We worden wakker met het gefluit van de vogels. Het is nog maar 7 uur dus blijf ik nog wat snoezen terwijl Dee Dee alvast onder de douche springt. Vannacht heb ik een of ander kevertje doodgetrapt, het kadavertje ligt nog in de badkamer. We zitten dan ook iets meer in de wildernis dan gisteren. Aan het ontbijt zijn we eens niet eerst, wat heel uitzonderlijk is. Het ontbijt bestaat uit een ondefinieerbaar glas vruchtensap, wat later rooibos icetea blijkt te zijn maar wel met heel veel suiker, toast met een eitje naar keuze en verrukkelijke yoghurt met fruit. Een sjieke gekleurde dame met mega hoed op het terras, geeft ons het gevoel in de film ‘The Colour Purple’ mee te spelen. Cheryl, de vriendelijke eigenaresse, komt ons even gedag zeggen en we maken van de gelegenheid gebruik om haar wat vragen te stellen over de omgeving. Ze geeft ons nuttige tips zodat we na het ontbijt onmiddellijk in actie kunnen treden. Het dorp ligt aan de voet van het Cedergebergte, een gebergte van zacht gesteente met veel ijzeroxide waardoor grillige vormen zijn ontstaan die vooral aan het einde van de dag felrood opkleuren. In deze bergen zijn talrijke rotstekeningen terug te vinden dus de ideale plek voor een wandeling in de natuur.
We rijden in de dikke mist naar boven en hoe hoger we komen hoe meer de temperatuur zakt. We hebben er beide niet aan gedacht om een vestje mee te nemen en het is best frisjes maar we gaan ervan uit dat tijdens het wandelen de temperatuur wel zal stijgen. Traveller’s Nest ligt helemaal verscholen in de vallei en het voelt hier heel Amerikaans, waarschijnlijk door de verroeste windmolen en dito auto die we er aantreffen. De temperatuur is ondertussen gestegen en de hemel kleurt mooi blauw. Er is gelukkig wel nog een windje want dat gaan we nodig hebben.
Hier kopen we een permit voor 50 rand want wandelen in het Cedergebergte mag je niet zomaar. Het gebied staat dus bekend om haar Rock Art, eeuwenoude muurschilderingen gemaakt door de San, de oorspronkelijke bewoners en nomadenvolk in Cederberg. Er worden in het gebied allerlei hikes georganiseerd die je meenemen naar de mooiste muurschilderingen maar het is ook mogelijk om gewoon zelf op pad te gaan en dat gaan wij dus doen. Volgens Cheryl is de Sevilla Rock Art Trail best doenbaar. Deze is 5 km lang en je bezoekt dan 9 sites op je eigen tempo. We starten met de trail rond een uur of 10.
Het landschap verandert beetje bij beetje en voor we het goed en wel beseffen, staan we tussen de oneindige boulders die het Cederberglandschap rijk is. We lijken wel in de prehistorie terecht te zijn gekomen, enkel de dino’s ontbreken. Dat die prachtige natuur de rode draad van de reis zou worden, was al duidelijk vanaf de eerste dag maar dit landschap overtreft toch onze stoutste verwachtingen.
Een oud lied van de San verwoordt het perfect:
The day we die
A soft wind will blow away our footprints in the sand
When the wind has gone,
Who will tell the timelessness
That once we walked this way in the dawn of time?
Rondom ons domineren de bergen het landschap en sommige rotsformaties hebben waanzinnige vormen. We hebben het gevoel alleen op de wereld te zijn. We zijn een stipje in een imposant landschap en tegelijkertijd voelen we ons groots alsof de bergen ons optillen. Een indigestie van schoonheid. Hier blijft niemand onberoerd bij. Heel jammer dat het op foto niet echt weergeeft hoe het in werkelijkheid is. Die grootsheid is moeilijk op beeld vast te leggen.
Het duurt even voor we de eerste site ontdekken want hiervoor moet je toch iets dieper het gebergte in. De San, een volk van jagers en verzamelaars, leefden duizenden jaren in deze regio. De geschiedenis van de mens is geschreven op de rotswanden. Op de tekeningen, sommigen meer dan 10.000 jaar oud, zien we afbeeldingen van dieren, zoals elanden, olifanten of half-mens half-dier figuren. Sommige tekeningen hebben een symbolische betekenis en andere laten vooral een gebeurtenis zien.
De Rock Art is vaak goed verborgen tussen de rotsen en we moeten dus af en toe even zoeken. Het is een bizar idee om te bedenken dat deze schilderingen honderden jaren terug al zijn gemaakt in een compleet andere tijd. De wandeling is niet echt vermoeiend want we doen het op een rustig tempo maar de zon brandt ondertussen wel dus af en toe moet ik de tijd nemen om me opnieuw in te smeren. Bij elke site zetten we ons even op een rots om gewoon te genieten en weg te dromen naar de oertijd. Over de rotsen kruipen salamanders omhoog.
De desolate Cederberg wildernis is werkelijk één van de mooiste landschappen in de Kaap regio. Wanneer de zon erop schijnt, kleuren de indrukwekkende grillige rotspartijen spectaculair rood en oranje. We lopen hier helemaal alleen, misschien omdat het niet echt op de toeristische route ligt en het daardoor een weinig bezocht gebied is. Maar het is net die verlatenheid wat het zo mooi maakt.De natuurkrachten zijn fascinerend, de texturen en kleuren van de rotsen zijn echt ongelofelijk en het stille gefluister van een briesje door de holtes in de rotsen lijkt wel een symfonie. Krekels sjirpen, vogels fluiten, slangen maken zich uit de voeten wanneer ze ons horen aankomen. We genieten met volle teugen.
Wanneer we de negen sites hebben bezocht, keren we op onze stappen terug. Uiteraard gaat dit aan een sneller tempo dan we gekomen zijn. Op de terugweg zien we enkele mensen die nu pas aan de tocht beginnen. Petje af want ondertussen is het heel erg warm geworden.
Terug bij Traveller’s Nest ploffen we neer op een houten bank in de grote tuin en bestellen we, op aanraden van Cheryl, een Malawian Shandy. De serveerster schiet in de lach. De aanstekelijke, bulderende lach van de dame, zorgt ervoor dat ook wij de slappe lach krijgen, al weten we niet goed waarom. Achteraf blijkt dat ze het gewoon grappig vindt dat we de naam van het drankje op een briefje hadden staan. De Malawian Shandy blijkt inderdaad super lekker en verfrissend. We besluiten hier ook iets te eten. Dee Dee neemt een slaatje en ik ga uiteraard voor een heerlijke curry.
We rijden terug naar Clanwilliam langs dezelfde weg die we gekomen zijn. Alleen ligt deze nu niet meer in de mist en zien we het omliggende landschap in volle glorie. De rotsformaties waartussen de weg slingert, zijn echt indrukwekkend. Af en toe houden we halt om er toch nog eens kort van te genieten.
Eenmaal terug in de Yellow Aloe trekt Dee Dee haar badpak aan om wat te gaan zwemmen, terwijl ik even naar het plaatselijke museum ga. Het museum vertelt de geschiedenis van het stadje, de rooibos en de rock art. Alles is netjes gedocumenteerd en best interessant. Terug in het guesthouse ga ik nog even op ontdekking in de indrukwekkende tuin alvorens we kunnen aanschuiven voor het diner.
Weer een prachtige uitstap met veel rotsen ik bewonder jullie
BeantwoordenVerwijderenen naturlijk weer mooie foto's zo kunnen we ook mee genieten!!!!
Pragtig 😉
BeantwoordenVerwijderen