Bij het ontbijt komt Cheryl ons al tegemoet, benieuwd hoe we de wandeling van gisteren ervaren hebben. We laten haar weten dat we het een top beleving vonden en dat ook het drankje dat ze ons had aangeraden in de smaak is gevallen. We zien dat ze blij is en dat is nu het grote verschil met Droom, waar we weliswaar grote luxe hadden maar meer een hotelbeleving. Hier merk je dat de gastvrouw leeft voor haar gasten en ook al is de kamer dan wat oubolliger, dat nemen we er met graagte bij. We voelen ons hier echt welkom en ook de medewerkster die het ontbijt voor ons brengt, is super begaan. Wanneer we uitchecken wil Cheryl ons nog een laatste tip geven. Wanneer we Citrusdal gepasseerd zijn straks, moeten we volgens haar zeker even in Tulbagh passeren, het vierde oudste stadje dat prachtig gelegen is in de ‘Verlaten Vallei’ van de West-Kaap provincie omgeven door adembenemende bergen. Zo gezegd zo gedaan …
Na een uurtje rijden door een verlaten dor landschap arriveren we in Tulbagh en parkeren we aan de Kerkstraat. De Oude kerk gebouwd in 1743 is nu het Volksmuseum. Het is een van de laatst overgebleven kruiskerken en nog steeds in zijn oorspronkelijke vorm met een unieke collectie Kaapse meubels en een gerestaureerde historische begraafplaats. We wandelen er binnen maar worden al snel aangesproken door een dame met de vraag of we wel tickets hebben om de kerk te bezoeken. Eh nee die hebben we niet. We worden naar de overkant van de straat verwezen waar zich het Earthquake Museum bevindt. Daar kunnen we ticketjes kopen voor 4 musea. Het dorp werd door twee aardbevingen zo goed als volledig vernield maar aan de hand van oude foto’s terug opgebouwd en volledig in ere hersteld. De tijd van de kolonisten is nog overal terug te vinden, met name in de prachtig gerestaureerde Kaap-Hollandse huizen waarvan we er enkele bezoeken: Pioneer’s House, een huis uit de 19de eeuw en een Victoriaans Huis waar ook het Christo Coetzee Art Museum is gevestigd. De kunst kan ons niet bekoren maar het is wel leuk om in de kamers rond te lopen en even terug gekatapulteerd te worden in de tijd.
We zetten ons op het terras van een plaatselijk café voor een tasje rooibosthee en een pannenkoek met karamel en banaan. Waarom weten we niet maar pannenkoeken worden hier steevast koud gegeten. Voor mij wel een tegenvaller. Daarna maken we nog een historische wandeling door het dorp, Meer dan 30 huizen vallen hier onder de monumentenzorg en dat allemaal in diezelfde Kerkstraat. Het Land van Waveren, zoals de nederzetting oorspronkelijk heette, werd in 1700 gesticht. In 2023 was Tulbagh veelvuldig in beeld in diverse afleveringen van het TV programma 'Wie is de Mol' in Zuid-Afrika.
Het was een leuk stadje en dus een goede tip van Cheryl. We stappen terug de auto in en rijden verder richting Montagu. Onderweg passeren we een hele hoop dorpjes met grappige namen. We komen ook voorbij Zandvliet, maar dan niet het boerendorp zoals wij het kennen, wel een luxueus wijndomein. Op onze route passeren we het dorp Robertson. Dit ligt in het dal van de Breede Rivier en in de schaduw van de Langeberg Mountains en is het middelpunt van de Robertson wijnvallei. Het wordt ook wel de ‘Vallei van wijn en rozen’ genoemd. Dit gebied is de laatste jaren uitgegroeid tot een nieuwe, mondaine wijnstreek van Zuid-Afrika met maar liefst 50 wijndomeinen. Ook dit dorp ligt omgeven door de bergen waardoor de kleuren elk uur van de dag anders zijn. Het stadje is bekend om haar gedroogde fruit. Het is de plek voor Farm stalls (boerderij kraampjes langs de weg) met verse producten zoals: olijfolie, gedroogd fruit, versgebakken brood en huisgemaakte jam. De gedroogde abrikozen die Dee Dee heeft gekocht smaken heerlijk maar stinken verschrikkelijk naar zweetvoeten. Althans dat is mijn beleving.
In de late namiddag rijden we door de Cogmanskloof. Deze smalle tunnel is uitgehakt in een rots. Wow wat een overweldigend landschap. Het opvallende uiterlijk van de kloof met zijn hoge toppen en steile rotswanden aan beide zijden getuigt van de eroderende kracht van de Cogmans-rivier die er doorheen stroomt. Wat voelen we ons klein hier. Eenmaal aan de andere kant, zien we Montagu al liggen.
Bij aankomst, zien we duidelijk dat het een dorp is met een ziel. Het is gelegen aan het begin van de zeer bekende Route 62, de toegangspoort naar de Karoo. Het dorp werd ooit verkozen tot ‘Dorp van het Jaar’, door de prachtige ligging met spectaculair uitzicht, haar goed bewaarde architectuur en uitgestrekte wijnvelden.
We logeren vandaag in de Kogman & Keisie Guest Farm en het is even zoeken want ze ligt wat achterin. Wanneer we aanbellen wordt er gezegd dat we helemaal tot boven op de berg moeten rijden. Daar aangekomen worden we verwelkomd door een ongelofelijk vriendelijke gastvrouw, Yolandie genaamd. Zij brengt ons naar een ruime kamer in de boerderijsfeer met mooie accenten en een eigen patio. Er zijn maar liefst 2 zwembaden: eentje verwarmd en eentje onverwarmd. Maar het is vooral de prachtige omgeving die ons een wow gevoel geeft. De locatie is echt geweldig: rustig, stil en buiten de gebaande paden.
We besluiten daarom onze bagage uit te laden, andere kledij aan te trekken en een korte wandeling te maken door dit prachtige landschap. Yolandie staat erop dat we een wandelstok meenemen want het is slangenseizoen en je weet maar nooit. Het pad slingert nog meer de berg op en van hier hebben we een ongelooflijk zicht op het dorp onder ons en de machtige bergen rondom ons. Dit is een plek waar je jezelf kunt verliezen en weer terugvinden. De stilte van de natuur, onderbroken door het zachte gefluister van de wind, creëert een bijna spirituele sfeer. Slangen komen we gelukkig niet tegen.
Yolandie heeft voor ons een restaurantje geboekt tegen half 7 maar we besluiten om eerst nog wat te wandelen door het charmante stadje. We zien veel Victoriaanse en Kaaps-Hollandse huizen. Dit zijn mooie witte huisjes met rieten daken en klassieke, kantachtige versieringen. Hier rondwandelen is op de een of ander manier super rustgevend. Een verademing na onze lange rit. Misschien ontstaat dat relax-gevoel door de bergen die Montagu lijken te omhelzen, maar zeker ook door de locals die hier super vriendelijk zijn.
Midden in het centrum, bij de hoek van Barry Street en Bath Street bevindt zich een vijver waar in een gigantische boom een grote Ibis kolonie leeft. Ondanks dat de vogels met hun wit zwarte veren heel erg mooi zijn, blijven we er niet te lang want het ruikt er niet heel fris. Het is wel grappig om te zien maar het is een lawaai van jewelste. Hier zou ik niet graag logeren, laat staan wonen.
We dineren in de Grill Room van de Mimosa Lounge, een gezellig restaurant waar vooral vleesgerechten op de kaart staan. Dee Dee gaat voor de filet pur en ik neem de spare ribs. We drinken er nog een glas wijn bij (ja zelfs Dee Dee besluit er eentje te drinken) en eindigen het diner met een malva pudding, een typisch Zuid-Afrikaans dessert dat we nog niet geproefd hadden. Het lijkt een beetje op een wortelcake maar iets smeuïger met vanille saus. Lekker maar zwaar! Voor al dat lekkers betalen we amper 40€. Uit eten gaan, is hier toch echt nog heel democratisch.
Weeral een heel mooi verhaal over de omgeving en het eten
BeantwoordenVerwijderenalsook over jullie verblijven;Dee Dee proeft de wijn en is precies haar
smaak.De huisjes en kerken zijn allen verscillend maar wel mooie
omgeving.Heb er de atlas bijgehaald en ook mooie foto's gezien en
het kerkje ik wens jullie slaapwel en dikke kussen voor zo een geweldige reis te onderenemen met 2damesdikke kussen en een goede nachtrust