Gelukkig wordt onze bagage wel gebracht. De bus heeft heel ruime zitplaatsen en we hebben ook extreem veel beenruimte. We maken kennis met onze chauffeur Kid en onze gids Kong. Zij zullen de ganse tijd bij ons blijven tot aan de grens met Cambodja. We weten ondertussen al dat de wegen in Laos in erbarmelijke toestand zijn dus houden we ons hart vast maar er blijkt een super goede snelweg gebouwd te zijn. Tijdens de rit genieten we van het prachtige, ongerepte Laotiaanse landschap: een beetje bergachtig, heel veel groen en her en der enkele huizen. En dan te bedenken dat deze omgeving tot de zwaarst gebombardeerde gebieden ter wereld behoort: tijdens de Vietnamoorlog was Laos het toneel van een oorlog waar de westerse wereld geen weet van had. Het was de zogenaamde Secret War’. Amerikaanse bommenwerpers hebben er van 1964 tot 1973 in het geheim elke acht minuten, 24 uur per dag, gemiddeld een vliegtuiglading vol bommen gedropt. Négen jaar lang! 


Hoewel het reizen fijn is, missen we door de gesloten ramen en de airconditioning veel van de omgeving, zoals de geluiden, de geuren en de warmte van de zon. Hoewel Laos een van de meest beboste landen van Azië is, zijn sommige hellingen die we passeren kaal. Ooit waren de heuvels bedekt met teak en mahonie. 


Langzaam zien we het landschap en de mensen veranderen: het wordt steeds vlakker, de rijstteelt grootschaliger en de huizen groter. Sarongs maken plaats voor spijkerbroeken en de brommers en auto’s nemen in aantal toe. Het is duidelijk; we naderen de hoofdstad. Af en toe dommel ik in en ik ben alvast gewend geraakt aan de comfortabele manier van reizen maar plots brengt een grote kuil me terug in de realiteit. We hebben ondertussen de snelweg verlaten en zitten opnieuw op een semi verharde weg vol putten. Alles is opnieuw stoffig en vuil. 

We passeren het reusachtige beeld van koning Anouvong. Ik ben meestal niet gecharmeerd van standbeelden van heersers of vorsten, maar zijn uitdrukking heeft iets aangrijpends. Ik kan niet goed zien of zijn uitgestoken hand naar Thailand een verwelkomend of uitdagend gebaar is. Bij aankomst heeft iedereen hetzelfde gevoel, de hoofdstad voelt aan als een dorp. In vergelijking met andere Aziatische hoofdsteden is dit echt een rustige plek. De oude koloniale gebouwen, de Franse architectuur en de brede boulevards geven Vientiane een leuke, provinciale sfeer. Ondanks dezelfde temperaturen lijkt Vientiane nog heter en vochtiger dan Vang Vieng.


We logeren in het Aaron Hotel dat prima gelegen is en de kamers zijn heel groot en authentiek ingericht, maar helaas is het hotel niet echt goed onderhouden. Bij ons valt het nog redelijk mee, airco werkt en wc trekt door. Anderen hebben minder geluk. We droppen de bagage en duiken onmiddellijk de stad in. Jacqueline gaat met ons mee. Net achter het  hotel ligt de Wat Mixayaram, de dichtstbijzijnde van de groep tempels aan de hoofdstraat. De poorten worden geflankeerd door twee reusachtige beschermers. De tempel zelf doet pijn aan de ogen met een overvloed aan fluorescerend geel en oranje. Het enige wat we hier wel mooi vinden, zijn de kleine tempeltjes of schrijnen. Heel wat mooier dan de grafzerken in Europa. 

De Wat Haysoke ligt aan de andere kant van de straat maar de twee tempels kunnen niet meer van elkaar verschillen in stijl en sfeer. Ik ben onmiddellijk verliefd op de schaduwrijke en vredige binnenplaats. Er staat een prachtige oude bodhiboom bij de ingang, omringd door de boeddha's van de geboortedag. Ik ben geen fan van opzichtige en slordige tempels die overladen zijn met ornamenten. Ik hou van de houten panelen waarmee de tempel omringd is. Ook al zien we hier ook veel goud, toch is het kleurenpalet iets ingetogener. We hebben het hele mooie complex voor onszelf. 

Met deze hete temperaturen, zijn we sneller moe. We hebben het gevoel niet meer vooruit te kunnen en we hebben nood aan vocht. We nemen plaats op een terrasje. Naast ons zit een Engels koppel met 2 kinderen. Ze hebben als aperitief hapje enkele sprinkhanen gekozen en vragen of we er eentje willen proeven. Met de zak krioelende sprinkhanen van deze middag voor ogen, trekken we alle 3 een vies gezicht. De jongste zoon van de familie zegt vol trots dat hij dat wel graag lust. Wij kiezen voor loempia en een lekkere cocktail.  

Vanaf 4 uur opent de avondmarkt dus besluiten we daar alvast een kijkje te nemen. We wandelen er naartoe via een klein parkje vol heerlijk geurende magnolia champagne bomen. De mega markt is niet echt geweldig, buiten kleding is er niet veel anders te koop. De kleding is ook zo afschuwelijk dat we het hier wel snel gezien hebben. De stad ligt aan een brede bocht van de Mekong, en we besluiten daar even een kijkje te nemen. Van hier zien we Thailand liggen aan de overkant. We dachten dat het hier mooi zou zijn maar dat is het niet. Jacqueline trekt terug naar het hotel en wij gaan op zoek naar een leuk souvenir. Tania koopt een miniboeddha voor in haar zilverkast.


Daarna trekken we terug naar de Mekong om iets te eten op de foodmarkt aan het water. Veel toeristen zitten er niet, voornamelijk locals en de reden hiervoor is dat niemand Engels praat en dat de meeste kraampjes enkel een Laotiaanse menukaart hebben. Er staan echter foto’s bij van de gerechten. Een Duits echtpaar beveelt hun gerechtje aan: varkensvlees in rode curry. Het ziet er ook lekker uit dus mijn keuze is snel gemaakt. Het gerechtje is heerlijk maar mijn mond staat na amper één hap in brand. Ondertussen ben ik dat al wel gewend. Tania gaat voor eend en groot is haar verbazing wanneer ze heuse eendenpoten voorgeschoteld krijgt. Veel vlees zit er niet aan maar het is wel lekker. Een Laotiaanse schone staat de longen uit haar lijf te zingen en hoewel we er niets van verstaan, is het niet storend. Ze heeft best een mooie stem. Kristof komt ook de markt opgewandeld en zet zich bij ons. Ook hij gaat voor een rode curry en al snel breekt het zweet hem uit. Ja de Laotiaanse keuken is best pittig. 

Na het eten gaan we terug naar het hotel terwijl Kristof de nacht intrekt …


Geen opmerkingen:

Een reactie posten