maandag 13 november 2023

Vientiane - Hinboun national park

Om iets voor 6 loopt de wekker af. Vandaag moeten we een flinke afstand afleggen dus iedereen is vroeg aan het ontbijt. Opnieuw veel onbeleefde Chinezen die heel het buffet plunderen. Wanneer er eentje de rij tracht te vermijden en de dame die de eitjes bakt, toeroept dat hij 2 gebakken eieren wil, wijst Daan hem terecht. Het is duidelijk dat ze dit niet gewend zijn van dames want hij is even van zijn stuk gebracht, al duurt dit niet lang.


Om half 8 is iedereen klaar voor vertrek. Het duurt een tijdje om de stad uit te rijden want het is file. We voelen ons even zoals thuis op de Antwerpse ring, alleen zitten we niet op een autostrade maar op de stoffige hoofdweg van Vientiane. Er zijn maar drie grote wegen waarlangs je de stad kan uitrijden: eentje richting China, eentje richting Vietnam en eentje richting Cambodja. Na de rustige hoofdstad vervolgen we onze route zuidwaarts naar Hinboun, gelegen in centraal-Laos. Een ongerepte regio die vermaard is vanwege de oerbossen, kalkstenen formaties, grotten en ondergrondse rivieren. Wij blijken proefkonijn voor deze bestemming want de vorige groep is daar nooit geraakt vanwege de moeilijke toegankelijkheid. We hebben een medereiziger, de baas van Djoser is mee om persoonlijk poolshoogte te nemen bij de nieuwe locatie en het guesthouse. We zijn op weg naar het meest primitieve gedeelte van de reis.


De elektriciteit langs de weg is, net zoals elders in Azië,  hilarisch. Het kluwen aan draden is immens. Bij een panne doet niemand de moeite om het euvel te verhelpen, er wordt gewoon een nieuwe draad gelegd. 

Van zodra we de stad uitrijden, begint het gehobbel via stoffige wegen tegen een snelheid van max 30 km / uur. Af en toe is het net alsof we in de mist rijden. Veel kinderen gaan naar school op hun scooter, gekleed in hun witte T-shirt. Wanneer ze op school aankomen ziet dit shirt vast en zeker roodbruin. Fabrikanten van wasproducten zouden hier zeker goede zaken doen. We schrikken er dan ook niet van dat iedereen hier zijn gezicht en vooral mond bedekt. 

Omdat we niet weten hoe primitief het straks wordt, stoppen we aan een bakkerij. Nou bakkerij is veel gezegd …. Het winkeltje aan de stoffige weg verkoopt wat broodjes in een, gelukkig, gesloten zak. In de open winkel zelf ligt alles, maar dan ook alles onder een dikke laag stof. We kopen buiten de zak broodjes ook nog wat instant noedels voor het geval er toch niets te krijgen is vanavond. Soep met brood, altijd goed. We gaan hier ook even naar het toilet. Wanneer ik het aftandse deurtje piepend open, zie ik een hurktoilet en de vloer is helemaal nat. Even terug buiten om al mijn spullen af te geven en dan rok omhoog. Toiletpapier is er ook niet en een vuilbak al evenmin. Het passerende dorpsleven is echt fascinerend... vrouwen die kleine baby's op hun rug dragen terwijl ze het land bewerken, peuters die in hun blootje paraderen, kippen en honden die onbewaakt door het dorp lopen en mannen die op hun gat zitten. Ja in Azië zijn het echt de vrouwen die het hardste werken.

Stilaan rijden we weg van de Mekong, het binnenland in voor slechts één dagje. We stoppen bij de Phabath  Phonsan Temple, of de footprint temple van Boeddha. Zoals steeds ligt de tempel in een prachtige binnenplaats en is het al goud wat blinkt. Toch vind ik deze heel erg mooi, hier en daar zijn er toch andere details op te merken. 

Achteraan de tempel, in een ouder gedeelte bevinden zich de vertrekken van de monniken. Hier moeten we wel goed opletten waar we onze voeten zetten want het lijkt wel een maanlandschap. De monniken komen net voorbij met hun lunch.

In het midden van de tempel is een soort hek waarachter zich de voetafdruk van Boeddha bevindt. Daarom is dit ook een belangrijk pelgrimsoord. Wat verderop zien we ook weer een liggende Boeddha. Er zitten heel wat vogels in een kooi, prachtige kleurrijke exemplaren. Het zijn wilde vogels die thuis niet gehouden mogen worden maar wel in de tempels.

De naga aan de trappen van de oudere gebouwen vind ik prachtig. Naga is het Sanskriet voor een klasse van bovennatuurlijke wezens in het boeddhisme en het hindoeïsme, die vaak de verschijning van een slang of draak aannemen. 

Geen goud hier maar zachte kleuren. We zien duidelijk hoe de krokodil de slang verorberd, hoe Thailand Laos opslokt. Dit laatste is een mythisch verhaal over 2 broers waarvan de ene in Thailand woont en de andere in Laos. 

We komen meer en meer op het platteland en je zou denken dat het hier groen is, maar dan moet je de auto’s wegdenken. Misschien dat het hier 20 jaar geleden allemaal mooi groen was maar nu is zelfs de begroeiing langs de weg bedekt met een laag stof waardoor alles er grijs en grauw uitziet. Een paar kilometer geleden vroeg Marc of er iemand naar de wc moest en dat was toen niet het geval maar met al dat geschokkel, zit ik nu wel met een volle blaas te wachten op de volgende stop.


In het chill chill restaurant naast de weg, lunchen we. Er zijn 3 opties: noedelsoep, gebakken rijst of gebakken noedels, respectievelijk met kip, varken of veggie. En als toetje een heuse magnum. Na de lunch wordt de weg terug iets beter en schieten we flink op. Het groen, wordt ook terug groen. Hier zien we veel rubberplantages. Na een uurtje trekken we de bergen in. De kalkstenen die verticaal boven het landschap uitsteken, zijn fenomenaal. 

Ondertussen leren we de groep beter en beter kennen.  Ieder heeft zijn eigenheid. Conny en Ron: de fotografen. Hen zien we altijd naast elkaar staan met hun fototoestel in de hand te wachten op dat ene ‘lucky shot’. Ruud en Jeannette: het glamour koppel. Ze zijn altijd stijlvol gekleed en dan vooral Jeannette, die komt steeds uit een doosje, zoals ze bij ons in België zouden zeggen. Divera en Henri: de alternatievelingen. Ze hebben niet veel nodig om gelukkig te zijn. Rian en Henri: de gelijkgestemde zielen. We hebben het gevoel super goed met hen te kunnen opschieten, ze staan op dezelfde manier in het leven als wij. Kristof: de wandelende encyclopedie. Hem kan je niet bedotten wanneer het op aardrijkskunde aankomt, hij kent zelfs de lengte van elke rivier. Randal: de stille genieter. Hem hoor je zo goed als nooit. Daan en Mariska: de gangmakers. Als er een feestje is, zijn zij van de partij. Altijd lachen met die 2, vooral de droge humor van Mariska vind ik geweldig. Jacqueline: de lieftallige. Zij kan met iedereen goed opschieten en past zich aan in elke situatie. Wilma en Ad: de globetrotters. Ondanks haar handicap blijft Wilma nooit achterop. Haar ongelofelijke wilskracht om nieuwe dingen te ontdekken, bewonder ik mateloos. Wij zijn blijkbaar ‘de Belgische meisjes’. 


What goes up, must come down dus terug de berg af. We rijden het dal binnen. Hier wonen voornamelijk boeren. Het is bijna vijf uur en de meesten komen terug naar huis met hun koeien. Net als de natuur zijn ook de traditionele dorpjes in de omgeving nog ongerept.  De jongere bevolking trekt hier wel weg om te gaan studeren. 


Hinboun ligt in een riviervallei, vlak bij het nationale park Phou Hin Poun. We komen rond half 6 aan in de Konglor Eco lodge bij Ban Ghang . Primitief is het wat ons betreft niet, de kamer ziet er netjes uit en de bedden met muskietennet ogen ook mooi. Airco is er uiteraard niet maar wel een fan boven ons bed die voor verkoeling zorgt. De badkamer is sober maar er is een toilet en douche, meer moet dat niet zijn. De wifi is een beetje problematisch, maar we zitten dan ook in Laos en ‘in the middle of nowhere’. 

We kunnen met z’n allen dineren in het guesthouse zelf op het terras. We nemen currysoep dan kunnen onze broodjes nog dienen. Ze is heerlijk vers gemaakt met veel groentjes, aardappels en kip. Rond 10 uur kruipen we onder ons muskietennet terwijl de krekels rondom ons vrolijk tjirpen. Het voelt alsof we meespelen in jungle book. De ramen zijn redelijk goed afgesloten maar onder de deur zit wel een grote kier. Hopelijk kruipen er niet te veel insecten de kamer binnen.  Ook al is het niet echt een warme nacht, we zetten de plafondventilator op om de beestjes weg te houden. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten