maandag 20 januari 2025

Sibuya Game Reserve

We eten voor de laatste keer in Kronenhof want vandaag gaan we de bewoonde wereld verlaten  en inruilen voor 3 dagen wildernis. We gaan op safari! We rijden naar het slaperige dorp Kenton on Sea, een klein kustplaatsje aan de Sunshine Coast maar ze doet haar naam geen eer aan vandaag want de zon ontbreekt. Het is zwaarbewolkt maar gelukkig nog geen regen.


Onderweg zien we een compleet ander landschap, heel veel groen en honderden koeien. Langs de kant van de weg zitten mensen cactusvijgen te verkopen. Van waar ze komen, geen idee want er zijn helemaal geen huizen in de wijde omtrek.  Plots worden we opgeschrikt door een  helmparelhoen die uit het niets de weg opvliegt. We kunnen hem niet meer ontwijken en hij knalt tegen onze voorruit. Dat wordt een prooi voor de hyena. Tja dat is de natuur! We hebben trouwens al gemerkt dat alle vogels heel laag tegen de grond vliegen. Dat is om problemen vragen!


Wanneer we toekomen in Kenton on Sea gaan we op zoek naar de receptie van Sibuya Game Reserve. Het dorpje is prachtig gelegen tussen de Bushman's rivier en de Kariega rivier. Een omgeving waar ook talrijke malariavrije privé wildreservaten te vinden zijn, waaronder dus het Sibuya Game Reserve. We worden vriendelijk ontvangen door 2 dames die ons inlichten over hoe alles werkt. De boot naar het Forest Camp vertrekt pas om 12 uur dus kunnen we eerst nog een theetje drinken op het terras aan de rivier. Onze bagage gaat met een afzonderlijke boot en onze wagen wordt naar een bewaakte parkeerplaats gebracht. 


We hebben nog 1,5 uur dus besluiten we nog even een wandeling te maken langs het water. We zien enkele moedige dames met hun paarden door het water waden, een activiteit die je vanuit Sibuya ook kan boeken. 


Om 12 uur gaan we de boot op, samen met 7 Brazilianen, dus ambiance verzekerd. Nick, onze gids stelt zich voor als Captain Jack Sparrow maar dan zonder de alcohol. Dat laatste kunnen we wel krijgen op de boot maar in tegenstelling tot de Brazilianen, gaan wij voor iets fris. We varen naar ons kamp in de bush en eigenlijk start hier al onze eerste safari. De rivier slingert tussen de droge heuvels vol Euphorbia, kale stekelige stammen met een paar stugge bladeren bovenop. Onderweg wijst Nick ons op alle vogels. We zien de gigantische Afrikaanse fish eagle, de Oystercatcher en de Reed Cormorant.


Dee Dee noteert alles in haar boekje, een boekje dat we aan de receptie kregen waarin alle dieren vermeld staan die hier te vinden zijn, en dat zijn er heel wat! Er leven hier vierhonderd vogelsoorten in een gebied van vijftig vierkante kilometer. Wat een heerlijke boottocht, alleen word ik wel een beetje nat op de stukken dat er vaart gezet wordt. Nick, die trouwens afkomstig is uit Waterloo, heeft sprankelende ogen, een open houding en een prettige energie. De stem is voor mij een spiegel van de ziel en zijn stem is zeer aangenaam. Hij straalt enthousiasme uit. 


Onderweg passeren we Suzi, de ‘Goddess of the river’. Hoe ze daar gekomen is, weet eigenlijk niemand maar men vermoedt dat enkele vissers in de rots een vrouwengezicht zagen en nadien zijn teruggegaan met verf. Nu herschilderen studenten van de universiteit Suzi jaarlijks. Volgens Nick brengt ze geluk maar dan moeten we ze wel allemaal een kushandje toewerpen. Baat het niet dan schaadt het niet.


Na een goed uurtje varen, arriveren we bij het Forest Camp, dat op een schiereiland ligt aan de oevers van de Kariega Rivier. Om zo min mogelijk schade aan te richten aan de natuur, is het kamp gebouwd op verhoogde, houten platforms. Via een lang wandelpad door de ongerepte natuur komen we in de Main Lodge. Deze is zeer comfortabel, heeft een zitgedeelte en een eetgedeelte, alsook een mooi terras. De huispoes ligt te ronken op een zetel en geniet van alle aandacht die ze krijgt. Het is tijd voor de lunch die in buffetvorm wordt geserveerd. Al het gekookte eten wordt in een verafgelegen keuken ergens op het terrein bereid en naar de main lodge gebracht, waar de koks van het kamp er de laatste hand aan leggen. Alles is super lekker en we beseffen onmiddellijk dat we hier wel wat kilootjes zullen aankomen. Vooral de melktaart als afsluiter is om duimen en vingers af te likken.


Na de lunch blijven we nog wat napraten met de Brazilianen maar tegen een uur of 3 worden we toch nieuwsgierig naar ons onderkomen voor de komende 3 dagen. Er zijn 8 privé tenten die via een verhoogde promenade tussen de bomen verbonden zijn met de main lodge. Wij hebben tent 5 dus moeten we best een afstand afleggen en ik ben op mijn hoede want spinnen spannen hun web tussen de bomen. De tenten liggen ver genoeg uit elkaar. Op geen enkel moment hebben we het gevoel dat we daar niet alleen zijn. De tent zelf straalt een warme, charmante stijl uit. We hebben 2 bedden met luxe beddengoed en de kleuren roest en oranje zijn overal aanwezig. Verder is ze voorzien van een en-suite badkamer, met een door zonne-energie verwarmde douche. Er staat ook een mooi oud bad en er zijn heerlijke zeepjes en shampoo, pure luxe in de bush dus. Verder is er ook een ventilator en zelfs een open haard. Een kluisje is er ook maar dat staat gewoon los dus veel nut heeft dit niet.  Buiten hebben we vanaf de veranda een prachtig uitzicht want de tent is omgeven door bergen, stilte, water en een uitgestrekt landschap. Het kamp belichaamt het woord afzondering, I like! Maar ook al ademt het domein luxe, toch voelen we ons één met de natuur. Omdat we nog even hebben, zetten we ons op de veranda en genieten we van de geluiden van de wildernis. Er is geen TV maar die hebben we hier echt niet nodig, hier geniet je 24/24 van live breedbeeld National Geographic!


We krijgen wel expliciete instructies over het gebruik van de badkamer. Deze moet ten allen tijde afgesloten worden van de eigenlijke tent want apen die in het bos wonen, durven al wel eens binnenkomen en een ravage aanrichten. We letten er dus goed op dat we niets maar dan ook niets in de badkamer achterlaten. 


Om 4 uur start onze eerste safari. We stappen met z’n negenen in de Toyota Land Cruiser. Wij nemen de achterste bank en zitten bijgevolg heel erg hoog zodat we een goed overzicht hebben.  De wegen bij Sibuya zijn verbazingwekkend, recht omhoog langs de rotsachtige kant van de heuvels en naar beneden langs de andere kant. Ik heb enorm veel respect voor de ongelooflijke rijvaardigheid van Nick, te meer omdat het ondertussen flink is beginnen regenen en de wegen hier veranderen in modderpoelen. We krijgen een soort poncho maar echt veel helpt die niet. Het is jammer maar we maken er het beste van. De geur van de frisse regen en het bos heeft ook wel iets. 


We hebben onze zinnen gezet op het spotten van de big five: de leeuw, het luipaard, de neushoorn, de olifant en de buffel. Dit zijn niet de 5 grootste dieren van Afrika maar de 5 gevaarlijkste om tegen te komen. Enkele hebben we al gezien maar we hopen vandaag op de neushoorn. Dieren zijn dieren en die gaan écht wel hun eigen gang, ze liggen, gapen, rennen, vechten, vliegen, springen maar staan uiteraard niet te wachten tot ik in de juiste positie zit om hen te fotograferen. Gelukkig heb ik wel mijn nieuw lensje en daar ben ik alvast heel tevreden over.


Na de vele dieren die we de voorbije dagen hebben gezien, zijn wij al wel wat gewend maar  voor de Brazilianen is het hun eerste safari en zij zijn al tevreden wanneer ze een olifant in de verte spotten. Twee jonge dieren fikfakken wat met elkaar op de bergrug. Nick doet echt zijn best om dichter bij hen te komen maar in tegenstelling tot Addo Park zijn de olifanten hier nog niet zo gewend aan auto’s dus houdt hij wel wat afstand. Op een bepaald ogenblik lukt het hem om naast een etende olifant te stoppen. We horen het gezwiept van de takken.  Een olifant is een imposant dier. Statig log doch elegant. Zijn tred dwingt onweerstaanbaar respect af. Ik voel de haartjes op mijn armen zich rechten en kan ze niet bedwingen. Wat een levensechte documentaire speelt zich hier voor onze ogen af. We maken ons wel snel de bedenking dat de Brazilianen een beetje te luidruchtig zijn, het onstuimige enthousiasme bij het zien van een dier zouden ze beter achterwege laten want van luide gelukskreten zetten de beestjes het al snel op een lopen.


Ergens halverwege de safari stoppen we op een mooie plek maar iedereen blijft in de truck zitten want het regent nog steeds. Drank wordt bovengehaald en Nick heeft ook wat snacks bij: gedroogde mango en abrikozen, nootjes en chips. Ik moet dringend plassen en Nick zegt dat dat wel kan hier, ergens achter de bosjes. Met een klein hartje verwijder ik me even van de groep. Ik kijk goed om me heen want je weet maar nooit dat er plots een wild beest voor mijn neus staat. Wanneer we terug vertrekken, komen we een paar meter verder een groep buffels tegen. Eentje heeft maar 3 poten. Het arme beestje wordt gelukkig wel goed beschermd door de groep want anders had het al lang ten prooi gevallen aan de hyena. Zeg trouwens nooit zomaar buffel tegen een Kaapse buffel. Hij behoort tot de big five van Afrika. Vooral hun hoorns, hoeven en enorme kracht maken dit dier tot één van de gevaarlijkste dieren van het continent. 


Nick is een goede gids en vertelt veel over de dieren die we zien. Zo weten we nu het verschil tussen een impala en een nyala. Die laatste heeft witte verticale strepen op zijn lijf en de impala heeft er geen. De Brazilianen beginnen plots in koor de Portugese versie van de ‘Lion sleeps tonight’ te zingen. De Weeheeheehee dee heeheeheehee weeoh aweem away van het refrein zingen ook wij uit volle borst mee. Wanneer ze een familie wrattenzwijnen spotten, worden ze helemaal zot want blijkbaar zijn ze allemaal fan van de film ‘the lion king’ en dan vooral van Pumba. Wij vertellen hen maar niet dat we ze van heel dichtbij hebben gezien gisteren, we willen ze niet jaloers maken. Een van de mannen heeft trouwens Simba op zijn arm getatoeëerd.


De zon gaat bijna onder en vanwege het slechte weer krijgen we dus geen mooie zonsondergang. Het wordt ook kouder en we zijn dan ook blij wanneer Nick rechtsomkeer maakt en terug naar het kamp rijdt. We hebben alvast onze achterwerkmassage gekregen want de wegen zijn hier erg hobbelig. Rond half acht zijn we terug en daar krijgen we een Afrikaans drankje, in een klein glaasje, er wordt eerst muntlikeur ingegoten en daar bovenop amarula, een soort baileys. Echt lekker vind ik het niet, geef mij de amarula maar zonder die muntlikeur. De Brazilianen vinden het uiteraard top! Daarna gaan we opnieuw aan tafel voor het diner. Energiezuinige verlichting en lampen op zonne-energie zorgen voor een speciale sfeer. Als voorgerecht krijgen we gefrituurde champignons en ik ben best trots op mezelf want ik heb er toch eentje opgegeten. Beetje grenzen verleggen. Op het buffet dat volgt, ligt kip, lamsvlees, een soort polenta die ze hier pap noemen met tomatensaus, bloemkool en er is ook heerlijk brood. Het toetje is een halva pudding met vanillesaus maar deze vinden we niet zo lekker als die van enkele dagen geleden. 


Er is geen wifi in de kamer (af en toe in de main lodge wel), wat goed is want zo praat je met je reisgenoten en leer je de mensen echt kennen. Laat ons eerlijk zijn, leven zonder wifi, dat hebben we de laatste jaren nog niet echt ervaren. We sluiten de avond af met fijne gesprekken en een goed glas witte wijn.


Terug in de tent voelen we de vochtigheid in de lucht. Alles is klam en wanneer we in ons bedje kruipen, moet Dee Dee toch een knopje omdraaien. Misschien heb ik haar wat ‘vies’ gemaakt  toen ik zei dat ze best haar slippers aandoet en een lampje meeneemt wanneer ze s’ avonds naar het toilet gaat, vanwege de beestjes. Ja, we zien ze niet altijd maar ze zitten er wel, getuige dat ik al een kever heb doodgetrapt daarnet. Ook al is kamperen niet haar ding, ze doet het toch maar! De wekker wordt op 4u30 gezet want morgenvroeg is het samenkomst om 5 uur voor de ochtend safari. Met de geluiden van de wildernis vallen we in slaap.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten