zondag 19 november 2023

Phnom Penh - Tuol Sleng & Killing fields

We ontbijten om 7 uur in het hotel en gaan dan met de bus op een facultatieve uitstap. Enkel Kristof, die zich niet lekker voelt, gaat niet mee. Vandaag wordt een dag vol horror want de killing fields staan op het programma.


Onze eerste stop wordt de Tuol Sleng-gevangenis, getuigen van het gruwelijke bewind van Pol Pot en zijn Rode Khmer. Wanneer Pol Pot en zijn Rode Khmertroepen op 17 april 1975 de Cambodjaanse hoofdstad Phnom Penh binnenmarcheren, vermoedt niemand welke tragedie zich gaat afspelen. In drie jaar, acht maanden en twintig dagen tijd komt bijna een derde van de bevolking om. Oftewel een miljoen en zevenhonderdduizend mensen. Pol Pot wilde van Cambodja een boerenstaat maken. Binnen enkele dagen werden de steden leeggehaald en moest iedereen, ook kinderen en zieken, twaalf uur per dag op het land werken tot ze er letterlijk bij neervielen door honger, mishandeling, uitputting of ziekte. De Rode Khmer waren meedogenloos, wreed, nietsontziend.


We krijgen bij het binnenkomen een audio in het Nederlands en dat is wel fijn want je eigen moedertaal versta je toch het beste. Voordat de mensen naar de Killing Fields werden gebracht om geëxecuteerd te worden, werden ze dagen-, weken- of maandenlang gemarteld in de Tuol Sleng gevangenis. Voor de tijd van de Rode Khmer was dit een school, maar daarna kregen de ruimtes ineens een hele andere bestemming.

In de gevangenis zien we 3 verschillende blokken met telkens andere cellen. In blok A werden de gevangenen opgesloten, ondervraagd en gefolterd en we zien enkele kamers waarin een bed staat waar de gevangenen op vastgeketend lagen. Zwart wit foto’s aan de muur geven een beeld van hoe mensen hier behandeld werden.

In blok B krijgen de gevangenen alsook de leiders een gezicht. We zien ook de kleinere cellen van amper 1 meter breed. Er werd een doorgang gemaakt in de oude klaslokalen die naast elkaar lagen. Op die manier kon de opzichter met 1 blik alle vertrekken zien waarnaast de kleine cellen werden gemaakt in baksteen. We horen hier ook gruwelijke verhalen van overlevenden.

In blok C zien we foltermateriaal, alsook hoe de bureaucratie van de dood eruit zag. Gevangenen kwamen binnen, moesten hun kleren uitdoen en vervolgens werd er een foto gemaakt en werden ze ondervraagd. Hier zien we ook foto’s van massagraven en schedels. Tijdens de audiotour door het museum hoor je de afgrijselijkste dingen. Het moeten eten van uitwerpselen, uittrekken van nagels en het pijnigen tot men bewusteloos raakt was hier aan de orde van de dag. Terwijl ik dit hoor, loop ik door de ruimtes die gebruikt werden als cel en zie ik honderden foto’s van slachtoffers, ontelbaar veel gezichten met bange ogen, boze ogen en verdrietige ogen en ze kijken ons allemaal aan. Het is enorm aangrijpend. Het is moeilijk te beschrijven hoe ik me voel.

Twee oud gevangenen die de gruwel overleefd hebben, zitten bij de uitgang. Zij verkopen boeken met hun verhaal en dit is tevens ook een donatie. Zowel Tania als ikzelf kopen een boek en we gaan met de mannen op de foto. Voor mijn afreis las ik het boek ‘First they killed my father’, waarin ik werd meegenomen in een aangrijpend verhaal gezien door de ogen van Loung Ung, een kind van vijf dat ten tijde van de Khmer Rouge de meest gruwelijke dingen meemaakt. Ik weet dus ongeveer wel wat ik mag verwachten. 

Na de gevangenis rijden we naar Choeng Ek voor de The Killing Fields op ongeveer 45 minuten van Phnom Penh. Marc heeft ook hier gezorgd dat we een Nederlands gesproken audiotour krijgen. Het is druk op de dodenakker maar de stilte overheerst en niemand lacht. Op het eerste gezicht is het moordveld een parkachtige omgeving met een rustieke vijver, veel groen, een boeddhistische stoepa op de achtergrond en kwetterende vogeltjes in de bomen. Een zacht windje zorgt voor een aangename ochtendwarmte. Ik zet de koptelefoon op en druk op play. Een rustige stem begint te vertellen over wat zich op deze Killing Field heeft afgespeeld. En dan verandert het decor in iets heel anders. De gesproken rondleiding wordt afgewisseld met gruwelijke ooggetuigenverklaringen van bewakers en overlevenden. Je hoort bijna de kreten van pijn die de lucht doorklieven en voelt de aanwezigheid van dolende zielen. De Killing Fields is geen ‘feel good’ trip want je wordt er met je gezicht keihard op de gruwelijke feiten van de genocide gedrukt. De vrouwen werden routinematig verkracht door de bewakers voordat ze werden vermoord, bewakers die sindsdien gratie hebben gekregen omdat ze alleen maar bevelen opvolgden. 

We hullen ons in stilzwijgen bij de Killing Tree, een boom die een duister verleden met zich meedraagt. Pol Pot wilde dat er zo weinig mogelijk kogels verspild werden dus werden mensen de keel doorgesneden met vlijmscherpe takken van een bananenboom, gewurgd met een staaldraad, gedood met een geweerkolf of pikhouweel of ze bloedden dood nadat ze neer waren gestoken. Toen deze plek werd ontdekt trof men bloed en resten van hersenen op de schors aan. Nader onderzoek wees uit dat hier baby’s met hun hoofdje tegen de boom werden doodgeslagen, terwijl hun moeders moesten toekijken. Daarna werden ze met hun gedode moeders in een kuil gegooid.  De stam hangt vol met gekleurde armbandjes en touwtjes om de kinderzielen hun rust te geven. Ik hoor de stem van één van de Khmer Rouge moordenaars die vertelt dat hij geen keuze had, anders zou hij zelf vermoord worden. Ik bedenk zacht: “Ik zou liever zelf doodgaan dan dat ik baby’s tegen een boom kapot moet slaan.”

Verderop staat er nog een boom die geluid maakt.  De grote speakers in de bomen speelden destijds Cambodjaanse volksliederen om het geschreeuw van de slachtoffers te doen overstemmen. Niemand van buiten de muren mocht weten wat hier aan de hand was. Woede welt in mij op om zoveel geweld en mijn hart gaat wild te keer. Ik voel een lichte prikkel achter de oogleden. Ondanks de hitte staat het kippenvel op mijn armen. Regelmatig moet ik even slikken en ik loop met een flinke brok in mijn keel rond.

In het midden van The Killing Fields staat een groot monument. We doen onze schoenen uit en lopen richting het gebouwtje. We stappen naar binnen en kijken omhoog naar de 11 verdiepingen. We zien duizenden schedels – 8000 om precies te zijn. Veel van deze schedels zijn gebruikt voor onderzoek om erachter te komen hoe de Rode Khmer te werk ging. Op de onderste verdieping zien we een aantal “werktuigen”.

Stil en verbijsterd lopen we terug richting de bus. Op de weg terug bekijk ik de Cambodjanen met andere ogen. Er leven op dit moment 15 miljoen mensen in Cambodja met een bevolkingsgroei van 2% per jaar. 40% van de bevolking is onder de 16 jaar maar iedereen die ouder is dan 40 heeft de hel op aarde meegemaakt. Het zorgt er wel voor dat ik de constante glimlach en vriendelijkheid van de lokale bevolking meer weet te waarderen. We kunnen alleen maar hopen dat door de herinnering levendig te houden, dergelijke wreedheden nooit meer zullen gebeuren. 


De twee sites die we bezocht hebben zijn een goed voorbeeld van het feit dat mensen niet in staat zijn te leren van het verleden. Er worden nog steeds oorlogen uitgevochten in naam van religie of (heel ironisch) vrede. Maar eigenlijk is het allemaal een verheerlijkte dekmantel voor de ware reden: manipulatie voor geld en macht.  Hoezeer ik me ook steeds weer afvraag hoe een mens kan worden gedwongen om dergelijke wrede daden te stellen, ik weet dat er genoeg bewijs is om aan te tonen dat we onder bepaalde omstandigheden allemaal in staat zouden zijn tot dit soort horror. 

Ik kan jullie verzekeren dat ik na het bezoek even nergens meer zin in heb en ik me uitgeblust voel van alle gedachten en emoties. Op de terugweg naar het hotel, stoppen we nog even bij het onafhankelijkheidsmonument. Bij aankomst in het hotel staat Marc klaar met taart voor Randall’s verjaardag. Even een lichtpuntje op deze toch wel zware ochtend.


Na de taart gaan we op zoek naar een pinautomaat. Ik probeer tot 4 keer toe geld af te halen. De machine zegt telkens dat ik het geld moet natellen maar er komt geen geld uit. Dan maar naar een andere automaat. Dat is best even stappen maar daar lukt het wel. Ik krijg echter een $100 biljet met een blauwe streep. Vermits ze hier in Azië zo moeilijk doen voor een scheurtje of kreuk, twijfel ik of ze over die streep niet moeilijk gaan doen. Ik app Marc maar hij zegt ons dat dit nieuwe briefjes zijn en dat dit ok is. We moeten nog eens terug naar de pinautomaat voor Tania en daarna gaan we alles ook nog eens wisselen in kleinere coupures bij de plaatselijke wisselagent. Al bij al zijn we meer dan een uur verder en bijna een zenuwinzinking nabij. Jeannette en Ruud zitten op een terras en zien ons tot 4 keer voorbij komen en begrijpen niet wat we allemaal aan het doen zijn. Maar eind goed, al goed.


Omdat we zo veel tijd verloren hebben, besluiten we een tuktuk te nemen naar de Wat Phnom. Voor slechts $2 worden we tot aan de ingang gebracht. Volgens de legende vond een oudere dame, mevrouw Penh, 4 verschillende boeddhabeelden. Zij besloot op de plek van de vondst een tempel te laten bouwen: Phnom Penh. ‘Wat’ betekent tempel, ‘Phnom’ betekent berg. Het is dus een tempel op een berg.

Wanneer we de trap van de hoofdtempel beklimmen, zien we al veel locals naar boven klimmen. Eenmaal boven in de tempel zien we hun offers brengen. Ik wil niet weten hoeveel geld er in de tempel wordt achtergelaten. Opmerkelijk is het beeld van een vrouw. Mensen brengen steeds een laagje lippenstift aan op de lippen van de vrouw, poederen haar neus, spuiten parfum op haar en stoppen daarna geld in een soort urne. 

Na het vele wandelen vandaag en de indrukken die we hebben opgedaan, is het tijd om wat te relaxen. Wat is er beter dan je voeten nieuw leven in te laten masseren? We gaan op zoek naar een Spa en vinden deze aan de oever van de rivier. Onze voetjes worden maar liefst 1 uur vertroeteld terwijl wij langzaam indommelen in brede velouren zetels met zachte muziek op de achtergrond. De bevallige dames kennen hun vak. Als herboren verlaten we hun zaak en zijn helemaal klaar om te gaan eten.


We trekken terug naar de zaak van gisteren en bestellen eerst loempia’s en daarna ga ik terug voor de amok Fish en Tania kiest eend met frietjes. De dame die ons bedient, spreekt geen woord Engels dus we wijzen alles aan op de kaart. Ons vermoeden dat er iets zal mislopen, wordt werkelijkheid. Na 3 kwartier komen eerst de frietjes, daarna de loempia’s maar ons hoofdgerecht laat op zich wachten. Wanneer ik informeer, brengen ze mijn gerecht maar na 20 minuten heeft Tania nog steeds niets. We besluiten te betalen en dan schieten ze wakker. We zeggen hen dat we de eend niet meer willen. Beteuterd geeft ze de rekening. We banen ons een weg naar het hotel in de verkeersdrukte. Er wordt getoeterd dat het een lieve lust is. Tuktuks en brommers rijden ons bijna van de weg. Het is duidelijk dat er iets te doen is in de stad. Wanneer we op onze kamer komen, horen we in de verte vuurwerk.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten