woensdag 22 mei 2024

Saint-Brieuc - Le Sentier des douaniers

We checken uit zonder ontbijt te nemen en stoppen eerst even bij de plaatselijke bakker voor een stokbrood en bij de slager voor wat ham. Onderweg houden we halt op een picknick  plek voor het ontbijt. Dit is wat ze fijn vindt en ik kan er best mee leven. Ik heb nu tenminste iets in mijn maag dat me al een heel stuk door de dag zal brengen. Daarna rijden we verder naar Saint-Brieuc, een kleurrijke stad met veel Street Art. 


Veel steden in Frankrijk hebben oude gebouwen en huizen, en Saint Brieuc is ook zo'n stad. Rondom de kathedraal liggen straten met allemaal charmante vakwerkhuizen. De huizen dateren uit de 15e en 16e eeuw.


De graffiti wandeling die we vandaag doen, start in de oude stad. De graffiti artiesten van het festival Just Do Paint zagen de stad als hun schilderdoek en hebben tientallen muurschilderingen gemaakt. Ann loodst ons door de straten op zoek naar de muren die als canvas gebruikt werden. Halverwege komen we ook nog een marktje tegen en dat vinden we altijd leuk. Alleen kost dat ons altijd geld. 


Voor de lunch rijden we door Binic, in de Middeleeuwen een klein dorp dat uitgegroeid is  tot een van de grootste vissershavens van Frankrijk. De schepen liggen veilig achter de 350 m lange pier, die door de inwoners van Binic ‘la grande muraille’ (de grote muur) genoemd wordt. We vinden een klein restaurantje weg van het water waar niemand zit maar hier hebben ze kip zo staat vermeld op het uithangbord. Ik informeer even of die zonder saus kan maar dat kan niet want die is gemarineerd op voorhand. De lieve kok wil echter voor Ann wel gewoon een kalkoenfilet bakken. Opgelucht installeren we ons aan een tafeltje en het duurt niet lang of er komen nog mensen binnen. Blij voor die lieve man want bijna iedereen zit aan de haven. Het is super lekker bovendien.


Rond twee uur rijden we verder naar Ploumanac’h. We parkeren de auto bij La Chapelle de Notre Dame de la Clarté en wandelen gedurende 15 minuten naar het startpunt van Le Sentier du Douaniers, het douanepad. Hier zijn geschiedenis, zee en zout de sleutelwoorden! Twee eeuwen terug patrouilleerden hier douaniers, die op last van Napoleon het handelsverbod met Engeland handhaafden en jacht maakten op smokkelaars. De prachtige lupinen aan de zijkant van de weg staan allemaal in bloei, het zonnetje schijnt en het is bloedheet.


Van zodra we aan de kust komen kunnen we genieten van een fris briesje. We volgen de rood-witte markeringen. Onderweg genieten we van de grillige, roze gekleurde rotsen. De relatief zachte roze steensoort langs deze kust is in de loop van miljoenen jaren uitgesleten tot spectaculaire vormen. Het landschap hier is één grote ansichtkaart! Ik ben zo onder de indruk dat ik al na vijf minuten de grond op ga. Rondkijken en wandelen gaan duidelijk niet samen. Gelukkig zijn het enkel mijn handpalmen die de klap opvangen en hou ik er, buiten een kleine schaafwonde niets aan over.



De rotsen zitten vol glitters van roze graniet. Dezelfde kleur zie je ook terug in alle bouwwerken. Je herkent deze kust uit duizenden. Het is een klein vogelparadijs. Vogelaars en liefhebbers van natuurgebieden zijn hier de koning te rijk. Wind en golven domineren in de prachtige turquoise baaitjes. Hier is de indrukwekkende Granietkust écht op haar mooist. Sommige rotsen zijn meer dan 20 m hoog! Met hun respectabele leeftijd van 300 miljoen jaar vormen ze een schitterend decor, over een gebied van meer dan 25 ha.


Het heeft iets unieks, iets ruigs, zo’n plek die je wegblaast. Een plek waar tijd geen rol meer speelt.  De enorme roze rotsen, uitgesleten door wind en zee, geven het plaatsje een haast onwerkelijke aanblik. De hoed van Napoleon, de schuilplek van een verliefd stelletje, de paddenstoel… Dat zijn zo maar een paar namen die gegeven zijn aan de enorme roze granietrotsen van Ploumanac’h.


Op de noordpunt passeren we de met roze steen gebouwde vuurtoren, die fraai opgaat in zijn omgeving. Langs het kustpad verbranden we de nodige calorieën en vergapen wij ons aan de enorme blokken graniet die op elkaar gestapeld, balancerend de wet van de zwaartekracht overwinnen.


Bij het strand van Saint-Guirec besluiten we een ijsje te eten. Er is nog een tafeltje in de zon maar het waait hier harder dan gedacht. De karamel van mijn coupe mokka vliegt alle kanten op. Hoe voorzichtig ik het ook wil eten, het lukt me niet. Lekker is het wel! We wandelen verder zuidwaarts. Vanaf hier kijken we uit op het eilandje Costaérès, met het uit roze graniet opgetrokken kasteel. Het woord idyllisch lijkt haast te zijn uitgevonden voor deze plek.


Wanneer we terug aan de auto komen, hebben we maar liefst 9 kilometer gestapt. We hebben optimaal geprofiteerd van het ‘gouden’ namiddaglicht. Een explosie van groen, blauw en roze zorgde voor een onuitwisbare indruk. Romantiek ten top. Ja als we het hebben over onze ervaring op het Bretons Douanepad, komen we superlatieven te kort.


Logeren doen we vannacht bij Le Citotel Les Sternes in Perros-Guirec dat aan een prachtige baai ligt. Achter het blauw van de zee schitteren op het vasteland de pijnbomen en kleurrijke bloemen. Het is nog redelijk vroeg in de avond en de zon schijnt volop. Ann wil best nog een wandeling maken maar ik kies ervoor om haar alleen te laten gaan. Ik wil even op adem komen. Wanneer ze terugkomt, is het bijna tijd om te gaan slapen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten