donderdag 9 november 2023

Luang Prabang - Wats

Plan was om voor zonsopgang naar de aalmoes ceremonie te gaan kijken maar het was zo laat gisteren dat we beiden de fut niet hadden om zo vroeg uit ons bed te komen. Wanneer het ochtend wordt, heb ik toch een beetje spijt dus misschien dat ik toch eens vroeg naar bed ga vanavond om morgen dit spektakel mee te maken. Vandaag hebben we een vrije dag om Luang Prabang echt te gaan ontdekken. 


We gaan rond 8u30 naar het ontbijt en daarna duiken we de stad in want Luang Prabang heeft veel te bieden. Dit is pas onze tweede volle dag in Luang Prabang maar de plek voelt voor mij als een oude zielsverwant! Steden zijn net als mensen en ik weet meestal meteen of er een klik is of niet. Unesco plaatste de stad in 1995 op de werelderfgoedlijst. De stad ligt direct aan de Mekong rivier en tussen de groene heuvels. Luang Prabang was eeuwenlang de hoofdstad van Laos. Na de dood van koning Suliya Vongsa werd Luang Prabang in 1694 de hoofdstad van een nieuw koninkrijk. Het bestaan van dit nieuwe koninkrijk werd tot ruim in de 20ste eeuw getolereerd, eerst door de Fransen en later door de verschillende Laotiaanse regeringen. Pas in 1975 werd de laatste koning afgezet door de communistische Pathet Lao. De schitterende tempels en oude Franse bungalows zijn de stille getuigen van de roemruchte geschiedenis van deze plaats.


Het wemelt in het stadje van de wats, een boeddhistisch tempelcomplex waar nog steeds monniken wonen. De wats zijn rijk versierd en hebben prachtige bewerkte deuren. Het is veel goud en zilver wat er blinkt. De meeste tempels kenmerken zich door de tot bijna op de grond hangende daken en veel details. Bij de eerste tempel Vat Manorom zien we de eerste Boeddha’s en monniken maar er komen er nog een hele resem vandaag. Ook het uitdoen van onze schoenen is een handeling die we vandaag nog vaak zullen herhalen.

Volgende stop is het vroegere koninklijke paleis, waarschijnlijk het meest gefotografeerde  gebouw van de stad. Hier betalen we onze eerste 20.000 kip (1€). De tuin is prachtig en er staat een reuze standbeeld van de koning. In de tempel op het domein staat het 83 cm groot gouden boeddhabeeld, Pha Bang  maar fotograferen is hier verboden. Tania wil graag het museum doen maar dat gaat bijna sluiten en er mag niets mee binnengenomen worden: geen camera, geen tassen, geen gsm. De lockers bevinden zich helemaal aan de andere kant van het domein dus besluit ik me even in de schaduw op een bankje te zetten en alle spullen bij te houden terwijl zij een kijkje gaat nemen. Wanneer ze buiten komt, wordt het paleis gesloten en moeten we de site verlaten. 

Recht tegenover het Koninklijk Paleis ligt de Phu Si, de heuvel die de stad domineert. Hij is maar liefst 100 meter hoog. We klimmen vanaf de hoofdweg de trappen op richting stupa That Chomsi. Je zou denken dat de vergulde stoepa de attractie is maar niets is minder waar. De klim van 329 treden is best pittig maar wordt beloond met een uitzicht over de omgeving en de Kane rivier. 

Via de rivierkant lopen we weer naar beneden en komen onderweg behoorlijk wat gouden Boeddhabeelden tegen. Vooral bij de liggende Boeddha krijgen we beide voor de eerste keer een Wow momentje. Hier hebben we echt wel een spiritueel gevoel en krijgen we zelfs koude rillingen.

We passeren een soort grot waar de voetafdruk van Boeddha te zien is maar de bewaker ligt te slapen en het hek is gesloten dus wandelen we verder. We maken ons de bedenking dat we blij zijn dat we de berg zijn opgeklommen aan de andere kant want wat is het hier steil. Enkele monniken komen ons tegemoet maar zij hebben duidelijk geen last van het klimmen. 

Eenmaal beneden wandelen we verder langs de Mekong en bewonderen de prachtige traditionele Laotiaanse houten architectuur, die heel erg contrasteert met de Frans-koloniale gebouwen. Het is een zeer aantrekkelijke en charmante buurt en ook al zijn er hier meer hotels, het voelt helemaal niet toeristisch aan. Het gevoel aan deze kant van het schiereiland is duidelijk anders. Ik hou van de kokospalmen langs de oevers van de rivier. Helemaal op het einde van het schiereiland gaan we lunchen bij het Viewpoint Café. Ze hebben een prachtig terras met uitzicht op de twee rivieren, de Mekong- en de Khanrivier. We bestellen beide de kip zoetzuur en dat is werkelijk een aanrader. Tania maakt nog de bedenking dat ze hier echt wel veel groentjes gebruiken in vergelijking met de Belgische keuken. De prijzen zijn hier nog goedkoper dan in het echte centrum en bovendien worden de borden hier heel erg mooi gedresseerd, wat toch ook leuk is. 


Na de lunch passeren we een kleine tempel waarvan we de naam niet kennen maar we vinden hem wel mooi. De rode muren met gouden decoraties buiten en de Boeddhabeelden en imposante pilaren binnen, maken dit Boeddhistische bouwwerk tot een indrukwekkende plek om te zijn. De entree hier is gratis. Een monnik zit op de binnenplaats met wat hondjes te spelen en lacht ons vriendelijk toe. Het is echt frappant dat we hier overal gewoon ons fototoestel op iemand kunnen richten zonder boze of afwijkende blikken te krijgen. Ik heb het ooit anders geweten.

Dan is het tijd voor het hoogtepunt van de dag. We bezoeken de mooiste tempel van Luang Prabang, de Wat Xieng Thong, ook wel de ‘tempel van de gouden stad’ genoemd. We betalen hier 30.000 kip maar dat is het meer dan waard. Ik moet wel mijn blote schouders bedekken.

Alle gebouwen in het kloostercomplex zijn prachtig maar het hoofdgebouw blijft mijn aandacht trekken. Deze heeft een hangend dak en een plafond beschilderd met de kenmerkende boeddhistische dharmawielen. We zetten ons even op de dikke rode vloerbekleding die zacht aanvoelt om alles in ons op te nemen. Hier wordt best veel geofferd. We delen onze plek dus met heel wat locals die hier komen bidden en het is gewoon leuk om dit schouwspel even gade te slaan. We hebben, voor de verandering, tijd genoeg.

Aan de achterkant van de tempel zien we een glasmozaïek van de ‘boom des levens’. Het valt me op dat er een combinatie is van veel mythische en echte dierenmotieven. De tempelgebouwen aan deze kant van het terrein zijn trouwens allemaal bedekt met kleurrijke mozaïek tegeltjes die schitteren in het zonlicht. De elegantie van de gebouwen en de rust van het complex maken dit een zeer aantrekkelijke site. De Laotiaanse tempels zijn vaak verwaarloosd maar deze, met haar gouden façades, Japans gestileerde daken en interessante muurschilderingen en mozaïeken, laat toch een grote indruk na. 

De elegantie van de gebouwen en de rust van het complex maken dit een zeer aantrekkelijke site. Omdat we het heetst van de dag uitgekozen hebben voor een bezoek, loopt er niet zo veel volk rond. 


Alle tempels die volgen, kunnen uiteraard niet tippen aan de mooiste die we net gezien hebben maar toch genieten we voor de volle 100% ook van de kleinere wats. De rust die er heerst, is zalig. Hier en daar lopen er monniken rond, en de één ziet er al gelukkiger uit dan de andere. In het boeddhisme wordt het feit dat een zoon monnik wordt, gezien als een zegen voor de familie en het levert hem verdiensten op in het volgende leven. Het is niet altijd een levenslange toewijding, soms duurt het slechts een paar weken.

Wat ik zo leuk vind aan het boeddhisme is dat er geen religieuze beperkingen zijn die christenen, moslims, hindoes, joden of mensen met een ander geloof verbieden om de tempel te bezoeken. Niemand zal je hier vragen om aan te geven welk geloof je aanhangt. Iedereen is welkom. Er bevindt zich op het domein ook een gebouw waar de ceremoniële begrafenissloepen voor de koninklijke familie staan, met hun kenmerkende drakenkoppen. Er staat ook een mooie collectie boeddhabeelden. Ja, hier zou ik er best wel enkele van mee naar huis willen nemen.


We hebben even genoeg tempels gezien en hebben dorst. Wanneer we een leuk terras tegenkomen, besluiten we om onze voetjes even wat rust te gunnen. Tenslotte zijn we al van deze ochtend op pad. De iced coffee latte is de ideale verfrissing en we nemen er ook nog een lekker taartje bij. Het interieur is typisch Frans, nog een overblijfsel van vroeger maar Frans spreken ze hier al lang niet meer. Engels trouwens ook niet. Ik blijf me verbazen over de slechte talenkennis van de mensen die in de toeristische sector werken.


Aan de overkant ligt de Wat Sop Sickharam die gebouwd werd in 1485. Hoogtepunt hier is het enorme boeddhabeeld dat met zijn gezicht naar de hoofdweg gericht staat. Veel van de tempels in Luang Prabang hebben gedecoreerde gouden deuren, ook deze. We zijn nu wel wat ‘Wat-moe’ en onze sokken zien na al dat schoenen uit doen, best zwart. Bovendien heb ik een mega blein aan mijn hiel. Zelfs een compleet plakker helpt niet. Dat wordt enkele dagen geen schoenen maar slippers. 


Zo nu en dan wekt een plek iets in me op, iets dat me lokt om een paar dagen te blijven, of om helemaal niet weg te gaan. Ik heb dit tijdens het reizen nog maar een paar keer meegemaakt.  Luang Prabang is zo’n plek. Doordat Laos een Franse kolonie is geweest voelt het aan als een mix tussen Frankrijk en Azië. Ze heeft een toffe bohemienachtige sfeer die me erg aanspreekt. Ik raak maar niet uitgekeken op de prachtige binnenstad met haar sfeervolle koloniale huizen. Er liggen croissants in de etalages en je kunt er borrelen in stijlvolle wijnbarretjes. Tegelijkertijd is het op en top Azië, met tuktuks, tempels, street food en de kleurrijke night market. Luang Prabang is een gemoedelijke mengelmoes van Franse en Laotiaanse invloeden. Sowieso was het heel erg leuk om gewoon een middag te struinen door de mooie binnenstad.

Wanneer we aan het eind van de hoofdstraat komen, is het net 6 uur en komen we Kristof tegen. Samen lopen we over de avondmarkt naar het plein om samen iets te eten. Ook Marc komen we opnieuw tegen. Na het eten trekken we terug naar ons hotel. Daar aangekomen, halen we onze was eerst op maar dat is een teleurstelling. De plekken op mijn vestje en T-shirt zijn niet helemaal verdwenen en Tania’s T-shirt is zelfs vuiler dan voorheen. Tja dat was dus de laatste keer, onze was doen we voortaan zelf. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten